direct naar inhoud van Artikel 21 Waterstaat - Erosie
Plan: Schaesberg-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0882.BPLKOM03001-VG01

Artikel 21 Waterstaat - Erosie

21.1 Bestemmingsomschrijving
21.1.1 Algemeen

De voor 'Waterstaat - Erosie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor maatregelen en voorzieningen voor het bestrijden en voorkomen van:

  • a. bodemerosie en wateroverlast;
  • b. het verloren gaan van het voortbrengend vermogen van de bodem;
  • c. de aantasting van het grondwaterpakket.
21.1.2 (Dubbel)bestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de (dubbel)bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 29.1.

21.2 Specifieke gebruiksregels
21.2.1 Gebruik van de gronden

Onder verboden gebruik wordt tenminste verstaan gebruik van de grond voor en/of als:

  • a. het geheel of gedeeltelijk egaliseren of slechten van aanwezige graften;
  • b. voor het belemmeren of aantasten van aanwezige grasbanen en regenwaterbuffers (incl. aan- en afvoervoorzieningen).
21.3 Afwijken van de gebruiksregels
21.3.1 Afwijken gebruik percelen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 21.2en 21.4 bepaalde ten behoeve van het uitoefenen van het gebruik, zoals beschreven onder 21.2.1 en het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden zoals beschreven onder 21.4.1, mits voldaan wordt aan de regelgeving omtrent erosie.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen of egaliseren van de in het landschap aanwezige laagten;
  • b. het afgraven van grond, indien door de afgraving de kans op bodemerosie en/of wateroverlast toeneemt;
  • c. het scheuren van grasland;
  • d. de aanleg van een waterbuffer groter dan 100 m²;
  • e. het aanbrengen van verhardingen.
21.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in 21.4.1 is niet van toepassing voor:

  • a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd;
  • e. werken of werkzaamheden die noodzakelijk zijn ten behoeve van de ecologische structuur en/of waterhuishouding, de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap of natuur.
21.4.3 Toepassingscriteria

De werken of werkzaamheden als onder 21.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.