Brabantiaterrein en omgeving

5.3 Flora en fauna

In het kader van planontwikkelingen dienen de consequenties hiervan voor de aanwezige flora en fauna in beeld te worden gebracht.

5.3.1 Ecologisch onderzoek

Er is daarom een ecologisch onderzoek (Econsultancy, nr. 11043310, d.d. 25 oktober 2011) uitgevoerd op het hele Brabantiaterrein (en omgeving).

Voorgenomen ingrepen:

De initiatiefnemer is voornemens om op het voormalige Brabantiaterrein een nieuwbouwproject te realiseren met een woonbestemming. Rondom de toekomstige bebouwing komt een parkachtige groenvoorziening. Het gebied langs de Tongelreep wordt heringericht als wandelgebied. Ook de Tongelreep zelf zal, gelijktijdig met de realisatie van de nieuwbouwplannen, worden heringericht, waarbij een meandering wordt teruggebracht.

Ten behoeve van het nieuwbouwproject wordt alle bebouwing binnen het plangebied gesloopt en wordt een deel van de aanwezige beplanting (bomen, struiken, etcetera) verwijderd. In het stedenbouwkundig plan zijn een aantal bomen opgenomen die kunnen worden behouden. Dit betreffen met name de bomen langs de Tongelreep en een aantal bomen in de “voortuin” van de 2 vrijstaande woningen. De mogelijkheden voor het verplanten van een aantal andere bomen worden nog nader onderzocht.

Waarnemingen en te verwachten soorten:

De beplanting binnen het hele plangebied biedt onderkomen aan diverse algemene broedvogels (niet jaarrond beschermd). Huismussen en gierzwaluwen hebben geen verblijfplaatsen in de huidig aanwezige bebouwing binnen het plangebied. De bebouwing en bomen binnen het plangebied hebben geen verblijfsfunctie voor vleermuizen. Het plangebied heeft wel een functie als foerageergebied. Het gebied is geschikt voor algemene overige zoogdiersoorten als egel, mol en konijn, en ook voor minder algemene soorten als eekhoorn en steenmarter. Verblijfplaatsen van eekhoorn en steenmarter zijn vooralsnog niet aangetroffen. De oeverzone van de Tongelreep is geschikt habitat voor waterspitsmuis.

Het plangebied is verder met name geschikt voor amfibieën als landhabitat. Het betreft hier met name algemene soorten als bruine kikker en gewone pad. De zeldzamere alpenwatersalamander is niet aangetroffen. Het waterbassin is door de hoeveelheid bladval in principe niet meer geschikt als voortplantingswater voor amfibieën en libellen. Binnen het plangebied zijn verder brede wespenorchis en rapunzelklokje aangetroffen.

Voor de overige soorten uit de verschillende soortgroepen vormt het plangebied geen geschikt habitat of zijn deze op grond van bekende verspreidingsgegevens of het ontbreken van verblijfsindicaties niet te verwachten.

Maatregelen ter voorkoming van overtredingen van de Flora- en faunawet:

Broedvogels

Indien de beplanting en bebouwing buiten het broedseizoen wordt verwijderd, zullen geen overtredingen van de Flora- en faunawet plaatsvinden met betrekking tot broedvogels, waarvan het nest niet jaarrond is beschermd. Daarbij wordt wel geadviseerd om vooraf aan de kap een controleronde uit te voeren door een ter zake kundige op de onverhoopte aanwezigheid van (nieuwe) jaarrond beschermde nesten. Ditzelfde geldt voor (nieuwe) eekhoornnesten.

Vleermuizen

Omdat de sloop van het nog aanwezige appartementencomplex en de 2 woningen met bijgebebouw(en) niet komend jaar al zal plaatsvinden wordt geadviseerd om voorafgaand aan de sloop een controleronde uit te voeren naar de aan-/ afwezigheid van vleermuizen of de bebouwing eerst ongeschikt te maken voor vleermuizen. Door de controleronde of het ongeschikt maken wordt voorkomen dat vleermuizen, die zich binnen nu en de sloop alsnog in de te slopen bebouwing hebben gevestigd, onnodig worden gedood en de Flora- en faunawet alsnog wordt overtreden. De gemeente neemt dit advies over.

Steenmarter

Indien te zijner tijd de bebouwing enige tijd leeg komt te staan alvorens het wordt gesloopt, zal een nieuwe inspectie moeten uitwijzen of de bebouwing niet alsnog in gebruik is genomen door steenmarter als vaste rust- en verblijfplaats.

Waterspitsmuis

Door uit voorzorg rekening te houden met deze streng beschermde soort is intensief veldonderzoek niet noodzakelijk en wordt het eventueel verstoren van het leefgebied van waterspitsmuis voorkomen. De inrichtingsplannen ten behoeve van waterspitsmuis dienen te worden vastgelegd in een (ecologisch) werkprotocol.

Vaatplanten

Om de gunstige staat van instandhouding van rapunzelklokje ter plaatse te waarborgen, dienen de aanwezige exemplaren voor aanvang van de ingreep te worden verplaatst naar een geschikte locatie buiten de ingreep.

Algemene zorgplicht:

Bij het verwijderen van beplanting, houtstapels en takkenhopen dient rekening te worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van algemene soorten als egel, konijn, bruine kikker, gewone pad en kleine watersalamander. Bij aanwezigheid van een individu, dient het betreffende dier de gelegenheid te krijgen uit zichzelf weg te komen naar een veilige plek. Indien noodzakelijk dient het betreffende dier zorgvuldig te worden verplaats naar een geschikte locatie buiten de ingreep.

Gebiedsbescherming:

De EHS zal niet worden aangetast door de toekomstige bestemming van het plangebied. Externe werking op overige beschermde natuurgebieden (Natura 2000) is niet aan de orde.

Noodzaak aanvraag ontheffing Flora- en faunawet artikel 75c:

Ontheffingsaanvraag voor overtreding van verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet ten aanzien van het verstoren van vaste rust- en verblijfplaatsen is niet aan de orde.

Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de te verwachten verstoring en de te nemen vervolgstappen.

Aangezien de fabrieksbebouwing op het Brabantiaterrein reeds gesloopt is (de bouw van fase 1 is reeds in volle gang), kan gesteld worden dat er wat betreft flora en fauna geen belemmeringen zijn. Aangezien bij de sloop van de bedrijfshallen nestplaatsen van de gierzwaluwen zijn vernietigd, moeten alsnog maatregelen genomen worden. Om de gemaakte overtreding met terugwerkende kracht alsnog te mitigeren wordt voorgesteld om in de nieuwbouw binnen het plangebied nestmogelijkheden voor gierzwaluw te creëren, zoals neststenen en speciale nestdakpannen.