Plan: | Waalre-Noord (gebied Heistraat Noord en Bosvilla's) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0866.BP00158-0301 |
Ruimtelijke ontwikkelingen kunnen leiden tot verstoring en vernietiging van archeologische
vindplaatsen, vooral indien sprake is van graafwerkzaamheden. In het kader van ruimtelijke plannen dient de archeologische waarde van gebieden te worden beoordeeld en desnoods te worden onderzocht. Archeologische bronnen geven een indicatie van de archeologische verwachtingswaarde van gebieden danwel de trefkans van archeologische vindplaatsen.
Voor de ontwikkeling is een archeologisch onderzoek (bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek verkennende fase) uitgevoerd (Grontmij Nederland bv, Eindhoven, doc.nr. 238060/RM/GAR537 versie D, d.d. 28 januari 2008).
Het zuidoostelijk deel van het plangebied uit het onderzoek (de gehele 1e fase) blijkt een intact bodemprofiel te hebben. In tegenstelling tot de verwachte haarpodzolgronden, werden dikke eerdgronden waargenomen, wat de kans op het aantreffen van intacte vindplaatsen vergroot. Het plangebied voor onderhavig plan ligt deels in dat gebied.
Figuur 7: begrenzing plangebied onderzoek (door middel van de blauwe lijn), in het rood gearceerde gebied dient vervolgonderzoek te worden uitgevoerd door middel van proefsleuven
Voor het gebied ter hoogte van de boringen 601 t/m 628 (zie gearceeerde gebied afbeelding 8) geldt een middelhoge verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden uit de Late Prehistorie (Bronstijd tot en met Romeinse tijd) en Late Middeleeuwen. Voor de Nieuwe tijd geldt een middelhoge verwachting voor het aantreffen van sporen van landgebruik. Voor de overige perioden (vroege Prehistorie en vroege Middeleeuwen) geldt een lage verwachting. Uit het booronderzoek volgt dat het overige deel van het gebied grotendeels is afgegraven en dat de verwachte enkeerdgronden weliswaar aanwezig zijn maar niet op de plek volgens de bodemkaart.
Op grond van de resultaten van verkennend booronderzoek wordt aanbevolen mogelijk aanwezige archeologische vindplaatsen op te sporen in het gebied ter hoogte van de boringen 601 t/m 628 (zie afbeelding 8) door middel van een inventariserend veldonderzoek karterende en waarderende fase door middel van proefsleuven (IVO-P). Ten behoeve van het uitvoeren van het IVO-P dient een programma van eisen (PvE) te worden opgesteld dat ter goedkeuring dient te worden voorgelegd aan het bevoegd gezag.
Inmiddels is het PvE opgesteld. Het SRE heeft het PvE beoordeeld en op enkele aanvullingen na als voldoende beoordeeld. Voor dit bestemmingsplan beperkt het proefsleuven onderzoek zich tot het deelgebied van de Bosvilla's. Het verdere onderzoek in de vorm van proefsleuven zal plaatsvinden voordat het gebied wordt ontwikkeld. Bovenstaande overziend zijn er vanuit archeologie geen belemmeringen aanwezig voor de ontwikkeling.