18.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. volkstuinen;
-
b. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud
-
c. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur, voor zover die gronden daarbinnen zijn gelegen;
ter plaatse van de gebiedsaanduiding:
-
d. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
e. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
-
f. 'landgoederen', een landgoed alsmede de instandhouding en behoud van de samenhang ervan;
-
g. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;
met de daarbijbehorende voorzieningen:
-
h. tuinen en erven;
-
i. wegen, voet- en rijwielpaden;
-
j. parkeervoorzieningen;
-
k. groenvoorzieningen;
-
l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen
-
a. Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate aanwezig te zijn en dienen binnen het bouwvlak te worden gerealiseerd.
18.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
a. per tuinkavel is maximaal één kas en één berging toegestaan;
-
b. de oppervlakte van een kas bedraagt maximaal 10 m²;
-
c. de bouwhoogte van een kas bedraagt maximaal 2,25 meter;
-
d. de oppervlakte van een berging bedraagt maximaal 3 m²;
-
e. de bouwhoogte van een berging bedraagt maximaal 2,25 meter.
18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b;
-
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter;
-
c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mogen worden.
18.2.4 'Specifieke bouwaanduiding - bestaande bebouwing toegestaan'
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bestaande bebouwing toegestaan' gelden de volgende regels:
-
a. in afwijking van het bepaalde in 18.2.2 geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bestaande bebouwing toegestaan' uitsluitend de bestaande bebouwing is toegestaan.