direct naar inhoud van Artikel 17 Recreatie - IJzeren man
Plan: Buitengebied 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.vghBPbuitengebied-OH01

Artikel 17 Recreatie - IJzeren man

17.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een recreatieve voorziening met een strandpaviljoen, horeca en bijbehorende voorzieningen;
  • b. horeca in categorie 1, 2 en 4;
  • c. extensieve dagrecreatie;
  • d. evenementen tot een maximum van 12 evenementen per jaar;
  • e. in stand houden en bewaren van de samenhang van het Nationaal Landschap Het Groene Woud;
  • f. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur, voor zover die gronden daarbinnen zijn gelegen;

ter plaatse van de gebiedsaanduiding:

  • g. 'middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de middelhoge en hoge archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • h. 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • i. 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 46.1.1 dient in acht te worden genomen;
  • j. 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', een extensiveringsgebied. De regeling opgenomen in artikel 46.2 dient in acht te worden genomen;

met de daarbijbehorende voorzieningen:

  • k. tuinen en erven;
  • l. wegen, voet- en rijwielpaden;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter;.
  • b. parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate aanwezig te zijn en dienen binnen het bouwvlak te worden gerealiseerd.

17.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen, met uitzondering van gebouwen als bedoeld in 17.2.3 en 17.2.4, gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak zijn gebouwen ten behoeve van horeca en recreatieve voorzieningen toegestaan, waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
  • b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak bedragen niet meer dan is aangeduid op de verbeelding;
  • c. buiten het bouwvlak zijn bedrijfsgebouwen toegestaan, waarvan de oppervlakte maximaal 100 m².

17.2.3 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van een bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. één bedrijfswoning is toegestaan, tenzij op de verbeelding is aangeduid dat het aantal wooneenheden '0' of '2' bedraagt;
  • b. uitsluitend bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m3 exclusief onderkeldering;
  • d. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning exclusief bijbehorende bouwwerken;
  • e. de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 4,5 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 9 meter;
  • f. de voorgevel van de bedrijfswoning moet zijn gericht op de bestemming 'Verkeer';
  • g. de afstand van de bedrijfswoning tot de as van de weg bedraagt minimaal 10 meter en maximaal 15 meter.

17.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 80 m2;
  • b. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
  • c. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de bedrijfswoning bedraagt minimaal 5 meter en mag maximaal 20 meter;
  • d. bijbehorende bouwwerken moeten op minimaal 3 meter achter de gevellijn worden opgericht.

17.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter, met uitzondering van het bepaalde in sub b en c;
  • b. ter plaatse van het bouwvlak bedraagt de bouwhoogte van speelvoorzieningen en klimtorens maximaal 20 meter;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de gevellijn van de bedrijfswoning maximaal 1 meter bedraagt;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mogen worden.

17.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. hotel, pension, discotheken en nachtclubs
  • c. seksinrichtingen;
  • d. opslag van goederen en materialen binnen en buiten het bouwvlak;
  • e. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in 17.1;
  • f. wonen in bijbehorende bouwwerken;
  • g. het bewonen van de bedrijfswoning als burgerwoning.

17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. houtopstanden vellen of rooien of te doen laten vellen of rooien.

17.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 17.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

17.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 17.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor niet de landschappelijke waarden van de gronden onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden onevenredig worden of kunnen worden verkleind.