direct naar inhoud van 5.5 Lucht
Plan: Centrum Zuid 2008, 2e herziening (Piusplein 26-30)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2011001-e001

5.5 Lucht

Het doel van de Wet luchtkwaliteit (opgenomen in hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer) is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. Het besluit is primair gericht op het voorkomen van effecten op de gezondheid van mensen. De grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10; fijn stof), lood, koolmonoxide en benzeen geven het kwaliteitsniveau van de buitenlucht aan, dat op een gegeven tijdstip moet zijn bereikt en waar het juiste kwaliteitsniveau al aanwezig is, zoveel mogelijk in stand gehouden moet worden.

De bestemmingen in het plangebied zijn getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen uit hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer. Het plan voorziet in de realisatie van 91 woningen en circa 1.675 m² commerciële ruimte. Ten behoeve van deze toetsing is een onderzoek uitgevoerd door Agel Adviseurs.6 Hieronder worden enkel de conclusies weergegeven. De volledige rapportage is een separate bijlage bij deze bestemmingsplantoelichting.

In het Rbl 2007 is bepaald dat de luchtkwaliteit moet worden berekend voor die plaatsen waar de bevolking naar redelijke verwachting kan worden blootgesteld aan luchtverontreiniging waarbij de invloed van de ontwikkeling merkbaar zal zijn. Dit is het geval langs de Piusstraat en langs het in het verlengde daarvan gelegen Piusplein.

De effecten op de concentraties PM10 en NO2 als gevolg van de ontwikkeling zijn berekend met behulp van het CARII-model versie 10.

Uit de berekeningsresultaten blijkt dat, als gevolg van de realisatie van de ontwikkeling, in de zichtjaren 2011, 2015 en 2020, een lichte afname plaatsvindt van de jaargemiddelde concentratie NO2 langs de Piusstraat c.q. het Piusplein.

Met betrekking tot PM10 blijkt dat langs de Piusstraat c.q. het Piusplein in het zichtjaar 2011 een lichte afname van de jaargemiddelde concentratie plaats zal vinden. Voor de zichtjaren 2015 en 2020 is geen afname aangetoond. Er vindt tevens in geen van de zichtjaren een wijziging plaats van het aantal overschrijdingen van de 24-uurgemiddelde concentratie.

Omdat er geen toename van concentraties plaatsvindt kan het effect van de ontwikkeling als NIBM worden beschouwd.

Uit de berekeningsresultaten blijkt tevens dat in geen van de zichtjaren de grenswaarde voor NO2en PM10 worden overschreden.

Geconcludeerd kan worden dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkeling.