direct naar inhoud van 5.6 Lucht
Plan: Reeshof Oost 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001

5.6 Lucht

Het doel van de Wet luchtkwaliteit (opgenomen in hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer) is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. Het besluit is primair gericht op het voorkomen van effecten op de gezondheid van mensen. De grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10; fijn stof), lood, koolmonoxide en benzeen geven het kwaliteitsniveau van de buitenlucht aan, dat op een gegeven tijdstip moet zijn bereikt en waar het juiste kwaliteitsniveau al aanwezig is, zoveel mogelijk in stand gehouden moet worden.

Om de gevolgen op de luchtkwaliteit inzichtelijk te maken is een berekening gemaakt met behulp van een rekenprogramma van Infomil. In dit rekenblad kan de verwachte verkeersproductie worden ingevuld en bekeken of de ontwikkeling " niet in betekenende mate" bijdraagt. Uitgegaan is van een "worst-case situatie" waarbij het bedrijf zorgt voor 200 extra voertuigbewegingen per dag waarvan 10% afkomstig van vrachtverkeer. Uit de berekening volgt dat de bijdrage voor stikstofdioxide (NO2) maximaal 0,49 ug/m3 zal bedragen, voor fijn stof bedraagt de bijdrage maximaal 0,08 ug/m3.
Deze waarden zijn ruimschoots minder dan de NIBM grens van 1,2ug/m3. Het project draagt "niet in betekenende mate" bij aan de luchtkwaliteit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001_0014.jpg"

De bestemmingen in het plangebied zijn getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen uit hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer. Het plan voorziet in de realisatie van een tankstation aan de Huibevendreef en de hiermee gepaard gaande verkeersbewegingen. Hierdoor kan het plan worden gekenmerkt als een "niet in betekenende mate"-project, zoals bedoeld in het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen). Er zijn geen luchtgevoelige bestemmingen, zoals bedoeld in het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen). Vanuit de Wet milieubeheer bestaat dan ook geen bezwaar tegen dit plan.

De gemeente Tilburg neemt deel aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL). Dit programma heeft als doel de grenswaarden zoals opgenomen in titel 5.2 van de Wet milieubeheer tijdig te bereiken. De luchtkwaliteit is bij de totstandkoming van het NSL in beeld gebracht met de zogenaamde saneringstool. Uit deze tool blijkt dat er voor de jaren 2011 (van kracht worden grenswaarde PM10) en 2015 (van kracht worden grenswaarde NO2) geen overschrijdingen van de normen meer voor te komen. Ook voor 2020 wordt dit verwacht. In de berekeningen zijn grootschalige ontwikkelingen in Tilburg (o.a. Spoorzone, Stappegoor, Overhoeken) meegenomen evenals de verwachte groei van het verkeer. Voor de overige stoffen genoemd in titel 5.2 van de Wet milieubeheer geldt eveneens (o.a. benzeen, zwaveldioxide) dat verwachting is dat ruimschoots aan de wettelijke normen kan worden voldaan.