Plan: | Reeshof Oost 2010 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2010012-e001 |
Het beleid voor industriële geurhinder (geur van bedrijven die niet tot de agrarische sector behoren) is samengevat in een brief van het ministerie van VROM van 30 juni 1995. Kort samengevat komt het erop neer dat afgestapt is van stringente geurnormen; de toetsing of een ontwikkeling toelaatbaar is zonder voor overmatige geurhinder te zorgen, is grotendeels overgelaten aan lokale overheden. Er wordt in de brief een aantal algemene beleidsuitgangspunten gegeven, waarbij ´het voorkómen van nieuwe geurhinder´ voor de ruimtelijke ordening het belangrijkst is. Binnen de gemeente Tilburg worden deze algemene uitgangspunten gehanteerd.
Voor een aantal categorieën bedrijven is dit algemene geurbeleid geconcretiseerd in de Nederlandse emissie Richtlijn lucht (NeR). Voor zover een 'dosis-effectrelatie' (de relatie tussen de geuremissie bij het bedrijf en de hinder voor omwonenden) voor een bedrijfscategorie is vastgesteld, zijn voor die bedrijven 'normen' vastgesteld waarbij hinder kan worden verwacht. Voor de overige categorieën bedrijven zal dit moeten worden vastgesteld door specifiek geuronderzoek. Aangezien de NeR een formele richtlijn is, en bovendien een concrete vertaling vormt van het algemene beleidskader, dient hier bij ruimtelijke plannen bij te worden aangesloten.
Voor enkele bedrijfscategorieën is behalve een grenswaarde voor nieuwe situaties ook een maximale geurimmissieconcentratie vastgesteld voor bestaande situaties.
Ten noorden van het plangebied aan de andere kant van het kanaal ligt een industrieterrein waar zware industrie wordt toegestaan. In dit gebied zijn bedrijven toegestaan waarbij het geurcomponent kan leiden tot hinder. Voor het terrein is in 2008 een nieuw bestemmingsplan verleend waarbij het gebied inwaarts is gezoneerd. Dit houd in dat de zwaardere bedrijven op grote afstand van woningen zijn toegestaan en de lichtere bedrijven op kortere afstand. Daarbij is rekening gehouden met de richtafstanden uit het VNG-boekje "Bedrijven en Milieuzonering". Bij de zonering is uitgegaan van de woningen binnen dit plangebied. Voor de bestaande bedrijven die niet aan deze zonering voldoen is op de verbeelding een aparte aanduiding opgenomen. Omdat deze bedrijven op basis van hun huidige milieuvergunning op dit moment voldoen aan de normen en dus geen hinder veroorzaken mogen ze blijven zitten. Bij verhuizing of opheffing van de activiteit zal een nieuw bedrijf moeten voldoen aan de zonering zoals op de verbeelding is aangegeven.
Op bedrijven die tot de agrarische sector behoren (veehouderijen) is ten aanzien van het geurbeleid de Wet geurhinder en veehouderij (5 oktober 2006) en de bijbehorende Regeling geurhinder en veehouderij van toepassing. Deze regelgeving geeft normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig object. In en nabij het gebied zijn geen veehouderijen aanwezig.