direct naar inhoud van 8.4 Geluid
Plan: Hoge Hoek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2009045-e001

8.4 Geluid

8.4.1 Akoestiek Hoge Hoek

In opdracht van Novaform Vastgoedontwikkelaars is door AGEL adviseurs voor het plangebied 'Hoge Hoek' een akoestisch onderzoek verricht. De onderzoeksresultaten zijn opgenomen in de rapportage 'Akoestisch onderzoek Hoge Hoek Berkel-Enschot, d.d 28 oktober 2010, met kenmerk 20060434-01, D04, met aanpassing d.d 2 mei 2011 naar aanleiding van het raadsbesluit, d.d. 11 april 2011. Deze rapportage is als separate bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen.

Uitgangspunt voor het onderzoek vormt het Stedenbouwkundig Voorlopig Ontwerp Hoge Hoek van Mulleners en Mulleners architecten. Het deelplan 'Hoge Hoek' is gesitueerd binnen de zones van de wegen Raadhuisstraat en Molenstraat en de zone van de spoorlijn Tilburg – 's-Hertogenbosch. Tevens zal het deelgebied ook komen te liggen binnen de zone van Gebiedsontsluitingsweg West 1, een van de zes geprojecteerde ontsluitingswegen van het totale ontwikkelingsgebied.

Er wordt ervan uitgegaan dat de wegen binnen de ontwikkeling zelf niet binnen de zoneringsbepalingen van de Wet geluidhinder zullen vallen. Naast een toetsing aan de Wet geluidhinder dient in het kader van de Wet ruimtelijke ordening de kwaliteit van de akoestische omgeving inzichtelijk te worden gemaakt waarbij dient te worden getoetst aan het criterium voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Wegverkeerslawaai

Op basis van het verrichte onderzoek blijkt dat de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 48 dB als gevolg van het wegverkeer van de gebiedsontsluitingsweg bij de volgende geprojecteerde woningen wordt overschreden:

  • Blok 04: 8 woningen aan de spoorzijde, met als hoogste geluidbelasting 51 dB;
  • Blok 10: 12 appartementen aan de spoorzijde op de 2e en 3e bouwlaag, met als hoogste geluidbelasting 53 dB;
  • Blok 11: 7 woningen aan de spoorzijde, met als hoogste geluidbelasting 51 dB;
  • Blok 13: 5 woningen aan de spoorzijde, met als hoogste geluidbelasting 51 dB;
  • Blok 14: 2 woningen aan de spoorzijde, met als hoogste geluidbelasting 49 dB.

Met betrekking tot de bestaande woningen wordt de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 48 dB bij de woning Raadhuisstraat 1 met 2 dB overschreden.

In verband met de overschrijding van de maximaal toelaatbare geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer zijn de mogelijkheden onderzocht om de hoogte van de geluidbelasting, naast het toepassen van stil asfalt, verder te beperken. Uit dit onderzoek blijkt dat het toepassen van verdergaande bronmaatregelen voor deze situatie als niet haalbaar kan worden aangemerkt.

Bij alle geprojecteerde woningen wordt voor de bronsoort wegverkeer voldaan aan het criterium geluidluw.

Railverkeerslawaai

Met betrekking tot de emissiecijfers van het railverkeer wordt geanticipeerd op de introductie van de geluidproductieplafonds (gpp’s). Deze gpp’s bepalen wat de geluidemissie op referentiepunten langs het spoor mag zijn. Voor de instelniveaus van de gpp’s die door de overheid worden vastgesteld op de “heersende waarde”, wordt naar verwachting uitgegaan van het driejaarsgemiddelde van de geluidsituatie in de jaren 2006, 2007 en 2008, vermeerderd met een werkruimte van 1,5 dB.

In verband met de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde zijn op grond van de onderzoeksverplichting ten behoeve van een ontheffingsverzoek hogere waarde de mogelijkheden onderzocht om de hoogte van de geluidbelasting te beperken.In volgorde van prioriteit zijn de bron- en overdrachtsmaatregelen nader onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat als mogelijk toepasbare bronmaatregel het aanbrengen van raildempers kan worden beschouwd. Met betrekking tot overdrachtsmaatregelen komt alleen het realiseren van afschermende maatregelen in aanmerking.

Voorkeursgrenswaarde variant: hoog en lang scherm van 3,80 meter

Om alle woningen aan de grenswaarde te laten voldoen is een scherm benodigd met een tophoogte van 3,80 meter boven bovenkant spoorstaaf over een lengte van 570 meter. Dit kan als de 'voorkeursgrenswaarde variant' worden beschouwd.

Compromis variant: laag en kort scherm van 0,75 meter en raildempers

Uit intensief overleg met de gemeente Tilburg is komen vast te staan dat afschermende maatregelen langs het spoor om stedenbouwkundige redenen niet hoger mogen worden aangelegd dan 0,75 meter boven bovenkant spoorstaaf (bss). In verband met de stedenbouwkundig vereiste zichtlijnen zijn er beperkingen gesteld met betrekking tot de lengte van het scherm, zodat de maximale lengte van het scherm op 475 meter uitkomt.Deze variant wordt door de gemeente Tilburg als onderdeel van het zogenaamde 'compromismodel' geaccepteerd. Daarbij is tevens de bepaling gesteld dat raildempers aanvullend dienen te worden toegepast tenzij de kosten daarvan hoger zijn dan het verschil in kosten tussen de 'voorkeursgrenswaarde variant' en het scherm van het 'compromismodel'.

Uit onderstaande tabel blijkt dat de kosten voor het aanbrengen van een scherm van het 'compromismodel' in combinatie met raildempers lager zullen zijn dan de kosten van de 'voorkeursgrenswaarde variant'. Geconcludeerd wordt dat voor plan Hoge Hoek het scherm conform het 'compromismodel' dient te worden gerealiseerd in combinatie met raildempers.

Tabel: Overzicht van maatregelen:

Maatregel   Dimensies   Kosten incl. B.T.W.  
A   scherm voorkeurswaarde variant   tophoogte 3,80 m+ bss, lengte 570 meter   €  1.211.250,--  
B   scherm compromismodel   tophoogte 0,75 m+ bss, lengte 475 meter   €     285.000,--  
C   raildempers   lengte 700 meter   €     560.000,--  
B+C   scherm compromismodel + raildempers     €     945.000,--  

Uit de rekenresultaten blijkt dat bij het toepassen van de maatregelen de maximaal toelaatbare geluidbelasting voor railverkeer van 55 dB bij de volgende woningen wordt overschreden:

  • Blok 04: 12 woningen, met als hoogste geluidbelasting 62 dB;
  • Blok 09: 1 woning, met als hoogste geluidbelasting 57 dB;
  • Blok 10: 23 appartementen, met als hoogste geluidbelasting 66 dB;
  • Blok 11: 8 woningen, met als hoogste geluidbelasting 63 dB;
  • Blok 13: 9 woningen, met als hoogste geluidbelasting 63 dB
  • Blok 14: 9 woningen, met als hoogste geluidbelasting 65 dB.

Bij alle geprojecteerde woningen wordt voor de bronsoort railverkeer voldaan aan het criterium geluidluw. Opgemerkt wordt dat bij de meest noordelijk geprojecteerde woning aan de Molenstraat de voor wegverkeer geluidluwe gevelzijde op verdiepingsniveau, de gevelbelasting van het railverkeer, de voorkeursgrenswaarde met 1 dB overschrijdt. Bij de architectonische uitwerking dient het geluidniveau aan die gevelzijde te worden beperkt. Er zal derhalve een zodanige bouwvorm moeten worden ontworpen dat er ten minste één geluidluwe gevel kan worden gerealiseerd.

Cumulatie

In het kader van een goede ruimtelijke ordening en tevens om te voldoen aan artikel 110a Wgh, is de gecumuleerde geluidbelasting inzichtelijk gemaakt. Bij de beoordeling van de kwaliteit van de akoestische omgeving kan worden gesteld dat indien de woningen van de eerstelijnsbebouwing langs het spoor en de woningen aan de noordelijke rand van het gebied, zodanig worden ingedeeld dat alle geluidgevoelige ruimten aan de geluidluwe achterzijde zijn geprojecteerd er, buiten de nieuwe woningen aan de Molenstraat, sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. De meest noordelijk geprojecteerde woningen aan de Molenstraat dient op basis van een goede ruimtelijke ordening verder van de weg te worden gepositioneerd. Derhalve is het bouwvlak van deze woning op een grotere afstand van de Molenstraat geprojecteerd ten opzichte van het verkavelingsplan. Met betrekking tot de meest noordelijke geprojecteerde woning aan de Molenstraat, zal aanvullend middels een architectonische uitwerking het geluidniveau in de buitenruimte dienen te worden beperkt.

Voor de gemeente Tilburg is cumulatie ook aan de orde ten behoeve van de bepaling van de geluidbelasting voor de berekening van de karakteristieke geluidwering in het kader van de bepalingen in het Bouwbesluit. Uit een cumulatieberekening blijkt dat gevelmaatregelen mogelijk noodzakelijk zullen zijn bij woningen in de blokken 04, 10, 11, 13 en 14.

Hogere waarden Wet geluidhinder

Burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg zijn bevoegd tot het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting.

Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat in verband met stedenbouwkundige beperkingen hogere waarden onontkoombaar zijn. Een en ander heeft geresulteerd in een compromismodel waarbij enerzijds door de ontwikkelaar een zo groot mogelijke inspanning wordt gevraagd om binnen de gestelde stedenbouwkundige beperkingen de geluidbelasting zo laag mogelijk te houden en dat anderzijds dat de gemeente Tilburg bij uitzondering hogere waarden toe zal staan. De maatregelen binnen het compromismodel zijn als volgt:

  • Het toepassen van stil asfalt welke de hoogste geluidreductie op zal leveren;
  • Het toepassen van een scherm met een hoogte van 0,75 meter bss over een lengte van 475 meter;
  • Het toepassen van raildempers.

Daarnaast is de stedenbouwkundige lay-out zodanig opgezet dat de eerstelijnsbebouwing vanaf het spoor de achterliggende binnengebieden afschermt en geluidluw maakt. Tevens is de woningindeling van de eerstelijnsbebouwing zodanig opgezet dat alle geluidgevoelige ruimten aan de geluidluwe achterzijde zijn geprojecteerd. Ook wordt voor alle afzonderlijke woningen, waaronder ook de appartementen van blok 10, voldaan aan de eis van een geluidluwe gevel en een geluidluwe buitenruimte.

Omdat het plangebied onderdeel uitmaakt van een nieuwbouwontwikkelingsgebied welke op grond van de stedenbouwkundige visie van de gemeente Tilburg dringend noodzakelijk is, wordt voldaan aan de criteria van het ontheffingenbeleid van de gemeente Tilburg. Op basis van de onderzoeksresultaten is voor de ontwikkeling bij burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg een ontheffing van de ten hoogst toelaatbare geluidbelasting worden aangevraagd. Het besluit hogere waarden is aan

Conclusie

Het aspect weg- en railverkeer behoeft voor de ontwikkeling geen belemmering te zijn. Wel dient er op basis van de maatregelen uit het compromismodel (scherm in combinatie met raildempers) voor de overschrijding van de maximaal toelaatbare geluidbelasting voor railverkeerslawaai bij burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg een ontheffing te worden aangevraagd.

Naast deze maatregelen dient op basis van een goede ruimtelijke ordening, de meest noordelijk geprojecteerde woningen aan de Molenstraat verder van de weg te worden gepositioneerd. Met betrekking tot deze woning aan de Molenstraat dient bij de architectonische uitwerking het geluidniveau aan de westelijke zijgevel te worden beperkt.

Bij de bouwkundige uitwerking van de planwoningen met een geluidbelasting hoger dan 53 dB dient te worden aangetoond aan de geluidweringseisen van het Bouwbesluit wordt voldaan.

8.4.2 Akoestiek De Zomerkoning

In opdracht van de heer G.J.J.W. Robben is door AGEL adviseurs een akoestisch onderzoek uitgevoerd voor een planontwikkeling aan de Raadhuisstraat te Berkel-Enschot. De onderzoeksresultaten zijn opgenomen in de rapportage 'Akoestisch onderzoek projectplan De Zomerkoning te Berkel-Enschot, d.d 24 november 2010, met kenmerk 20090459-00, D02. Deze rapportage is als separate bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen.

Het ontwikkelingsplan ligt binnen het uitleggebied Overhoeken en betreft een particuliere ontwikkeling. De planlocatie is gesitueerd tussen de planontwikkelingsgebieden Hoge Hoek en Koningsoord. Met betrekking tot het weg- en railverkeerslawaai dient de geluidbelasting van gezoneerde wegen en de spoorbaan op de woningen van de ontwikkeling te worden bepaald. De geluidbelastingen dienen te worden getoetst aan de normen van de Wet geluidhinder. Volgens de Wet geluidhinder is akoestisch onderzoek noodzakelijk wanneer een bouwplan gelegen is binnen een geluidzone welke is aangewezen op grond van de Wet geluidhinder. Naast de aanwezigheid van verkeerswegen, is het projectplan in de directe nabijheid van de spoorlijn Tilburg – ’s-Hertogenbosch gesitueerd. Daarnaast dient in het kader van de Wet ruimtelijke ordening de kwaliteit van de akoestische omgeving inzichtelijk te worden gemaakt waarbij dient te worden getoetst aan het criterium voor een goed woon- en leefklimaat.

Met betrekking tot het geluid als gevolg van de horeca activiteiten dient de geluidbelasting op de geprojecteerde woningen in de aangrenzende plangebieden te worden bepaald. De geluidbelastingen dienen te worden getoetst aan de daarvoor geldende normstelling. Daarnaast is het akoestisch klimaat ter plaatse van het horeca gebied relevant. Omdat de exploitant erbij gebaat is om voor de klanten een acceptabel akoestisch klimaat aan te bieden dient het totaal van het weg- en railverkeerslawaai ter plaatse van het horeca gebied inzichtelijk te worden gemaakt.

Wegverkeerslawaai

Uit de rekenresultaten blijkt dat de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 48 dB als gevolg van het wegverkeer van de gebiedsontsluitingsweg bij geen van de 2 nieuwe woningen wordt overschreden. De hoogste geluidbelasting bedraagt 40 dB. Wel blijkt een overschrijding ter plaatse van de bestaande woning Raadhuisstraat 1 als gevolg van de geprojecteerde gebiedsontsluitingsweg. De overschrijding bedraagt maximaal 2 dB op verdiepingsniveau. De gebiedsontsluitingsweg wordt reeds voorzien van stil asfalt. Indien extra maatregelen niet doelmatig blijken is een hogere waarde noodzakelijk.

Railverkeerslawaai

Binnen het beschouwde traject worden er ten behoeve van het bestemmingsplan Hoge Hoek maatregelen genomen met betrekking tot het beperken van de geluidbelasting. Deze maatregelen betreffen het toepassen van een geluidsscherm met een tophoogte van 0,75 meter boven bovenkant spoorstaaf (bss), in combinatie met raildempers.

Uit de rekenresultaten blijkt dat in de situatie met scherm in combinatie met raildempers de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting voor railverkeer van 55 dB alleen bij de noordelijke woning met 1 dB wordt overschreden. De overschrijding vindt plaats op de zijgevel van de 3e bouwlaag.

Criterium goede ruimtelijke ordening

In het kader van een goede ruimtelijke ordening en tevens om te voldoen aan artikel 110a Wgh, is de gecumuleerde geluidbelasting inzichtelijk gemaakt. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat de kwaliteit van de akoestische omgeving voor de beide nieuwe woningen voor de eerste en tweede bouwlaag als goed kan worden geclassificeerd. De kwaliteit op de derde bouwlaag van de noordelijke woning is redelijk. Voor beide woningen is er sprake van een akoestisch aanvaarbaar woon- en leefklimaat.

Met betrekking tot de bestaande woningen blijkt dat de kwaliteit van de akoestische omgeving voor de woning Raadhuisstraat 1 voor de naar het spoor gerichte gevelzijden als tamelijk slecht dient te worden geclassificeerd. Voor de gevelzijden welke van het spoor af zijn gericht is de akoestische kwaliteit op begane grondniveau goed tot redelijk en op verdiepingsniveau redelijk tot matig.

Met betrekking tot de woning Raadhuisstraat 3 is de kwaliteit van de akoestische omgeving voor de naar het spoor gerichte gevelzijden redelijk tot matig en voor de gevelzijden welke van het spoor af zijn gericht goed tot redelijk.

Alle woningen beschikken over een geluidluwe gevelzijde.

Karakteristieke geluidwering

Voor de gemeente Tilburg is cumulatie ook aan de orde ten behoeve van de bepaling van de geluidbelasting voor de berekening van de karakteristieke geluidwering in het kader van de bepalingen in het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit eist een minimale karakteristieke geluidwering van 20 dB. Uitgaande van een grenswaarde van 33 dB voor het binnenniveau zullen bij een geluidbelasting hoger dan 53 dB mogelijk geluidwerende maatregelen noodzakelijk zijn. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat deze situatie bij de nieuwe woningen binnen het plangebied niet voorkomt.

Ontheffing Wet geluidhinder

Bij overschrijding van de ten hoogst toelaatbare geluidbelasting kan volgens de Wet geluidhinder onder bepaalde voorwaarden een hoger waarde worden vastgesteld, mits deze de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting niet overschrijdt. In de beleidsregels van de gemeente Tilburg is ondermeer opgenomen dat voor uitbreidingsgebieden aan de randen van bebouwde kommen van steden en dorpen in principe geen ontheffing toe wordt gestaan omdat in die situaties in beginsel alle mogelijkheden aanwezig zijn om aan de grenswaarde te voldoen. Het projectplan maakt onderdeel uit van een uitleggebied. Omdat het plan echter een particulier initiatief betreft binnen de begrenzing van het eigen perceel, houdt de redenering dat er binnen het plan voldoende mogelijkheden zijn c.q. genoeg ruimte aanwezig is om aan de grenswaarde te voldoen, geen stand. De ontwikkeling op zich is te kleinschalig om te investeren in maatregelen aan de weg of aan het spoor. Omdat ten behoeve van de realisatie van het plan Hoge Hoek geluidbeperkende maatregelen voorzien. Omdat deze maatregelen ook een effect hebben op de plan Zomerkoning zijn deze ook als uitgangspunt genomen. De maatregelen betreffen voor de gebiedsontsluitingsweg het toepassen van een stil asfalt type welke momenteel de hoogste geluidreductie oplevert en voor het spoor het toepassen van een geluidsscherm met een tophoogte van 0,75 meter boven bovenkant spoorstaaf (bss), in combinatie met raildempers.

Met betrekking tot de ontwikkeling vinden bij de 2 geprojecteerde nieuwe woningen geen overschrijdingen voor wegverkeer plaats. De hoogste geluidbelasting bedraagt 40 dB. Wel blijkt een overschrijding ter plaatse van de bestaande woning Raadhuisstraat 1 als gevolg van de geprojecteerde gebiedsontsluitings-weg. De overschrijding bedraagt maximaal 2 dB op verdiepingsniveau. Realisatie van deze weg is alleen toegestaan indien voldaan wordt aan het ontheffingenbeleid. Het realiseren van de gebiedsontsluitingsweg valt buiten het particuliere initiatief. In dit kader wordt verwezen naar het 'Akoestisch onderzoek weg- en railverkeer Hoge Hoek', d.d 28 oktober 2010, met kenmerk 20060434-01, D04, met aanpassing d.d 2 mei 2011 naar aanleiding van het raadsbesluit, d.d. 11 april 2011. Bij het ontwerp van de gebiedsontsluitingsweg is al rekening gehouden met het toepassen van stil asfalt. Uit modelberekeningen blijkt dat een scherm met een hoogte van 2,50 meter noodzakelijk is om aan de grenswaarde te voldoen. Deze hoogte leidt tot stedenbouwkundig bezwaren. Omdat geen ruimte is om het wegtracé te verschuiven blijkt dat geluidbeperkende maatregelen aan de gebiedsontsluitingsweg niet toepasbaar zijn zodat een hogere waarde noodzakelijk is. Hierbij dient te worden onderzocht of de karakteristieke geluidwering van de woning aan de eisen van het Bouwbesluit voldoet. Eventuele gevelmaatregelen komen ten laste van de initiatiefnemer van de gebiedsontsluitingsweg.

Uit de rekenresultaten blijkt dat als gevolg van het railverkeer de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 55 dB alleen bij de noordelijke woning met 1 dB wordt overschreden. De overschrijding vindt plaats op de zijgevel van de 3e bouwlaag.

Conform het ontheffingenbeleid zijn de mogelijkheden m.b.t. bron- en overdrachtsmaatregelen nader onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat het treffen van geluidbeperkende maatregelen niet doelmatig zullen zijn. Omdat voldaan wordt aan de gestelde criteria van het gemeentelijke ontheffingenbeleid kan op basis van de onderzoeksresultaten voor de ontwikkeling bij Burgemeester en Wethouders van de gemeente een ontheffing van de ten hoogst toelaatbare geluidbelasting worden aangevraagd.

Geluidbelasting als gevolg van activiteiten van de ontwikkeling

De geluidbelasting op woningen van derden als gevolg van de activiteiten van de inrichting wordt in hoofdzaak veroorzaakt door het stemgeluid terrasbezoekers, spelende kinderen in de speeltuin, installaties en parkeerbewegingen van bezoekers en leveranciers.

In het kader van de milieuwetgeving vindt beoordeling van de geluidbelasting plaats op basis van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit).

Omdat er sprake is van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling met geluidbelastende activiteiten dient in dat kader ook een beoordeling plaats te vinden op basis van een goede ruimtelijke ordening. Omdat hiervoor geen wettelijke normering is vastgesteld wordt gebruik gemaakt van de systematiek uit de VNG publicatie Bedrijven en milieuzonering. Voor de ontwikkeling dient in dat verband te worden getoetst aan de richtafstanden voor restaurants en voor speeltuinen waarbij de richtafstand voor speeltuinen als maatgevend kan worden beschouwd. Met betrekking tot de speeltuin wordt aangesloten bij de afstanden voor geluid zoals aangegeven bij kinderopvang of kinderboerderijen waarbij de maximale richtafstand 30 meter bedraagt. Deze richtafstand is gebaseerd op het omgevingstype rustige woonwijk. Indien sprake is van het omgevingstype gemengd gebied kunnen de richtafstanden met één afstandsstap tot 10 meter worden verkleind. Uit een nader beschouwing van de plaatselijke akoestische kwaliteit van het beoordelingsgebied blijkt dat dient te worden uitgegaan van een omgevingstype rustige woonwijk waarbij als richtafstand 30 meter geldt. Uit de afstanden tot de dichtstbijzijnde woningen blijkt dat deze richtafstand wordt overschreden zodat uit een akoestisch onderzoek dient te blijken dat de geluidbelasting ter plaatse van de omliggende woningen als gevolg van de activiteiten van de ontwikkeling de richtwaarden welke behoren bij deze gebiedstypering niet zal overschrijden

Voor het inzichtelijk maken van de geluidemissie is de representatieve bedrijfssituatie beschouwd welke is gebaseerd op het exploitatieplan van de ontwikkeling. ls uitgangspunt is gesteld dat de noordelijke en oostelijke begrenzing van het horecagedeelte wordt voorzien van een scheidingsmuur met een hoogte van 2 meter. Ter beperking van piekgeluiden op de parkeerplaatsen dient de parkeervoorziening aan beide kopse zijden te worden voorzien van een afschermende wand met een hoogte van 1 meter. Uit de berekeningsresultaten van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau blijkt dat de richtwaarden voor de dag en avondperiode niet worden overschreden. De hoogste waarde bedraagt 42 dB(A) voor de dagperiode en 38 dB(A) voor de avondperiode. Uit de berekeningsresultaten van het maximaal geluidniveau blijkt dat de richtwaarden voor de dagperiode en de avondperiode alleen ter plaatse van een planwoning van Koningsoord met 2 dB wordt verschreden. De overschrijding in de dagperiode wordt veroorzaakt door een vrachtwagen van leveranciers ten behoeve van het laden en lossen. Omdat deze plaatsvindt in de dagperiode kan deze voor toetsing worden uitgesloten. De overschrijding in de avondperiode wordt veroorzaakt door het sluiten van autoportieren op de 4 dichtstbijzijnde parkeervakken van de parkeervoorziening van de Zomerkoning. Omdat blijkt dat met betrekking tot de piekniveaus stap 2 van de VNG systematiek niet toereikend is, is voor woningen gelegen in een rustige woonwijk een maximale geluidbelasting mogelijk van 70 dB(A) etmaalwaarde voor het maximaal geluidniveau, ofwel 65 dB(A) voor de avondperiode. In deze concrete situatie wordt deze geluidbelasting acceptabel geacht omdat de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus wel passend zijn bij een rustige woonwijk en omdat de piekniveaus voldoen aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit (deze waarden door de wetgever als akoestisch aanvaardbaar worden geacht). Tevens beschikken de woningen die worden belast met de piekniveaus een geluidluwe achterzijde. Uit de berekeningsresultaten voor indirecte hinder blijkt dat het equivalent geluidniveau de richtwaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde, niet overschrijdt. De hoogste berekende waarde bedraagt 49 dB(A).

Akoestisch klimaat ter plaatse van het horeca gebied

De exploitant is erbij gebaat om voor de klanten een acceptabel akoestisch klimaat aan te bieden waarbij het weg- en railverkeerslawaai zoveel mogelijk dient te worden beperkt. Uitgaande van de gehanteerde rekenmodellen voor weg- en railverkeer is voor het horeca binnengebied het gecumuleerd geluidniveau als gevolg van weg- en railverkeer bepaald voor een beoordelingshoogte van 1,50 meter voor de dag- en avondperiode. De akoestische kwaliteit bij het terras van de brasserie kan als goed tot redelijk worden beschouwd en bij het terras bij de Raadhuisstraat 1 als matig. In de avondperiode is de akoestische kwaliteit iets beter dan in de dagperiode. Het plaatsen van schermen op de terrassen kan de akoestische kwaliteit lokaal worden verbeterd.

Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de realisatie van de ontwikkeling voor wat betreft geluid, na het volgen van een hogere waardeprocedure voor het aspect railverkeerslawaai, binnen het kader van de wet- en regelgeving mogelijk is.