Plan: | Hoge Hoek |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2009045-e001 |
Externe veiligheid maakt de risico's inzichtelijk en verwoord deze in de verantwoordingsparagraaf. In dit plan gaat het om het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor en door buisleidingen. Hiervoor is een verantwoordingsparagraaf opgesteld dat is opgenomen in het veiligheidsrapport in de bijlage. In de beleidsvisie externe veiligheid die door de raad is vastgesteld op 8 maart 2010 is bepaald dat totdat het Basisnet voor het spoor van kracht is er voor het spoor de beleidsregels worden gehanteerd uit koersen op veilig. Dit betekent dat er geen ontwikkelingen binnen 29 meter uit het hart van het spoor zullen plaatsvinden. Uit financiële overwegingen is in dit plan voor twee bouwblokken afgeweken van dit beleidsuitgangspunt. In overleg met de initiatiefnemer en op advies van de brandweer is om de veiligheid voor deze bouwblokken vanwege deze korte afstand vergroot door de geveldelen volledig 60 minuten brandwerend uit te voeren.
Uit onderzoek (Bijlage 8: Onderzoek Externe Veiligheid, Plangebied 'Hoge Hoek' te Berkel-Enschot, 20060434-01 Definitief / 02 d.d. 18 maart 2010 ) is gebleken dat hier sprake is van een toename van het groepsrisico. Er is dan ook invulling gegeven aan de verantwoordingsplicht.
In de verantwoording zijn de volgende conclusies getrokken:
Personendichtheid invloedsgebied
Door de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling binnen het plangebied 'Hoge Hoek' is sprake van een toename van 346 personen in de dagperiode en 658 personen in de nachtperiode. Uit de berekening van het groepsrisico blijkt dat er ten opzichte van de ontwikkelingen zonder bijdrage plangebied sprake is van een lichte toename van het groepsrisico. Er is echter geen sprake van een overschrijding van de oriëntatiewaarde.
In het basisnet spoor worden maatregelen genomen die de veiligheid op het spoor verbeteren. Wel zal transport van gevaarlijke stoffen over het spoor ook in de toekomst plaatsvinden. Uitgangspunt is dat de risico's rondom het spoor gelijk blijven aan de de prognosecijfers uit 2003.
Verlagen van de personendichtheid en daarmee het wijzigen van de verkaveling is geen reële maatregel mede vanuit financiële onderbouwing van de planontwikkeling alsmede het streven naar een zuinig ruimtegebruik.
Zelfredzaamheid
Ten aanzien van de verantwoording van de zelfredzaamheid kan het navolgende worden opgemerkt:
Bestrijdbaarheid
Voor de bestrijdbaarheid dient de locatie voor hulpdiensten goed bereikbaar te zijn. Zowel evenwijdig aan de spoorlijn als de buisleiding loopt een wijkontsluitingsweg. De risicobron is derhalve van twee zijde benaderbaar. Daarnaast biedt de beschikbare verkeersfunctie in het plangebied voldoende opstelmogelijkheden voor de voertuigen van de hulpdiensten. Ten aanzien van de vereiste bluswatervoorzieningen zal in de uitwerking van het plangebied de primaire en secundaire bluswatervoorzieningen worden aangelegd. Hierover zal overleg plaatsvinden met de regionale brandweer.
In het preadvies is door de brandweer aangegeven dat ten aanzien van de opkomsttijd sprake is van een overschrijding van de huidige zorgnorm. In de nabije toekomst wordt deze zorgnorm voor nieuwbouwwoningen verruimd naar 10 minuten. Aan deze aangepaste norm kan voldaan worden. De bereikbaarheid van het plangebied en de risicobronnen worden door de brandweer als goed aangemerkt. Ten aanzien van de hulpverleningscapaciteit is in het preadvies aangegeven dat de Brandweer Midden en West-Brabant voldoende is ingericht om binnen het eerste uur materieel te kunnen leveren om de ramp te bestrijden.
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen via buisleidingen is op 17 september 2010 het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in het Staatsblad gepubliceerd. Bij nader Koninklijk besluit zal dit in werking treden. De verwachting is dat dit per 1 januari 2011 zal plaatsvinden.
Vooruitlopend op de inwerktreding van dit besluit wordt voor de boordeling van de externe veiligheid van transportleidingen met brandbare vloeistoffen uitgegaan van de brief van 5 augustus 2008 van het ministerie van VROM, externe veiligheid en transportleidingen met brandbare vloeistoffen K1K2K3 in de interimperiode".
Aan de noordelijke zijde van het plangebied liggen 2 hogedruk olieleidingen van Rotterdam-Rijn Pijpleiding. Daarnaast ligt aan de noordoostelijke zijde, buiten het plangebied op ongeveer 85m van de geplande woningebouw een hogedrukaardgasleiding. De hogedrukaardgasleiding ligt op zodanige afstand dat het plangebied buiten het effectgebied ligt. Deze is dan ook verder buiten beschouwing gelaten.
Het leidingtracé omvat twee buisleidingen:
Leiding | Diameter (Inch) | Druk (bar) | PR contour |
RRP (hogedruk olie-leiding) | 24 | 62 | 26m |
RRP (hogedruk olie-leiding) | 36 | 43 | 33m |
Binnen de PR contour mag niet worden gebouwd. Deze zone is op de kaart weergegeven, binnen deze zone is bouwen ten behoeve van (beperkt) kwetsbare functies niet mogelijk.Het invloedsgebied van het leidingtracé bedraagt 80 meter. Binnen dit invloedsgebied zijn 10 woningen geprojecteerd.
Uit de beoordeling van de risicokaart blijkt dat er in de omgeving nog een tweetal risicobronnen voorkomen. Dit betreft een LPG tankstation gelegen aan de Durendaelweg 14. Het tankstation is gelegen op een afstand van ca. 350 meter van de grens van het plangebied. Het plangebied is daarmee ruim gelegen buiten het wettelijk vastgestelde invloedsgebied van 150 meter. Daarnaast is het plangebied gelegen buiten de 1% letaliteit grens van het tankstation. Deze afstand bedraagt ca. 320 meter.
Aan de Hoolstraat 2 is gelegen een gasdrukregel- en meetstation. Deze activiteit valt onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. Op basis hiervan is geen sprake van een inrichting die valt onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. De afstand van het station tot het plangebied bedraagt 150 meter.
Op basis van de beoordeling van de risicokaart kan gesteld worden dat er geen relevante inrichtingen in de omgeving van het plangebied aanwezig zijn die ten aanzien van externe veiligheid een beperking geven voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling.
Met betrekking tot externe veiligheid kan worden aangegeven dat de personendichtheid tijdens een evenement ter plaatse sterk wordt verhoogd. Echter, daar deze evenementen niet op structurele basis plaatsvinden, zal dit geen invloed hebben op het groepsrisico. Immers, de kans op een ongeval blijft gelijk en het aantal aanwezige personen binnen het invloedsgebied van een gevaarlijke stof zal op jaarbasis niet significant verhogen door incidentele evenementen.
Op 1 maart 2002 is het Vuurwerkbesluit (Besluit van 22 januari 2002, Staatsblad 33 (2002), houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk,) van kracht geworden. Binnen dit besluit is zowel de regelgeving voor consumentenvuurwerk als die voor professioneel vuurwerk in één nieuwe algemene maatregel van bestuur (AMvB) geïntegreerd. Het Vuurwerkbesluit beoogt de gehele keten van het invoeren dan wel vervaardigen of assembleren, verhandelen, uitvoeren, opslaan, bewerken en afsteken van vuurwerk te reguleren, met inbegrip van bepaalde vervoershandelingen met vuurwerk.
In het Vuurwerkbesluit zijn veiligheidsafstanden opgenomen die in het kader van de vaststelling van besluiten in de sfeer van de ruimtelijke ordening en bij de beslissing op een aanvraag om een milieuvergunning in acht moeten worden genomen. Op grond van artikel 4.2 van het Vuurwerkbesluit moeten de in bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit opgenomen veiligheidsafstanden van bewaarplaatsen en bufferbewaarplaatsen ten opzichte van kwetsbare en geprojecteerd kwetsbare objecten in acht worden genomen bij:
In aansluiting op bovenstaande eis dient binnen de nieuw op te stellen bestemmingsplannen rekening te worden gehouden met bestaande verkooppunten en opslagen van consumentenvuurwerk en indien voorkomend binnen het plangebied met de opslag van professioneel vuurwerk. Op basis van de veiligheidsafstanden in het Vuurwerkbesluit is het niet mogelijk om professioneel vuurwerk op te slaan (en te bewerken) in Tilburg. Er zal dan ook geen medewerking worden verleend aan nieuwvestiging van vuurwerkbedrijven voor opslag en bewerking van professioneel vuurwerk in het plangebied.