Plan: | Buitengebied De Voorste Stroom |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2008029-e001 |
In het gebied komen verschillende grondwaterstanden voor die verband houden met de bodemopbouw en het grondgebruik. In het dal van de Voorste Stroom komen brede natte zones voor waarin het grondwater in natte perioden tot op een halve meter beneden maaiveld wordt aangetroffen. Er zijn ook locaties te vinden waar de grondwaterstand soms dieper ligt dan 1 meter beneden maaiveld. Hier is een verklaring voor te geven vanuit het watersysteem doordat het bestemmingsplangebied is op te delen in drie zones:
In het bestemmingsplangebied komen de volgende oppervlaktewateren voor (zie ook figuur 3e):
Wilhelminakanaal (1)
Het Wilhelminakanaal heeft een belangrijke functie voor de scheepvaart en voor recreatie. Het Wilhelminakanaal vormt de westgrens van het plangebied en valt gedeeltelijk samen met de gemeentegrens. Het kanaal vormt een barrière tussen het centrum en Moerenburg. Het kanaal is in het Provinciaal Waterhuishoudingsplan 2 aangewezen als ecologische verbindingszone. De taak voor realisatie van deze ecologische verbindingszone ligt bij Rijkswaterstaat.
De Voorste Stroom (2) en de Nieuwe Leij (3)
De Voorste Stroom is een laaglandbeek. De beek komt via een duiker onder het Wilhelminakanaal in Moerenburg. Tussen het Wilhelminakanaal en de Korvelse Waterloop heeft de beek de naam De Nieuwe Leij. De beek loopt vervolgens door het zuidelijke gedeelte van het gebied Moerenburg en verdwijnt met een duiker onder de A65 uit het gebied. De beek wordt voornamelijk gevoed door grondwater, afstromend oppervlaktewater en hemelwater over de gehele lengte van de beek. Door het geringe hoogteverschil bezit de beek een relatief lage stroomsnelheid, een zandige bodem en een sterk meanderende loop.
De Voorste Stroom werd tot voor kort ook gevoed door het effluent (gezuiverd water) van de RWZI Oost. De RWZI is vervangen door een rioolgemaal met helofytenfilter. Er stroomt hierdoor minder vaak water naar de Voorste Stroom. De verwachting is dat de kwaliteit van het water in de Voorste Stroom hierdoor verbetert, waardoor positieve effecten ontstaan voor mens en natuur.
Figuur 3e: oppervlaktewater in het bestemmingsplangebied
De Oude Leij (4)
De Oude Leij wordt gevoed door grondwater, afstromend oppervlaktewater en hemelwater. De Leij heeft langs delen van haar loop haar natuurlijke morfologie verloren en is ingericht als 'landbouwkundige sloot'. De Oude Leij (4) stroomt ter hoogte van de Meierijbaan in de Nieuwe Leij (3).
Korvelse Waterloop (5)
De Korvelse Waterloop ontsprong oorspronkelijk in wat nu het stadscentrum van Tilburg is. Op dit moment begint de waterloop bij het Rioolgemaal Moerenburg en eindigt in de Voorste Stroom ter hoogte van de Koebrugseweg. Het profiel wordt gevormd door een damwandconstructie met stalen balken. De waterloop vormt een overloop voor het rioolstelsel bij grote regenval. Tevens voert de beek de door het helofytenfilter gezuiverde water af richting de Voorste Stroom. De afvoer van effluent van de RWZI via de Korvelse Waterloop had een slechte invloed op de waterkwaliteit. De waterkwaliteit zal in de toekomst verbeteren doordat er vanaf oktober 2004 geen effluent meer via de Korvelse Waterloop wordt afgevoerd. Door de gewijzigde functie van de RWZI-Oost dient ook de Korvelse Waterloop nog deels te worden aangepast.
De Zwarte Rijt (6)
De Zwarte Rijt is een relatief kleine waterloop die in het bestemmingsplangebied uitkomt in de Voorste Stroom. De Zwarte Rijt loopt in tegenstelling tot de Voorste Stroom niet in west-oost richting maar in noord-zuid richting. De Zwarte Rijt wordt gevoed door grondwater en afstromend hemelwater. Oorspronkelijk lag het begin van deze loop ter hoogte van het Wilhelminapark.
Waterplassen (7, 8 en 9)
Er liggen een aantal waterplassen in het bestemmingsplangebied. De grootste plassen zijn ontstaan als zandwinplassen ten behoeve van de bouw van knooppunt de Baars (7 en 8). Verder is er nog een aantal vennen in het gebied te vinden. Vennen zijn van oorsprong ondiepe geïsoleerde plassen met een licht zuur en weinig voedselrijk karakter. De waterstand is voor een belangrijk deel afhankelijk van neerslag en verdamping. Een bijzonder element in het gebied is het Grollengat (9), mogelijk een oude molenvijver.
Rioolgemaal Moerenburg (10)
In 1932 besloot de Tilburgse gemeenteraad al het afvalwater dat afgewaterd werd op het riviertje de Leij te reinigen. Vijf jaar later werd de zuiveringsinstallatie in Tilburg-Oost in gebruik genomen. Inmiddels is de rioolwaterzuivering Tilburg-oost verbouwd tot rioolgemaal. Dit gemaal is het verzamelpunt voor rioolwater van het centrum. Via een persleiding wordt het rioolwater vervolgens getransporteerd naar de RWZI Tilburg-Noord. Tijdens hevige regenval wordt een deel van de aanvoer ter plaatse van het rioolgemaal in eerste instantie in twee buffertanks opgevangen en in tweede instantie in een helofytenbuffer opgeslagen en gezuiverd. De eerste fase hiervan is gerealiseerd. De realisatie van de tweede fase wordt op dit moment technisch en landschappelijk uitgewerkt.