Plan: | Buitengebied De Voorste Stroom |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2008029-e001 |
In deze paragraaf worden de archeologische waarden, belangrijke historische elementen, en gebouwen met historische waarde (monumenten) in het bestemmingsplangebied beschreven.
In bestemmingsplannen moet aandacht worden besteed aan de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden (zie par. 3.1.4 Verdrag van Valletta/Malta). Hierbij dient niet alleen rekening te worden gehouden met bekende archeologische waarden, maar ook met de te verwachten waarden.
De Rijksdienst van Oudheidkundig Bodemonderzoek heeft reeds bekende archeologisch waardevolle gebieden aangegeven op de Archeologische Monumentenkaart (AMK). Deze gebieden zullen in het bestemmingsplan worden beschermd als 'Waarde - Archeologie'.
Ook de provincie heeft gebieden aangewezen die naar verwachting archeologisch waardevol zijn. Verder komen drie archeologische monumenten in het plangebied voor. Bij voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen in gebieden met een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde dient de verstoorder door middel van een vooronderzoek na te gaan of, en waar, zich archeologische waarden in de bodem bevinden.
In het bestemmingsplan is bij de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' een aanlegvergunningstelsel opgenomen ter bescherming van archeologische waarden.
Trappistenklooster
Zuidelijk in het plangebied, in het gebied Torentjeshoeve, is het trappistenklooster en de bijbehorende bebouwing te vinden, bestaande uit een brouwerij, poortgebouw, abdijkerk, klooster, kapittelzaal, refter/bibliotheek en een kerkhof met kerkhofkapel; alle van cultuurhistorische waarde.
Het trappistenklooster is ontstaan nadat in 1881 de paters trappisten zich vestigden in Berkel-Enschot in een drietal voormalige hoeven van koning Willem II. Deze hoeven ontvingen zij als geschenk van de Tilburgse lakenverver Caspar Houben.
Aanvankelijk leefden de paters Trappisten van de landbouw en veeteelt. De inkomsten waren niet voldoende om van te leven. Omdat één van de broeders een zoon was van een Duitse brouwer, werd in 1884 besloten om over te schakelen op het brouwen van trappistenbier.
De brouwerij werd al snel in de volksmond naar één van de hoeven 'De Schaapskooi' genoemd. Het klooster werd onderhouden door de inkomsten van het brouwen.
De huidige abdij (kerk en klooster) van O.L. vrouw van Koningshoeven is gebouwd in de jaren 1891-1893.
De brouwerij bleef maar groeien. Totdat de brouwerij volgens de oprichter te commercieel geworden was. De apparatuur werd verkocht en het pand werd verhuurd aan brouwerij Artois. In 1979 werd de huurovereenkomst niet verlengd en kochten ze de apparatuur voor een gedeelte weer terug.
De brouwerij 'De Schaapskooi', is nog een van de zeven bestaande trappistenbrouwerijen. De andere zes staan in België. Sinds 2007 werkt de brouwerij samen met Bavaria. Omdat het brouwproces onder toezicht van de paters trappisten staat, mag het bier nog steeds trappistenbier worden genoemd.
Huize Moerenburg
In het verleden was er in het gebied 'Huize Moerenburg' te vinden. Dit was in eerste instantie een hoeve. Vanaf 1384 doet het huis dienst als pastorie. Deze eerste pastorie van Tilburg viel onder de Tongerlose Abdij. In het begin van de 17e eeuw vond de reformatie plaats. Het protestantse geloof werd het landelijke geloof. Alle kerken en toebehoren werden eigendom van de protestanten. Zo ook de pastorie Moerenburg.
In 1750 is het huis zo bouwvallig geworden, dat het werd gesloopt. De enige bestaande herinneringen zijn een restant van de linkergracht, thans een laagte in het weiland tegenover het clubhuis van voetbalvereniging Were Di, twee schilddragende stenen leeuwen en een 18e eeuws schilderij. In augustus 2005 zijn de resten van de fundering van Huize Moerenburg gevonden op de gronden van het RWZI-terrein. Na het archeologische onderzoek zijn de restanten weer toegedekt.
De locatie van Huize Moerenburg zal in het bestemmingsplan worden aangeduid als 'Archeologisch-monument'.
Historisch landschap
Er is een aantal historische groenstructuren in het gebied te vinden. Deze komen met name voor in het beekdal van de Voorste Stroom in de vorm van broekbossen en op de grens tussen het beekdal en de dekzandrug, bij het trappistenklooster en bij de Hoevenseweg in de vorm van laanbeplanting en perceelsrandbegroeiing.
Het broekbos bij het Grollegat wordt op de Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant aangemerkt als een relatief gaaf beekdallandschap uit 1880-1893. De percelering van het beekdal stamt uit de 16e eeuw.
De historische groenstructuren tussen de Moerenburgseweg, de Korvelse Waterloop en de Kommerstraat zijn onderdeel van een relatief gaaf cultuurlandschap uit de periode 1850-1900, met begroeiing van wilg, schietwilg, eik en els. De perceelsrandbegroeiing wordt op meerdere plaatsen in het gebied aangetroffen, maar is hier nog van relatief gave waarde.
Ook zijn er gebieden met hoge historische geografische waarde in het gebied te vinden. Hieronder valt het Wilhelminakanaal dat in 1923 werd voltooid, de Bosscheweg en het gebied rondom het trappistenklooster.
Voormalige Rioolwaterzuivering
De voormalige rioolwaterzuiveringsinstallatie Tilburg-Oost die in het plangebied te vinden is, is de eerste (1937) biologische waterzuivering van Nederland en vervulde daarmee een pioniersrol. De zuivering is een beschermd rijksmonument en heeft veel informatieve waarden, doordat de procesgang van de waterzuivering goed te volgen is in de verschillende objecten. Verder zijn er in de architectonische stijl van de gebouwen elementen van het 'Nieuwe Bouwen' terug te vinden.
Waterlopen
De Voorste Stroom, de Korvelse Waterloop en de Leij zijn cultuurhistorische elementen. Deze beken zijn op natuurlijke wijze in het gebied ontstaan. De Korvelse Waterloop mondt nu bij de Koebrugseweg, de voormalige Veedijck, uit in de Leij. Voorheen kruiste de Korvelse Waterloop de Veedijck om circa 100 meter ten westen van de Zwarte Rijt in de Leij uit te komen. De Korvelse Waterloop heeft momenteel een damwandconstructie met stalen balken. Van oudsher had deze waterloop de functie om water uit de voormalige RWZI af te voeren naar de Voorste Stroom.
Ook de loop van de Zwarte Rijt is als cultuurhistorisch element te beschouwen; deze waterloop heeft namelijk eeuwen lang gefungeerd als grens tussen de parochies Tilburg en Oost-Tilburg en in de 19e en 20ste eeuw tussen de gemeenten Berkel-Enschot en Tilburg.
Infrastructuur
In het gebied zijn allerlei vormen van infrastructuur te vinden, van zandweg tot snelweg. De zandwegen maken deel uit van Tilburgse oudste infrastructuur en dateren van voor de Middeleeuwen. De Oisterwijksebaan en de Broekstraat zijn daar een voorbeeld van. Zij zijn nog herkenbaar als bebouwingslint en verbinden Moerenburg al van oudsher met de stad.
In het bestemmingsplangebied ligt een aantal gebouwen met historische waarde. In hoofdstuk 7 onder 7.5 'Cultuurhistorisch waardevolle objecten en structuren' wordt hierop nader ingegaan.