Plan: | Buitengebied Landgoederenzone Bredaseweg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2008026-e001 |
In het plangebied spelen verschillende natuur-, water- en milieuaspecten een rol van betekenis. Een groot deel van deze aspecten ligt in het verlengde van de landschappelijke onderlegger. Genoemde aspecten hebben een sterke relatie met het natuur-, water- en milieubeleid. In deze paragraaf wordt voorliggend ruimtelijk beleid afgewogen in relatie tot de natuur-, water- en milieuaspecten ofwel omgevingsaspecten.
Natuurparagraaf
Ruimtelijke plannen moeten expliciet rekening houden met aanwezige natuurwaarden. Deze waarden zijn als zodanig vastgelegd in Europees beleid, rijksbeleid en provinciaal beleid. Hieronder wordt aangegeven hoe er in dit plan rekening is gehouden met ecologische structuren, belangrijke gebieden en belangrijke soorten. Dit plan regelt alleen aanvullend op natuurbeleid.
Bij de vaststelling van de begrenzing van de GHS zijn actuele en potentiële natuurwaarden van belang voor het bepalen van de status van een gebied. Gebieden met een hoge actuele natuurwaarde worden daarbij begrensd als "natuurparel" of "overig bos- en natuurgebied". Naast de actuele kwaliteit spelen potentiële natuurwaarden een rol bij het bepalen van de status, bijvoorbeeld als "natuurontwikkelingsgebied" of als "ecologische verbindingszone". Daarnaast zijn er landbouwgronden waar gestreefd wordt naar behoud dan wel ontwikkeling van leefgebieden van kwetsbare soorten, die begrensd dienen te worden als "leefgebied kwetsbare soorten". Deze beoordeling t.b.v. deze begrenzing vindt plaats op basis van de door de provincie vastgestelde criteria. Om deze reden is een landschapsecologische visie op het plangebied van belang. Deze visie en een beoordeling van de begrenzing zijn door Ecologisch Adviesbureau Cools uitgevoerd en in het rapport Quick scan natuurwaarden Landgoederenzone
In paragraaf 2 is een overzicht opgenomen van de bestaande natuurwaarden in het plangebied. Deze waarden hangen nauw samen met de aanwezigheid van een afwisseling van bossen, landgoederen, open ruimten zoals landbouwenclaves en lokaal open water. De verschillende daarin te onderkennen eenheden vormen tezamen de basis van de landschapsecologische structuur binnen het plangebied.
De actuele en potentiële natuurkwaliteit in het plangebied wordt daarnaast bepaald door de aanwezigheid van waardevolle natuur- en bosgebieden in de omgeving van het plangebied. In het bijzonder gaat het daarbij om de gebiedsdelen Drijflanen, Kaaistoep/De Blaak, de eigendommen van de TWM en de heringerichte Dongezone (Reeshof). Tezamen met het plangebied is sprake van een relatief groot aaneengesloten bos- en natuurgebied.
In het plangebied bevinden zich uiteenlopende typen bos, waaronder monotone naaldboscomplexen, beukenbossen en gevarieerde, structuurrijke loofbossen. Vooral delen van de landgoederen (veelal rondom bebouwing) en enkele afzonderlijke bospercelen zijn vanuit de actuele natuurkwaliteit (bosflora, broedvogels en vleermuizen) belangwekkend.
De overgang van bos naar grasland is op veel plaatsen vrij abrupt. Hierdoor ontbreekt een belangrijke ecologische gradiënt via struweel en ruigte naar grasland. Lokaal is er wel sprake van een dergelijke waardevolle overgang, zoals plaatselijk langs het Bels Lijntje, lokaal langs de Donge/Oude Leij, op verschillende landgoederen en op het terrein van Amarant. Deze gebiedsdelen zijn dan ook van belang voor vogels, vlinders, reptielen en planten.
Waardevolle graslanden zijn in het plangebied feitelijk niet aanwezig. Lokaal bevinden zich binnen het gebied wel extensief beheerde graslanden zoals op Landgoed Heidepark, in het westelijk deel van de Drassige Driehoek, langs de spoorlijn, ten noorden van Wildrijk en rond Amarant. In de Drassige Driehoek alsmede langs de spoorlijn is tevens sprake van waardevolle ruigte.
De overige graslanden en akkers in het plangebied zijn intensief in gebruik bij de landbouw. In perceelsranden en sloten langs de Donge/Oude Leij en in het bijzonder in de Drassige Driehoek komen echter wel enkele bijzondere aandachtsoorten voor. Vermeldenswaardig is ook het heiderestant De Gaas. Het betreft het enige heideveldje in het plangebied, dat van belang is voor reptielen en struweelvogels. Voor de rest komen er verspreid langs bermen, bospaden en in het bijzonder langs het Bels Lijntje heideachtige vegetaties voor.
De open wateren binnen het plangebied bestaan uit de Donge/Oude Leij, diverse vijvers en enkele poelen en vennen. Deze wateren zijn met name van belang voor vissen, amfibieën en libellen. Vooral voor amfibieën en in mindere mate voor libellen is ook de directe omgeving van het water van belang als foerageer- en overwinteringsgebied.
Op basis van de actuele natuurwaarden in het plangebied en op grond van verwachtingen omtrent potentiële ontwikkelingen, is voor het bestemmingsplangebied een voorstel voor de nadere begrenzing van de Groene Hoofdstructuur (GHS) vastgelegd. In navolging van de systematiek uit het streekplan is daarbij de indeling in de categorieën "natuurparel", "overig bos- en natuurgebied", "ecologische verbindingszone", "leefgebied kwetsbare soorten" en "natuurontwikkelingsgebied" gehanteerd. In het plangebied komen de categorieën "natuurparel", "overig bos- en natuurgebied", "ecologische verbindingszone" en "leefgebied kwetsbare soorten" voor. Deze categorieën zijn echter niet één op één in gelijknamige bestemmingen te vatten. De verschillende onderdelen van GHS zijn als volgt op de plankaart weergegeven:
Bos en Natuur: de categorieën "natuurparel" en "overig bos- en natuurgebied" zijn vertaald in de bestemmingen Bos en Natuur. De natuurparels betreffen de poelen gelegen in het noordelijk deel van de Oude Warande, in het gebied Heidepark en in het Wilmabos. Deze gebieden zijn van belang vanwege het voorkomen van diverse soorten amfibieën (o.a. vinpootsalamander en noordelijke kamsalamander) en bijzondere plantensoorten. Het beleid voor deze natuurparels is zowel gericht op bescherming van de bestaande waarden als op ontwikkeling van deze bijzondere natuurwaarden. Daarnaast behoren alle bossen en overige wateren met natuurwaarden zoals die momenteel voorkomen binnen het plangebied tot de categorie "overige bos- en natuurgebied".
Ook de categorie "ecologische verbindingszone" is opgenomen binnen de bestemmingen bos en natuur. De Donge/Oude Leij is in het plangebied aangewezen als ecologische verbindingszone. Binnen de bestemmingen bos en natuur bestaat de mogelijkheid om een natte ecologische verbindingszone met een gemiddelde breedte van 25 meter en het gewenste natuurlijke herstel van de beekloop te realiseren. Hier is het beleid gericht op het ontwikkelen van "natte natuur".
Agrarisch met landschappelijke en natuurwaarden: de categorie "leefgebied kwetsbare soorten" is vertaald in de bestemming "agrarisch met landschappelijke en natuurwaarden". Deze categorie bestaat namelijk vooral uit landbouwgronden waar gestreefd wordt naar het behoud dan wel de ontwikkeling van leefgebieden van veelal minder algemene tot en met zeldzame planten of dieren, die hoge eisen stellen aan de inrichting en het gebruik van hun omgeving. Ten behoeve van amfibieën betreft het in dit plangebied
de weilanden en grasvelden, poelen, ruigten en omringende bosdelen in Heidepark (noordelijke kamsalamander, vinpootsalamander, kleine watersalamander, groene en bruine kikker, gewone pad);
de poel en omringende bosdelen in het Wilmabos (vinpootsalamander);
de poel in het noordelijk deel van de Oude Warande (vinpootsalamander).
Ten behoeve van planten betreft het in dit plangebied:
De gebiedsdelen die reeds binnen de categorieën "natuurparel" en "overig bos- en natuurgebied" vallen zijn opgenomen binnen de bestemmingen bos en natuur.
Naast de landbouwgebieden in de Drassige Driehoek en het Heidepark die op basis van actuele gegevens kunnen worden aangemerkt als de categorie "leefgebied kwetsbare soorten" worden ook de landbouwgebieden in het Leijbos, Dongewijk en Prinsenhoef bestemd als Agrarisch met landschappelijke en natuurwaarden t.b.v. de ontwikkeling als leefgebied kwetsbare soorten.
Ten aanzien van de in de 'Quick scan natuurwaarden Landgoederenzone' weergegeven streefbeelden voor natuurontwikkeling wordt expliciet bedoeld dat deze ontwikkelingen vanuit ecologisch oogpunt zouden kunnen plaatsvinden indien activiteiten (in het bijzonder sportactiviteiten) zouden worden beëindigd. Het bestemmingsplan 'Buitengebied Landgoederenzone Bredaseweg' schept geen kader om bestaande sportactiviteiten uit het gebied te weren dan wel te beëindigen.
Voor de hierboven genoemde verschillende onderdelen van de GHS zijn diverse inrichtingsmaatregelen denkbaar om tot de gewenste natuurdoeltypen voor de gebiedsdelen te komen. Deze maatregelen kunnen van belang zijn bij de instandhouding en verdere ontwikkeling van de natuurwaarden in de betreffende gebiedsdelen. Onderstaand wordt per natuurdoeltype kort ingegaan op een aantal relevante inrichtingsmaatregelen.
Beek en waterloop met natuurvriendelijke oevers
De Donge/Oude Leij en de Oude Leij in de Drassige Driehoek bestaan uit dit natuurdoeltype, waarbij de oevers zijn begroeid met moeras-, ruigte-, struweel- en/of bosvegetaties. In, boven en/of langs de beek en waterloop leven diverse vis-, libelle-, dagvlinder-, planten-, zoogdier- en vogelsoorten.
Ven
Het natuurdoeltype bestaat binnen het plangebied uit poelen met een venmilieu. In en langs de voedselarme(re) poelen groeien onder meer veenmossen, wilde gagel, moerashertshooi en witte waterranonkel, zoals de poel in het Wilmabos en in het noordelijk deel van de Oude Warande. De poelen in het noordelijk deel van het Heidepark zijn voedselrijker met amfibiesoorten zoals de noordelijke kamsalamander, kleine watersalamander, groene kikker en de vinpootsalamander. De vinpootsalamander leeft ook in de voedselarme(re) poelen. Daarnaast zijn de poelen van belang als voortplantings- en/of foerageergebied voor met name libellen.
Multifunctioneel water
Naast bepaalde natuurwaarden bezitten deze wateren ook recreatieve waarden. De inrichting en het beheer is dan ook niet specifiek gericht op behoud en/of ontwikkeling van natuurwaarden, zoals bij het doeltype Ven. Tot het doeltype behoren de vijvers gelegen in het midden van de Oude Warande, in het zuidelijk deel van Sparrenhof en in Vredelust.
Bloemrijke akker
Het natuurdoeltype bestaat uit graanakkers met kenmerkende plantensoorten zoals de korenbloem, gele ganzenbloem en driekleurig viooltje. Bloemrijke akkers worden voorgesteld in Prinsenhoef.
Bloemrijk grasland
Het graslandtype wordt op diverse plaatsen binnen het plangebied voorgesteld, zowel op droge als tamelijk natte gronden. Naast diverse grassoorten treft men in het natuurdoeltype allerlei kruiden, zoals de pinksterbloem, margriet, veldzuring en gewoon biggenkruid. Het graslandtype is ook geliefd bij dagvlinders, zoals het oranjetipje, alsook vele andere insectensoorten. Haas, konijn, ree, veldmuis, patrijs en roofvogels gebruiken het bloemrijk grasland als foerageer- en/of voortplantingsgebied.
Ruigte/Struweel
Het natuurdoeltype komt veelal voor als een zoom langs bossen en is een belangrijk foerageer- en/of voortplantingsgebied voor dagvlinders en struweelvogels. Het struweel bestaat veelal uit braamstruiken, hier en daar ook uit meidoorns en rozen. Het natuurdoeltype wordt met name voorgesteld op de kleine(re) percelen binnen en langs de bosgebieden.
Multifunctioneel bos
Het bostype heeft een functie voor respectievelijk de natuur, recreatie en bosbouw. Multifunctionele bossen zijn een leefgebied voor met name diverse vogel- en zoogdiersoorten. Tot het natuurdoeltype behoren ondermeer
de Oude Warande, Amarant en de Landgoederenzone aan weerszijden van de Bredaseweg.
Bos met verhoogde natuurwaarde
In tegenstelling tot Multifunctioneel bos bestaat Bos met verhoogde natuurwaarde voor het merendeel uit inheemse boomsoorten en heeft de natuurfunctie een grotere rol. De bossen zijn een leefgebied voor diverse vogel- en zoogdiersoorten, zoals de havik, wespendief, kleine bonte, groene en zwarte specht en de ree. Voor een groot deel van de bestaande (multifunctionele) bossen wordt dit natuurdoeltype nagestreefd.
Bomenrij/Houtsingel
Een bomenrij en/of houtsingel behoren volgens de systematiek van de Provincie Noord-Brabant niet tot de natuurdoeltypen, maar tot de landschapselementen. Binnen deze elementen treft men deels dezelfde planten- en diersoorten als binnen de bossen.