direct naar inhoud van 4.3 Natuur- en waterparagraaf
Plan: Buitengebied Zuidwest
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008024-e001

4.3 Natuur- en waterparagraaf

In het plangebied spelen verschillende natuur-, water- en milieuaspecten een rol van betekenis. Een groot deel van deze aspecten ligt in het verlengde van de landschappelijke onderlegger. Genoemde aspecten hebben een sterke relatie met het natuur-, water- en milieubeleid. In deze paragraaf wordt voorliggend ruimtelijk beleid afgewogen in relatie tot de natuur-, water- en milieuaspecten ofwel omgevingsaspecten.

Natuurparagraaf

Ruimtelijke plannen moeten expliciet rekening houden met aanwezige natuurwaarden. Deze waarden zijn als zodanig vastgelegd in Europees beleid, rijksbeleid en provinciaal beleid. Hieronder wordt aangegeven hoe er in dit plan rekening is gehouden met ecologische structuren, belangrijke gebieden en belangrijke soorten. Dit plan regelt alleen aanvullend op natuurbeleid.

De beschikbare informatie van de provincie (provinciaal landschapsonderzoek) en terreinbeherende instanties wordt / is actief betrokken bij dit plan.

Bescherming ecologische structuren (Ecologische Hoofdstructuur,EHS)

Het natuurbeleid van rijk en provincie is actief benut voor dit plan. Actuele natuur- en landschapswaarden worden als zodanig beschermd. De provinciale zonering van de Interimstructuurvisie vormt hiervoor de leidraad (zie systematiek gebiedsbestemmingen).

Bescherming van deze waarden geschiedt via een gerichte gebiedsbestemming en een aanduiding van aanwezige waarden. De EHS is in de gebiedsbestemmingen verwerkt.

Bescherming gebieden (Natura 2000, Natuurbeschermingset)

De gebiedenbescherming is primair geregeld via de Natuurbeschermingswet 1998. De reeds beschermde natuurmonumenten en de Natura 2000 gebieden worden via deze wet beschermd. De Natura 2000-gebieden genieten een bijzondere bescherming. Voor nieuwe ontwikkelingen in de omgeving van deze gebieden zal tevens getoetst moeten worden op (mogelijke) negatieve effecten op de natuurwaarden. Indien kans is op negatieve effecten dan is er sprake van vergunningplicht in het kader van de Natuurbeschermingswet. Ten zuiden van het plangebied is het Natura 2000- gebied Regte Heide & Riels laag gelegen.

Bescherming soorten (Flora- en Faunawet)

De Flora- en faunawet beschermt veel inheemse planten, enkele ongewervelden (insecten etc.) en vissen, en (vrijwel) alle van nature in Nederland voorkomende amfibieën, reptielen, (broed)vogels en zoogdieren. Het verstoren (plukken, verwonden, doden, verontrusten etc.) van beschermde flora en fauna, en hun vaste verblijfplaatsen, is in principe verboden. Voor verstoring is wel een ontheffingsverlening mogelijk. Niet alle soorten zijn even zwaar beschermd. Voor veel, algemeen in Nederland voorkomende, soorten (zogenaamde soorten van tabel 1 voortkomend uit de Algemene Maatregelen van Bestuur wijziging artikel 75 van de Flora- en faunawet) geldt een algemene vrijstelling van ontheffingsplicht. Voor verstoring van minder algemene tot zeldzame soorten en/of soorten die op Europees niveau beschermd zijn (opgenomen in de Vogelrichtlijn of Habitatrichtlijn) blijft een ontheffing noodzakelijk. Hierbij dient nagegaan te worden of de verstoring de gunstige staat van instandhouding van de soort in gevaar brengt.

De bescherming van soorten vindt waar nodig plaats via (aanduidingen bij) de verschillende gebiedsbestemmingen.

Verder geldt bij het eventueel toepassen van bevoegdheden inzake ontheffingen en wijzigingen dat er geen negatieve effecten mogen zijn op beschermde Natuurbeschermingswetgebieden dan wel op beschermde planten en dieren.

Waterparagraaf

Het rijk heeft voor belangrijke ruimtelijke plannen de opstelling van een waterparagraaf verplicht gesteld. Hierin wordt verwoord hoe er in het plan met water en ruimte rekening wordt gehouden (met name veiligheid en wateroverlast), mede in relatie tot de waterhuishouding en het waterbeleid. Deze paragraaf wordt in overleg met het waterschap opgesteld.

De beschikbare informatie van het waterschap (watergangen, dijken, verdroging, waterberging) is/wordt actief betrokken bij dit plan.

Watersysteem en waterketen

De Oude Leij stroomt van zuid naar noord door het plangebied. De Oude Leij gaat in het noorden van het plangebied over in de Donge. De Donge mondt uit in het Wilhelminakanaal. Het grondwatersysteem van het plangebied bestaat voornamelijk uit infiltratiegebieden. Kwel komt voor in de directe omgeving van de Oude Leij en de Donge. Binnen het plangebied is een pompstation aanwezig.

Waterbeleid en waterbeheer

Het waterbeleid is vastgelegd in het provinciaal waterhuishoudingsplan, het waterbeheerplan van het waterschap Brabantse Delta en het reconstructieplan De Meierij. In het waterhuishoudingsplan staat het provinciaal waterbeleid uitgewerkt (o.a. voor wat betreft het grondwaterbeheer). In het waterbeheerplan van het Waterschap Brabantse Delta staat het waterbeleid van deze (oppervlakte)waterbeheerder binnen het betrokken stroomgebied. Genoemd beleid is actief betrokken bij dit plan.

Water in het plan

Het waterbeleid en het watersysteem vormen uitgangspunt voor voorliggend plan, onder andere via de doorvertaling van de aanwezige (water)functies. Bij de situering van bestemmingen is rekening gehouden met het aspect water. Vennen en poelen worden beschermd binnen de betreffende gebiedsbestemming. Dit plan heeft in principe geen negatieve gevolgen voor de waterhuishouding.

Verder is van belang te melden dat bestaande regelgeving van provincie en waterschap, zoals vigerende Water- en Milieuverordeningen, de Keur(en), de legger en eventueel peilbesluit(en) een separaat toetsingskader vormen. De keur van het waterschap bevat onder andere bepalingen ten behoeve van de bescherming en het beheer en onderhoud van watergangen en oppervlaktewater. Het gaat hier om activiteiten binnen 4-5 meter van de insteek van watergangen. In het plan zijn geen bepalingen opgenomen die dubbelop zijn, dan wel indruisen tegen deze regelgeving. Normale waterstaatskundige werkzaamheden zijn uitgesloten van een aanlegvergunningplicht.

Waterberging

In het Reconstructieplan (meer specifiek de Correctieve Herziening daarvan) zijn de aanduidingen 'bestaande inundatiegebieden', 'in te richten waterbergingsgebieden' en 'voorlopige reserveringsgebieden 2050/2016' opgenomen. Binnen het plangebied komen in te richten inundatiegebieden en zoekgebieden (reserveringsgebieden) voor. Afgesproken is dat bestaande inundatiegebieden en concreet begrensde in te richten waterbergingsgebieden planologisch-juridisch worden vastgelegd in het bestemmingsplan. Hoewel de precieze begrenzing van het in te richten waterbergingsgebied 'Rielse Dijk' nog niet vastligt, is ervoor gekozen dit gebied in het voorliggende bestemmingsplan de dubbelbestemming 'Waterstaat-Waterbergingsgebied' toe te kennen. In zijn algemeenheid wordt opgemerkt dat alle gebieden met de bestemmingen 'Bos' en 'Natuur' een wijzigingsbevoegdheid naar de bestemming 'Water' kennen, en dat alle gebieden met agrarische bestemmingen of de bestemmingen 'Bos' en 'Natuur' mede zijn bestemd voor water.

Watertoets en wateradvies

De waterbeheerder is geïnformeerd over de herziening van het plan. Er is hierbij gevraagd informatie aan te leveren met betrekking tot het watersysteem in relatie tot ruimtelijk relevante zaken. Deze informatie is in het plan verwerkt. Bij brief van 15 juni 2009 heeft waterschap Brabantse Delta laten weten in te stemmen met het voorliggende bestemmingsplan.