Plan: | Ruimte voor Ruimte Hoogstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0851.wbBPrvrhoogstr-v001 |
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening heeft de provincie Noord-Brabant de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (RO) met het algemene ruimtelijke beleid van de provincie opgesteld. Op 20 juli 2010 is deze vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Na vaststelling door Provinciale Staten zal deze naar verwachting per 1 januari 2011 in werking treden.
Onderhavig plan wordt daarom reeds getoetst aan de (concept) Structuurvisie RO. Onderstaande afbeelding is een uitsnede van de plankaart van de Structuurvisie RO.
Provinciale Structuurvisie Ruimtelijke Ordening
Het plangebied ligt op de grens van de groenblauwe mantel en een accentgebied agrarische ontwikkeling.
Ontwikkelingen binnen de groenblauwe mantel zijn mogelijk als ze qua aard en schaal passen bij het ontwikkelingsperspectief voor de groenblauwe mantel en houden rekening met omliggende waarden.
Binnen het accentgebied agrarische ontwikkeling wil de provincie optimale ontwikkelingsmogelijkheden bieden voor het verduurzamen van de argrarische productiestructuur. In deze gebieden geldt tevens het beleid van het Gemengd landelijk gebied. Het gemengd landelijk gebied is een veelzijdige gebruiksruimte. Ontwikkelingen, zoals wonen, werken, (historische) landgoederen, recreatie en toerisme, passen qua aard, schaal en functie bij de omgeving en houden rekening met de omgevingskwaliteiten. De ontwikkeling van functies is in beginsel alleen mogelijk op vrijkomende locaties. Er wordt rekening gehouden met (ontwikkelingsmogelijkheden van) omliggende bestaande functies, zoals volwaardige agrarische bedrijven, recreatiebedrijven of woonfuncties.
In de toelichting van dit plan wordt aangetoond dat tijdens de planvorming zorgvuldig rekening is gehouden met de aanwezige waarden in de omgeving zoals natuur, bodem en water.
Conclusie
Het plan past in de visie van de provinciale Structuurvisie ruimtelijke ordening.
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening heeft de provincie Noord-Brabant een verordening opgesteld met algemene en specifieke eisen ten aanzien van ruimtelijke besluiten van gemeenten. De Verordening Ruimte vervangt de Interim Structuurvisie. De Verordening Ruimte bestaat uit 2 fases. Fase 1 van de verordening is op 1 juni 2010 in werking getreden. Na de terinzagelegging van het
ontwerpbestemmingsplan is de Verordening Ruimte op 17 december 2010
vastgesteld en op 8 maart 2011 in werking getreden. Provinciale Staten hebben in
verband met de leesbaarheid een integrale versie van de Verordening Ruimte
vastgesteld waarbij het ontwerp van Fase 2 is geïntegreerd in Fase 1 en
waarbij een herschikking van de hoofdstukken en een hernummering van de
artikelen heeft plaatsgevonden. In deze paragraaf is een toetsing van voorliggend plan aan de verordening opgenomen.
Fase 1
De verordening bevat kaarten met zoekgebieden voor zes verschillende ruimtelijke thema's (verbeeldingslagen): bestaand stedelijk gebied, zoekgebied stedelijke ontwikkeling, ecologische hoofdstructuur, waterberging, ontwikkeling intensieve veehouderij en glastuinbouw. Onderstaande afbeelding is een uitsnede uit 'verbeeldingslaag 3 - Ecologische hoofdstructuur' waarop het plangebied is aangegeven.
Uitsnede verbeeldingslaag 3: Ecologische hoofdstructuur
Het is te zien dat het plangebied binnen het 'attentiegebied ehs' ligt. Artikel 3.1.5 is van toepassing op attentiegebieden.
De toetsing van onderhavig plan aan deze artikelen is opgenomen in paragraaf 4.6.
Conclusies
Het plan ligt binnen een attentiegebied EHS en getoetst worden aan artikel 3.1.5. van de Verordening ruimte.
Fase 2
De verordening fase 2 bevat kaarten met zoekgebieden voor drie verschillende ruimtelijke thema's: water, cultuurhistorie en agrarisch gebied.
Op onderstaande afbeeldingen zijn de verbeeldingslagen cultuurhistorie en agrarisch gebied weergegeven.
Uitsnede verbeeldingslaag 8: Cultuurhistorie
Uitsnede verbeeldingslaag 9: Agarisch gebied
Het plangebied ligt zowel binnen het 'cultuurhistorisch waardevol gebied' (thema cultuurhistorie) als binnen de 'groenblauwe mantel' (thema agrarisch gebied)
Artikel 3.7.5 van de Verordening is van toepassing op het 'cultuurhistorisch waardevol gebied'.
Artikelen 3.8.3 en 3.8.4 van de Verordening stellen regels ten aanzien van Ruimte voor Ruimte kavels. De vier Ruimte voor Ruimte woningen worden aan deze artikelen getoetst.
Voor het reguliere bouwkavel is artikel 3.8.5 van toepassing.
De toetsing aan deze artikelen vindt plaats in paragraaf 4.6.
Conclusie
Het plangebied ligt binnen de aanduidingen: "cultuurhistorisch waardevol gebied" en "groenblauwe mantel".
Het plan ligt binnen het "Gebiedsplan Brabantse Delta". Het Gebiedsplan is door het college van Gedeputeerde Staten vastgesteld op 22 april 2005. Het Gebiedsplan is gericht op de revitalisering van het landelijk gebied, en wel op het gebied van land- en tuinbouw, water, natuur, milieu, economie, leefbaarheid, recreatie en toerisme en cultuurhistorie.
Onderstaande afbeeldingen geven uitsneden van de Ambitiekaart en Sociale en economische vitaliteit weer.
uitsnede gebiedsplankaart 1 - Ambitiekaart
uitsnede gebiedsplankaart 2 - Sociale en economische vitaliteit
Het plangebied ligt in een beschermingszone natte natuurparel. Dat betekent dat in het bestemmingsplan een aanlegvergunningstelsel moet worden opgenomen dat activiteiten die een negatief effect op de waterhuishoudkundige situatie hebben reguleert. Het gaat om de volgende activiteiten:
In dit bestemmingsplan is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen ten aanzien van bovenstaande activiteiten.
Het plangebied valt tevens binnen de regionale natuur- en landschapseenheid (RNLE). De hoofddoelstelling van een RNLE is de bescherming en ontwikkeling van natuur-, landschap-, en cultuurhistorische waarden. In hoofdstuk 5 wordt aangetoond dat deze waarden niet worden aangetast. Uit het vigerende bestemmingsplan blijkt dat het plan binnen de kernrandzone ligt. Volgens de ISV is een beperkte afronding van de dorpsrand toegestaan. Het plan is derhalve niet in strijd met het Gebiedsplan.
Conclusie
Het plan is niet in strijd met het Gebiedsplan. Een aanlegvergunningenstelsel is vereist aangezien het plangebied binnen de beschermingszone van een natte natuurparel ligt.
De beleidsregel Ruimte voor Ruimte heeft tot doel de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren door in ruil voor de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen, op passende locaties de bouw van woningen toe te staan in afwijking van de regel dat geen burgerwoningen mogen worden toegevoegd aan het buitengebied. Op 20 december 2005 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant de (aangepaste) "Beleidsregel ruimte voor ruimte 2006" vastgesteld.
De beleidsregel bevat zowel voorwaarden voor de sloop van de agrarische bedrijfsgebouwen (sloopregeling) als voor de locatie waar de Ruimte voor Ruimte-kavels mogen worden gerealiseerd.
De ontwikkeling van Ruimte voor Ruimte-kavels is direct gerelateerd aan concreet te slopen staloppervlak. Voor de sloop van 1000 m2 stallen en de bijbehorende milieuwinst mag één Ruimte voor Ruimte kavel worden gebouwd.
Om aan te tonen dat er inderdaad per te ontwikkelen woningbouwkavel 1000 m2stallen gesloopt zijn, stelt de provincie conform afspraken met de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte dossiernummers ter beschikking van aanvragen voor sloopsubsidie in het kader van de beëindigingsregeling. De benodigde dossiernummers voor het onderhavig plangebied zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Aanvraagnummer | Mestnummer | Sloop m2 | Toegekende sloop m2 |
4531040 | 112039260 | 3.416 | 3.000 |
4531034 | 114004161 | 1.292 | 1.000 |
Totaal ingebrachte sloop m2 | 4.000 |
In de beleidsregel worden planologische voorwaarden aan Ruimte voor Ruimte-kavels gesteld. Deze voorwaarden komen overeen met artikel 3.8.3 uit de Verordening ruimte. De feitelijke toetsing aan deze voorwaarden vindt plaats in paragraaf 4.6 van dit bestemmingsplan. Uit deze paragraaf lijkt dat het plan voldoet aan de voorwaarden.
Conclusie
Het plan voldoet aan de beleidsregel Ruimte voor Ruimte 2006.
Op 1 januari 2010 is het nieuwe Subsidiestelsel voor Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) in werking getreden. Het SNL bestaat uit twee subsidieverordeningen. Ten behoeve van de uitvoering van deze verordeningen heeft de provincie een natuurbeheerplan opgesteld. In het natuurbeheerplan begrenst de provincie gebieden waar subsidiëring van natuurgebieden, agrarische natuur en landschapselementen plaats kan vinden. Het geeft ook aan waar kwaliteitsimpulsen voor natuur en landschap mogelijk zijn.
In het natuurbeheerplan zijn de beheertypen vastgelegd op de beheertypenkaart en de ambitiekaart. Deze kaarten vormen de kern van het natuurbeheerplan. De beheertypenkaart geeft de huidige situatie weer en is basis voor beheersubsidies. De ambitiekaart geeft de huidige situatie weer en daarmee de natuurdoelen op termijn.
Onderstaande afbeelding is een uitsnede uit de beheertypenkaart. Binnen het plangebied worden geen specifieke natuurtypen aangeduid.
uitsnede beheertypenkaart
Onderstaande afbeelding is een uitsnede uit de ambitiekaart. Uit de afbeelding valt te lezen dat binnen het plangebied geen natuurtypen zijn aangeduid. Er is dus geen ambitie op termijn om binnen het plangebied natuur te ontwikkelen.
uitsnede ambitiekaart
Conclusie
Binnen het plangebied staan zowel op de beheertypenkaart als op de ambitiekaart geen natuurtypen aangeduid.