direct naar inhoud van Artikel 18 Water
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02012005-VS01

Artikel 18 Water

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder onderhoud en beheer, in de vorm van met name aan- en afvoer van water voor zowel landbouw als natuur;
  • b. watergangen, waterlopen en waterpartijen;
  • c. voorzieningen voor waterkering;
  • d. behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschappelijke waarden in de vorm van waardevolle oeverbeplanting en/ of landschapselementennatuurontwikkeling;
  • e. gietwatervoorziening en/of hemelwaterpiekberging ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water- gietwatervoorziening en/ of piekberging';
  • f. extensief recreatief medegebruik;
  • g. wegen en paden met daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duiker;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen
  • a. Op de voor 'Water' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de in artikel 18.1 genoemde bestemming;
  • b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geen terreinafscheidingen zijnde, mag maximaal 3 m1 bedragen;
  • c. De bouwhoogte van terreinafscheidingen mag maximaal 2 m1 bedragen;
  • d. De ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 32.2.
18.2.2 Uitzondering

Het bepaalde in artikel 18.2.1 is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding ‘gietwatervoorziening en/of piekberging. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - gietwatervoorziening en/ of piekberging' mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van dergelijke watervoorzieningen worden gebouwd tot een maximale bouwhoogte van 4 m¹.

18.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het in gebruik nemen of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een doel of op een wijze, die in strijd is met de in dit plan daaraan gegeven bestemming en het aanleggen van verhardingen en/of watervijvers ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van water - gietwatervoorziening en/of piekberging', tenzij het bestaande gebruik ter plaatse al verhardingen en/of watervijvers omvat.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden om op of in de gronden ter plaatse van de bestemming 'Water', de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:

  • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen indien groter dan 200m2;
  • b. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem, indien hoger of lager dan 0,5 m1;
  • c. het vellen of rooien van houtgewas;
  • d. het verwijderen van landschapselementen;
  • e. het verwijderen van onverharde wegen of paden.
18.4.2 Uitzondering

Een omgevingsvergunning als hiervoor aangegeven is niet vereist voor:

  • a. werken of werkzaamheden die vallen onder het normale onderhoud en beheer van de gronden overeenkomstig de bestemming dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn dan wel op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan nog mogen worden uitgevoerd op basis van een eerder verleende vergunning.
18.4.3 Toelaatbaarheid

Deze werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de doeleinden, die aan de bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden en voor zover de mogelijkheden voor herstel niet (onevenredig) worden verkleind zoals omschreven in de (dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het beeldkwaliteitplan Buitengebied 2011.