direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02012005-VS01

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke doeleinden met bijbehorende maatschappelijke en culturele voorzieningen conform onderstaande opsomming:
    • 1. Jong Nederland, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 6' (Kraaijendijk 2);
    • 2. scouting en Jong Nederland, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 10' (Doncksedreef 2);
    • 3. molen en molenaarswoning annex heemkundemuseum, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 11' (Einhoutsestraat 8);
    • 4. een openluchttheater met bijbehorende voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 12' (Doncksedreef 3);
    • 5. religieuze doeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 13' (Brugstraat 7);
    • 6. religieuze doeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 14' (tegenover Herselseweg 1);
  • b. dienstwoning(en), tenzij anders toegestaan conform de tabel onder 12.2.1;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van water, waterberging en infiltratie;
  • e. extensief recreatief medegebruik;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. parkeerplaatsen en parkeervoorzieningen;
  • h. erven en terreinen;
  • i. (onverharde) paden, wegen;
  • j. bosgebied met dagrecreatief medegebruik, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
  • k. verenigingskampeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein'.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op of in de in 12.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd:

  • a. ten dienste van de doeleinden die in de bestemmingsomschrijving zijn aangegeven;
  • b. indien de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 32.2;
  • c. en verder conform de volgende tabel en de volgende regels:

code   adres   dienstwoning   maximale oppervlakte bebouwing (exclusief woning en bijbehorende bouwwerken)   maximale goothoogte   maximale bouwhoogte   minimum afstand tot bestemmingsgrens   minimum afstand tot de as van de weg  
sm-6   Kraaijendijk 2   0   500 m2    3 m1   7,5 m1   5 m1   15 m1  
sm-10   Doncksedreef 2   0   600 m2    4,5 m1   8 m1   5 m1   15 m1  
sm-11   Einhoutsestraat 8   1   molen: 40 m2    molen: nvt
overig: 4,5 m1
 
molen: 15 m1
overig: 10 m1  
5 m1   7,5 m1  
sm-12   Doncksedreef 3   0   500 m2   3 m1   5,5 m1   5 m1   7,5 m1  
sm-13   Brugstraat 7   0   50 m2    4,5 m1   8 m1   5 m1   15 m1  
sm-14   t.o. Herselseweg 1   0   20 m2    4,5 m1   8 m1   5 m1   15 m1  
12.2.2 Gebouwen
  • a. bij het oprichten van gebouwen wordt voldaan aan de maatvoeringen zoals aangegeven in de tabel onder 12.2.1;
  • b. de dakhelling dient tussen de 20 en 60 graden te zijn.
12.2.3 Bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de maatschappelijke doeleinden

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. reclameaanduidingen dienen beperkt te blijven tot een bescheiden naamsaanduiding;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van erfafscheidingen, antenne- en lichtmasten en speeltoestellen is maximaal 4,5 m1 met een afstand tot de bestemmingsgrens van ten minste 5 m1;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn mag maximaal 1 m1 zijn en voor het overige maximaal 2 m1;
  • d. de bouwhoogte van antenne- en lichtmasten mag maximaal 8 m1 zijn;
  • e. de bouwhoogte van speeltoestellen mag maximaal 10 m1 zijn.
12.2.4 Dienstwoningen
  • a. per bestemmingsvlak is het aantal dienstwoningen toegestaan zoals aangegeven in de tabel onder 12.2.1;
  • b. bij herbouw mag de dienstwoning uitsluitend gesitueerd worden ter plaatse van de bestaande fundering en als er sprake is van uitbreiding daar direct op aansluitend;
  • c. de inhoud van een dienstwoning mag niet meer bedragen dan 750 m³, de inhoud van kelders wordt niet meegeteld;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk -11' mag de oppervlakte van de dienstwoning annex museum niet meer dan 250 m2 bedragen;
  • e. indien de inhoud van de bestaande dienstwoning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan of op basis van een eerder verleende vergunning al meer bedraagt, geldt de bestaande inhoud plus maximaal 10% tot een maximum van 900 m3, als maximaal toegestaan. Bij vervangende nieuwbouw geldt dat de woning tot maximaal de bestaande inhoud mag worden teruggebouwd;
  • f. voor woonboerderijen geldt de totale inhoud van het pand als de maximaal toegestane inhoud;
  • g. de maximaal toegestane goothoogte is 6 m1 uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 11' waar de goothoogte niet meer dan 4,5 m1 is;
  • h. de maximaal toegestane bouwhoogte is 10 m1;
  • i. de afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 5 m1;
  • j. de afstand tot de as van de weg is ten minste 15 m¹;
  • k. de dakhelling dient tussen de 20 en 60 graden te zijn.
12.2.5 Bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de dienstwoning
  • a. per dienstwoning is een bijbehorend bouwwerk toegestaan met een oppervlakte van maximaal 100 m²;
  • b. de maximaal toegestane goothoogte is 3 m1;
  • c. de maximaal toegestane bouwhoogte is 5,5 m1;
  • d. bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 1 m1 achter de voorgevelrooilijn van de dienstwoning te worden gebouwd;
  • e. de afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 5 m1;
  • f. de afstand tot de as van de weg is ten minste 15 m¹;
  • g. de dakhelling dient tussen de 20 en 60 graden te zijn.
12.2.6 Bouwwerken geen gebouwen zijnde behorende bij dienstwoning
  • a. per dienstwoning mag één carport worden gebouwd met de volgende maatvoering:
    • 1. oppervlakte niet meer dan 20 m²;
    • 2. bouwhoogte niet meer dan 3 m¹;
    • 3. de carport dient op een afstand van ten minste 1 m1 achter de voorgevelrooilijn van de dienstwoning te worden gebouwd;
    • 4. afstand tot de bestemmingsgrens is ten minste 5 m1;
    • 5. de afstand tot de as van de weg is ten minste 15 m1.
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken met uitzondering van erfafscheidingen mag maximaal 4,5 m1 zijn;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn mag maximaal 1 m1 zijn en voor het overige maximaal 2 m1.
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Herbouw dienstwoning

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 12.2.4, ten behoeve van de herbouw van een dienstwoning op een andere plaats binnen het bestemmingsvlak. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:

  • a. de nieuwe locatie ligt niet minder dan 5 m¹ van de bestemmingsgrens en niet minder dan 15 m¹ uit de as van de weg waaraan wordt gebouwd;
  • b. de dienstwoning wordt gebouwd ter vervanging van de bestaande dienstwoning;
  • c. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid van de woning mogen niet worden belemmerd;
  • d. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de woning in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • e. met de nieuwe situering is sprake van een milieukundige en ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
  • f. de sloop van de oorspronkelijke dienstwoning is duurzaam verzekerd;
  • g. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 32.2.
12.3.2 Afstand tot bestemmingsgrens

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 12.2, ten behoeve van de bouw van bouwwerken op een kortere afstand dan 5 m1 tot de bestemmingsgrens. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:

  • a. de ontwikkelingsmogelijkheden van (niet-)agrarische bedrijven in de nabijheid mogen niet worden belemmerd;
  • b. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van de bouwwerken in zijn omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • c. er is sprake van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
  • d. de groene erfinrichting, landschappelijke inpassing is anderszins duurzaam geborgd;
  • e. de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd conform de bepalingen uit artikel 32.2.
12.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het in gebruik nemen of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een doel of op een wijze, die in strijd is met de in dit plan daaraan gegeven bestemming en/of:

  • a. het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens voor erotische dienstverlening;
  • b. het gebruik van gronden en/of opstallen voor doeleinden van opslag, stort of lozing;
  • c. het gebruik van gronden en/of opstallen voor doeleinden van handel of detailhandel of bedrijf;
  • d. het gebruik van gronden en/of opstallen voor horeca;
  • e. het gebruik van gronden en/of opstallen voor dag- of verblijfsrecreatie, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein'. Ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' is het gebruik van het verenigingsgebouw als groepsaccommodatie en/of van het bijbehorende terrein voor verenigingskamperen toegestaan.
12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden om op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bos', de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:

  • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem, indien hoger of lager dan 0,5 m1;
  • c. het graven, dempen, danwel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • d. het vellen of rooien van houtgewas;
  • e. het verwijderen van landschapselementen;
  • f. het verwijderen van onverharde wegen of paden.
12.5.2 Uitzondering

Een omgevingsvergunning als hiervoor aangegeven is niet vereist voor:

  • a. werken of werkzaamheden die vallen onder het normale onderhoud en beheer van de gronden overeenkomstig de bestemming dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn dan wel op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan nog mogen worden uitgevoerd op basis van een eerder verleende vergunning.
12.5.3 Toelaatbaarheid

Deze werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien zij verband houden met de doeleinden, die aan de bestemming zijn toegekend en door het uitvoeren van deze werken of werkzaamheden noch direct noch indirect onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en kwaliteiten van de desbetreffende gronden en voor zover de mogelijkheden voor herstel niet (onevenredig) worden verkleind zoals omschreven in de (dubbel)bestemming met eventuele aanduiding, en in het beeldkwaliteitplan Buitengebied 2011.