De bestemming ‘Wonen’ is toegekend aan alle locaties waar sprake is van bewoning anders dan als onderdeel van een andere bestemming zoals een agrarisch of niet- agrarisch bedrijf. Een term die in dit verband veel wordt gebruikt, is ‘burgerwoning’. De maximale inhoud van een woning mag 750m3 zijn. Voor Ruimte voor ruimte woningen geldt een maximum van 900m3. Voor woonboerderijen geldt dat de totale bouwmassa, dus inclusief voormalige inpandige bedrijfsruimten, gebruikt en verbouwd mag worden voor woondoeleinden. Noodwoningen zijn de woningen die in het bestemmingsplan Buitengebied 1998 waren aangeduid als ‘woning vallende onder het overgangsrecht’. De bestaande bebouwing mag worden gehandhaafd en gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd. Uitbreiding is niet toegestaan. In dit bestemmingsplan wordt het begrip Wonen plus geïntroduceerd. Op de locaties waar deze aanduiding van toepassing is, kan ontheffing worden verleend voor de vestiging van een kleinschalig bedrijf tot en met milieucategorie 2. |
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- Bewoning.
- Aan huis verbonden beroepen.
- Bij bestemmingsvlakken met de aanduiding ‘Specifieke vorm van wonen – Wonen plus’ is een kleinschalig bedrijf in de milieucategorieën 1 en 2 toegestaan. Hieronder wordt verstaan het door een van de bewoners als ondergeschikte functie aan huis uitoefenen van een bedrijfsmatige activiteit, niet zijnde detailhandel of erotische dienstverlening, die door zijn beperkte omvang en beperkte ruimtelijke uitstraling met behoud van de woonfunctie in een woning met de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend. Hieronder wordt ook verstaan het uitoefenen van een bedrijf waarbij de daadwerkelijke bedrijfsactiviteiten in hoofdzaak elders op locatie plaatsvinden terwijl aan huis de organisatorische activiteiten en activiteiten zoals opslag van materialen en stalling van voertuigen plaatsvinden.
- Parkeervoorzieningen.
- Voorzieningen ten behoeve van waterberging en –infiltratie.
- Groene erfinrichting.
21.2.1 Algemeen
- Er mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de in de bestemmingsomschrijving aangegeven doeleinden.
- Per bestemmingsvlak is één woning toegestaan maar voor bestemmingsvlakken met de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ geldt het daarin aangegeven aantal als het maximum.
- Op bestemmingsvlakken met de aanduiding ‘ twee-aan-een-gebouwd’ mogen de woningen uitsluitend aaneen worden gebouwd.
- Op bestemmingsvlakken met de aanduiding ‘vrijstaand’ mag uitsluitend één vrijstaande woning worden gebouwd.
- Op bestemmingsvlakken met de aanduiding ’Specifieke vorm van wonen- noodwoning’ mag de bebouwing die bestaat op het moment van ter inzage legging van het ontwerp- bestemmingsplan gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd met inachtneming van de bestaande oppervlakte, goot- en nokhoogte. Uitbreiding is niet toegestaan.
- De afstand tot de as van de weg waaraan wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan 15m¹;
- De afstand tot de bestemmingsgrens mag niet minder dan 5m¹ zijn.
- Bij herbouw mag de woning uitsluitend gesitueerd worden ter plaatse van de bestaande fundering en als er sprake is van uitbreiding daar direct op aansluitend.
- De inhoud van een woning mag niet meer bedragen dan 750 m³, de inhoud van kelders wordt niet meegeteld.
- Indien de inhoud van een bestaande woning op de datum van ter visie legging van het ontwerp- bestemmingsplan al meer bedraagt, geldt de bestaande inhoud plus maximaal 10% als maximaal toegestaan. Bij vervangende nieuwbouw geldt dat de woning tot maximaal de bestaande inhoud mag worden teruggebouwd
- Voor woonboerderijen, ook als de inhoud groter is dan 750m³, geldt de totale inhoud van het pand als de maximaal toegestane inhoud.
- Voor het bestemmingsvlakken met de aanduiding ‘Specifieke vorm van wonen- Ruimte voor ruimte woning’ geldt een maximale inhoud van 900m³.
- Voor bestemmingsvlakken met de aanduiding ’maximum volume (m³)’ geldt het daar vermelde volume als de maximaal toegestane inhoud.
- De maximaal toegestane goothoogte is 6m1, tenzij de verbeelding een andere hoogte aangeeft.
- De maximale toegestane bouwhoogte is 10m1, tenzij de verbeelding een andere hoogte aangeeft.
21.2.3 Bijgebouwen
- De gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen per woning is maximaal 100m2.
- Voor het bestemmingsvlakken met de aanduiding ‘Specifieke vorm van wonen- Ruimte voor ruimte woning’ geldt een maximale oppervlakte van 150m².
- Voor het bestemmingsvlak ‘Wonen’ aan het adres Eindje 11 geldt een maximale oppervlakte van 200m².
- Voor bestemmingsvlakken met de aanduiding ‘maximum oppervlakte bijgebouwen (m²) geldt het daar vermelde aantal als de maximaal toegestane oppervlakte.
- De maximaal toegestane hoogte is 5,5m¹. .
- De maximaal toegestane goothoogte is 3m¹.
- De afstand tot de bestemmingsgrens is 5m¹.
21.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
- Per woning mag één carport worden gebouwd met de volgende maatvoering:
1.Oppervlakte niet meer dan 20m²
2.Hoogte niet meer dan 3 m¹.
3.De afstand tot de bestemmingsgrens is 5m¹ .
- De maximaal toegestane hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, uitgezonderd terreinafscheidingen is 3m1. De hoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn mag maximaal 1m¹ zijn en voor het overige maximaal 2m1.
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.3.1 Afwijken van de bouwregels voor uitbreiding bebouwing
1.Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het toestaan van een uitbreiding van de maximaal toegestane inhoud ( 750m³)van een woning tot maximaal 850m³. Per 50m³ uitbreiding dient telkens minimaal 500m² aan legaal opgerichte of krachtens overgangsrecht toegelaten bebouwing op het perceel zelf of elders in het buitengebied van Someren te worden gesloopt.
2.Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het toestaan van een uitbreiding van de maximaal toegestane oppervlakte (100m²) aan bijgebouwen tot maximaal 200m². Per 25m² uitbreiding dient telkens minimaal 100m² aan legaal opgerichte of krachtens overgangsrecht toegelaten bebouwing op het perceel zelf of elders in het buitengebied van Someren te worden gesloopt.
3.In beide gevallen geldt dat de locatie waar bebouwing wordt gesloopt slechts één keer kan worden ingezet voor de toepassing van deze regeling. Verder mag de uitbreiding van bebouwing niet leiden tot beperking van andere functies in de omgeving.
4. De regeling mag niet worden toegepast in het glastuinbouwgebied Vlasakkers.
21.3.2 Afwijken van de bouwregels voor gewijzigde situering bij vervangende nieuwbouw
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het toestaan van herbouw van de woning op een andere locatie binnen het bestemmingsvlak dan in 21.2.1 sub 7 is aangegeven.
Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
1.De gewijzigde situering leidt tot een planologische verbetering.
2.De gewijzigde situering mag niet leiden tot beperking van andere functies in de omgeving.
21.3.3 Paardenbakken
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het realiseren van een paardenbak. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
- De afstand tot de woningen van derden bedraagt tenminste 30m¹.
- De oppervlakte is maximaal 800m².
- Er mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, zoals een omheining en lichtmasten. Voor lichtmasten geldt een maximale hoogte van 6m¹, voor andere bouwwerken is dit 2m¹.
21.4 Specifieke gebruiksregels
Onder met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
- het gebruiken van bijgebouwen voor bewoning
- het gebruiken van gronden en gebouwen voor bedrijfsactiviteiten, anders dan aan huis verbonden beroepen, behalve binnen de bestemmingsvlakken met de aanduiding ‘Specifieke vorm van wonen- Wonen plus’.
21.5 Afwijken van de gebruiksregels
21.5.1 Minicamping
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het toestaan van een minicamping. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
- Het betreft uitsluitend recreatief medegebruik voor kleinschalig kamperen op gronden die direct aansluiten op een bestemmingsvlak waar kleinschalig kamperen al is toegestaan dan wel in het kader van de onderhavige omgevingsvergunning wordt toegestaan.
- Er zijn in totaal maximaal 25 kampeermiddelen toegestaan, waarvan op maximaal 5 kampeerplaatsen stacaravans zijn toegestaan.
- Er mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van andere belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven.
- Voor de ondersteunende voorzieningen, zoals op sanitair gebied is maximaal 100m² bebouwing toegestaan. Hiervoor dient zo veel mogelijk gebruik te worden gemaakt van de bestaande bebouwing.
- De afstand tot de weg dient 20m¹ te zijn.
- De afstand tot de perceelsgrens dient 5m¹ te zijn.
- Er moet zorg worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing conform de uitgangspunten van het beeldkwaliteitplan.
21.5.2 Bed and breakfast
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het verstrekken van bed and breakfast in bestaande bebouwing. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
- Het maximum aantal slaapplaatsen is tien.
- Er dienen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein te zijn.
- Er mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van andere belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven.
21.5.3 Routegebonden horeca
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het als ondergeschikte functie vanuit de bestaande bebouwing verstrekken van dranken en/of spijzen voor gebruik ter plaatse. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
- Er mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van andere belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven.
- De oppervlakte van het terras is maximaal 75m²
- Er dienen voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein te zijn.
21.5.4 Verhuur van fietsen/ rijtuigen
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het als ondergeschikte functie verhuren van fietsen, rijtuigen e.d. vanuit de bestaande bebouwing. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
- Er mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van andere belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven.
- Er dienen voldoende parkeerplaatsen te zijn.
- Er moet zorg worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing conform de uitgangspunten van het beeldkwaliteitplan. Hiertoe moet een erfinrichtingsplan worden overgelegd.
21.6 Wijzigingsbevoegdheden
21.6.1 Wijzigingsbevoegdheid noodwoning
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Specifieke vorm van wonen- noodwoning’ te wijzigen in de bestemming ‘Wonen’. Hierbij moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden.
1.De woning moet gelegen zijn op een eigen volwaardig erf van 500m² met een frontbreedte van 16m¹.
2.Het perceel moet gelegen zijn aan een verharde openbare weg waarop het perceel kan worden ontsloten.
3. Voor het overige gelden de regels van de bestemming ‘Wonen.’
21.6.2 Wijzigingsbevoegdheid voor ‘Wonen plus’
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Wonen’ te wijzigen in de bestemming ‘Specifieke vorm van wonen- Wonen plus’ ten behoeve van de vestiging van een kleinschalig bedrijf in de milieucategorieën 1 of 2.. Hierbij moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden.
- De bedrijfsactiviteit moet plaatsvinden binnen de maximaal toegestane oppervlakte bebouwing, al dan niet na uitbreiding op grond van artikel 21.2.5.
- Er vindt geen onevenredige aantasting plaats van andere belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven.
- Parkeren, laden en lossen dienen op eigen terrein te geschieden.
- Reclameaanduidingen dienen beperkt te blijven tot een bescheiden naamsaanduiding.
- Buitenopslag is niet toegestaan.
- Er moet zorg worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing conform de uitgangspunten van het beeldkwaliteitplan.
21.6.3 Wijzigingsbevoegdheid voor boerderijsplitsing
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen voor het splitsen van een woonboerderij in maximaal twee aaneen gebouwde woningen. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
- Splitsing is alleen mogelijk als de woonboerderij een inhoud heeft van tenminste 900m³.
- Beide woningen dienen na splitsing elk een inhoud te hebben van tenminste 350m³.
- Per woning is één vrijstaand bijgebouw toegestaan van maximaal 100m².
- Eventueel aanwezige overtollige ( voormalige bedrijfs) bebouwing dient te worden gesloopt tenzij de bebouwing cultuurhistorische, landschappelijke en/ of architectonische waarde bezit.
- Er moet zorg worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing conform de uitgangspunten van het beeldkwaliteitplan. Hiertoe moet een erfinrichtingsplan worden overgelegd.