Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied Someren
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0847.BP02011002-VS02

Artikel 12 Gemengd - Landgoed

 
Toelichting
Voor het in te richten Landgoed De Peelkant is de bestemming Gemengd- Landgoed opgenomen. Deze bestemming vervangt de bestemming Gemengd- Landgoed ( uit te werken) die in artikel 22 van het ontwerp- bestemmingsplan was opgenomen.
In de nu opgenomen bestemming is het uitwerkingsplan verwerkt dat burgemeester en wethouders op 28 januari 2011 hebben vastgesteld op basis van het globale bestemmingsplan "Parallelweg/ Peelrijt(weg)/ Stalmansweg". Dit uitwerkingsplan is inmiddels onherroepelijk geworden. Voor het landgoed is een speciaal beeldkwaliteitplan vastgesteld: Beeldkwaliteitplan De Peelkant. De Standaard Vergelijkbare bestemmingsplannen SVBP 2008 kent geen hoofdgroep bestemming Landgoed. Daarom is gekozen voor de bestemming Gemengd met de nadere aanduiding Landgoed. In deze bestemming zijn de vier deelbestemmingen Bos, Natuur, Water en Wonen opgenomen.
De bestemmingsbepalingen van het uitwerkingsplannen zijn overgenomen. De aanpassingen zijn technisch van aard waardoor er inhoudelijk niets verandert.
 
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd- Landgoed’ aangewezen gronden zijn bestemd voor de ontwikkeling en instandhouding van een landgoed met bijbehorende voorzieningen zoals wegen, paden, waterlopen en dergelijke en met daarin de volgende functies:
 
12.1.1 Bos (bo)
De gronden die als ‘Bos’ zijn aangeduid, zijn bestemd voor:
1. Bosbouwkundige doeleinden ten behoeve van behoud van duurzaam bos ter plaatse en behoud van de groeiplaats.
2. Behoud, herstel en/ of ontwikkeling van natuurwaarden in het algemeen.
3.Behoud, herstel en / of ontwikkeling van abiotische en landschappelijke waarden.
4. Waterhuishoudkundige doeleinden ten behoeve van de onder 1 en 2 genoemde doeleinden in het algemeen en van de op de verbeelding nader aangeduide natuurwaarde ‘hydrologisch waardevol’ (h) in het bijzonder.
5. Dagrecreatief medegebruik, voor zover daardoor geen afbreuk wordt gedaan aan de eerder genoemde doeleinden of waarden.
 
12.1 2 Natuur (n)
De gronden die als ‘Natuur’ zijn aangeduid, zijn bestemd voor:
1.Behoud, herstel en/of ontwikkeling van natuurwaarden in het algemeen.
2.Behoud, herstel en/of ontwikkeling van abiotische en landschappelijke waarden.
3.Waterhuishoudkundige doeleinden ten behoeve van de onder1 genoemde doeleinden in het algemeen.
4. Dagrecreatief medegebruik voor zover daardoor geen afbreuk wordt gedaan aan de eerder genoemde doeleinden of waarden.
 
12.1.3 Water
De gronden die als ‘Water’ zijn aangeduid, zijn bestemd voor:
1.Waterhuishoudkundige doeleinden ten behoeve van de landbouw en natuur.
2. Behoud, herstel en/ of ontwikkeling van landschappelijke waarden in de vorm van waardevolle oeverbeplanting en/of landschapselementen.
3. Dagrecreatief medegebruik voor zover daardoor geen afbreuk wordt gedaan aan de eerder genoemde doeleinden of waarden.
 
12.1.4 Wonen
De gronden die als ‘Wonen’ zijn aangeduid, zijn bestemd voor:
1.Woondoeleinden, ter plaatse van de woning(en) met bijbehorend erf, dat tot maximaal 5000m² per woning tot het bestemmingsvlak zoals het op de verbeelding is aangegeven, wordt gerekend.`
2. Aan huis verbonden beroepen.
3. Beplantingen dienende als landschappelijke inpassing, met een visueel afschermende functie naar het omliggende gebied.
4.Groenvoorzieningen.
5.( Onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen ( op eigen erf).
 
12.2 Bouwregels
12.2.1 Bos en natuur
Op de gronden die als zodanig zijn aangeduid mag niet worden gebouwd.
 
12.2.2 Water
Op de gronden die als zodanig zijn aangeduid mogen uitsluitend kleine bouwwerken, geen gebouwen zijnde , worden gebouwd ten dienste van deze bestemming. De hoogte mag niet meer bedragen dan 3m¹.
 
12.2.3 Wonen
Op de gronden die als zodanig zijn aangeduid, mogen maximaal drie woningen met bijbehorende bijgebouwen en bouwwerken worden gebouwd. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
 
12.2.3.1 Woningen
1.Per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan.
2.De inhoud van de woning binnen het bouwvlak is maximaal 1500m³.
3. De bouwhoogte is niet meer dan de maximale bouwhoogte zoals deze op de verbeelding is aangegeven, maar steeds niet meer dan 11m¹.
4. Alle gebouwen worden plat gedekt of voorzien van verborgen zadeldaken. In het laatste geval is de goothoogte niet meer dan 1 m¹ lager dan het hoogste punt van het gevelvlak.
5.De onderlinge afstand tussen de bouwvlakken is minimaal 10m¹.
6. De afstand tot de kavelgrens bedraagt minimaal 5m¹ tenzij op de verbeelding anders is aangegeven.
7. De voorgevelrooilijnen zijn vastgelegd op de verbeelding, voor de dimensionering achter deze rooilijnen geldt hetgeen hiervoor onder 5 en 6 is bepaald.
8. Om de eenheid van bebouwing op het gehele landgoed te bewaren, moet alle bebouwing voldoen aan de eisen met betrekking tot stijl, materiaal- en kleurgebruik, afwerking en wijze van afdekking zoals deze zijn opgenomen in het Beeldkwaliteitplan De Peelkant dat onderdeel uitmaakt van dit bestemmingsplan.
 
12.2.3.2 Bijgebouwen
1.De gezamenlijke oppervlakte per woning is maximaal 100m².
2.De hoogte ( hoogste punt gevelvlak) is maximaal 4,5m¹.
3.De afstand tot de perceelsgrens is minimaal 5m¹ tenzij anders is aangegeven.
4.De afstand tot het desbetreffende hoofdgebouw is maximaal 15m¹.
5. De afstand tot de as van de weg waaraan wordt gebouwd, is minimaal 15m¹.
6. Om de eenheid van bebouwing op het gehele landgoed te bewaren, moet alle bebouwing voldoen aan de eisen met betrekking tot stijl, materiaal- en kleurgebruik, afwerking en wijze van afdekking zoals deze zijn opgenomen in het Beeldkwaliteitplan De Peelkant dat onderdeel uitmaakt van dit bestemmingsplan.
 
12.2.3.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
1.De hoogte is maximaal 3m¹ behalve voor terreinafscheidingen.
2. De hoogte van terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn mag maximaal 1,40m¹ zijn en voor het overige niet meer dan 2m¹.
 
12.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan op de volgende punten worden afgeweken van de bouwregels mits de ruimtelijke eenheid van het landgoed daardoor niet wezenlijk wordt of kan worden aangetast:
1.Het bouwen van gebouwen op een andere afstand tot de as van de weg dan de op de verbeelding opgenomen rooilijn, mits hierdoor het stedenbouwkundig beeld en de verkeersveiligheid niet worden aangetast.
2.Het bouwen van gebouwen op een kortere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mits de belangen van derden en de kwaliteit van de groenvoorziening en de instandhouding daarvan niet onevenredig worden geschaad.
3.Het bouwen van een bijgebouw op een afstand van meer dan 15m¹ van de desbetreffende woning indien dit noodzakelijk is in verband met de doelmatige inrichting van het perceel.
 
12.4 Specifieke gebruiksregels
Onder met het plan strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
1.Het gebruik van gronden en opstallen voor doeleinden van opslag, stort of lozing.
2.Het gebruik van gronden en opstallen voor doeleinden van handel, detailhandel of bedrijf.
3.Het gebruik van gronden voor dag- of verblijfsrecreatie tenzij dit in deze regels expliciet is toegestaan.
4.Het gebruik van opstallen anders dan de woning voor bewoning.
 
12.5 Aan huis verbonden beroep
De uitoefening van aan huis verbonden beroepen is binnen de aanduiding Wonen toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
  1. De omvang van de beroepsactiviteiten mag niet meer bedragen van 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing bij een woning tot een maximum van 150m².
  2. De beroepsactiviteit wordt uitgeoefend door een van de bewoners
  3. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
  4. Detailhandel is niet toegestaan.
 
12.5 .Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
  1. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem
  2. het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, allen dieper dan 0,50m¹, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen
  3. het graven, dempen dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels
  4. het verwijderen van landschapselementen
  5. het verwijderen van onverharde wegen of paden
  6. het beplanten van gronden met opgaand houtgewas ten behoeve van tuinbouw of agrarische houtteelt ( alleen voor zo ver aangeduid met cultuurhistorisch/ archeologisch waardevol
  7. het aanleggen en of verharden van wegen of paden dan wel het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen voor zo ver groter dan 200m².
 
12.5.1 Uitzondering
Een omgevingsvergunning als hiervoor aangegeven is niet vereist voor:
  1. werken of werkzaamheden die vallen onder het normale onderhoud en beheer van de gronden overeenkomstig de bestemming dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.
  2. werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn dan wel op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan nog mogen worden uitgevoerd op basis van een eerder verleende vergunning.
 
12.5.2 Toelaatbaarheid
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waarden die in de bestemmingsomschrijving zijn genoemd.