Plan: | Landelijk gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0844.BPLandelijkgebied-VG01 |
De voor Recreatie - Recreatief tuinencomplex aangewezen gronden zijn bestemd voor
één en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 20.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 20.1.1:
Voor de recreatieve tuinen geldt het volgende:
Binnen deze bestemming is per tuin recreatief verblijf toegestaan, uitsluitend ter ondersteuning van het recreatief tuinieren.
Het bijeninformatiecentrum mag uitsluitend worden ingericht in een bestaand gebouw.
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Voor gebouwen geldt het volgende:
Voor tuinhuisjes gelden de volgende bepalingen:
Voor tuinkassen gelden de volgende bepalingen:
Voor de bedrijfswoning geldt het volgende:
Voor bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Voor de bedrijfsgebouwen bedoeld in 20.2.2 onder b geldt het volgende:
Uitsluitend zijn andere bouwwerken toegestaan in de vorm van aan de tuinhuisjes aangebouwde terrasoverkappingen met een maximale bebouwde oppervlakte die niet meer mag bedragen dan 7,5 m² per tuinhuisje.
In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en andere bouwwerken, gebouwd krachtens een vergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en andere bouwwerken, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor slopen) cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, zoals opgenomen in Bijlage 4 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 20.4.1 vervatte verbod geldt niet voor sloopwerkzaamheden: