Plan: | Landelijk gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0844.BPLandelijkgebied-VG01 |
De voor Recreatie - Verblijfsrecreatiebedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor de bedrijfsmatige exploitatie van gronden en opstallen voor verblijfsrecreatieve doeleinden met de daarbij behorende voorzieningen,
één en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 21.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 21.1.1:
Horeca is uitsluitend toegestaan voor zover deze is verbonden met en ondergeschikt is aan de verblijfsrecreatieve doeleinden. De vloeroppervlakte mag niet meer bedragen dan 365 m2.
Uitsluitend mag worden opgericht:
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
Voor bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Voor gebouwen als bedoeld in 21.2.1 onder b, geldt het volgende:
Voor bebouwing op de recreatieve verblijfskavels geldt het volgende:
Ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan in de vorm van de bouw van een kelderruimte onder de (bedrijfs)woning, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en andere bouwwerken, gebouwd krachtens een vergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en andere bouwwerken, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en opstallen:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor slopen) cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, zoals opgenomen in Bijlage 4 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in 21.5.1 vervatte verbod geldt niet voor sloopwerkzaamheden: