4.5 Flora en fauna
Om inzicht te krijgen in de ecologische situatie van het plangebied is er een flora- en faunascan uitgevoerd. In deze paragraaf zijn de belangrijkste conclusies en aandachtspunten uit dit onderzoek beschreven. Op basis van actuele informatie, nieuwe inventarisatiegegevens en aanvullend veldbezoek kan het volgende worden geconcludeerd en geadviseerd:
- Het plangebied Hooghei is geen onderdeel van gebieden die zijn begrensd in de Habitat- en/of Vogelrichtlijn (Natura 2000) en heeft ook geen effect op het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied. Er hoeft geen voortoets te worden gedaan.
- Het plangebied Hooghei maakt geen deel uit van de EHS of GHS. Er hoeft ten aanzien van EHS/GHS geen natuurcompensatieplan te worden opgesteld.
- In het plangebied komen geen beschermde plantensoorten voor;
- In het plangebied komen geen jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen van broedvogels voor;
- In het plangebied komen geen beschermde grondgebonden zoogdieren voor;
- In het plangebied zijn geen vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen;
- De houtwal aan de rand van het plangebied is mogelijk in gebruik als migratieroute van vleermuizen;
- In het plangebied komen geen beschermde amfibieën, reptielen, vissen of overige soorten voor;
- De houtwal omvat minder dan 10 are en valt daarmee buiten de Boswet. Ingeval van kap is derhalve geen kapvergunning nodig in het kader van de Boswet. Wel dient daarvoor in het kader van APV een kapvergunning te worden aangevraagd.
De uitvoerder van het project is verplicht conform de Flora- en faunawet de bijbehorende zorgplicht (artikel 2 lid 1 en 2) toe te passen. Daartoe wordt het volgende geadviseerd:
- Tijdens de werkzaamheden dient te worden gehouden aan de gedragscode van de Unie van waterschappen en Bouwend Nederland. Binnen deze gedragscodes wordt onder andere aangegeven dat bij de planning van de werkzaamheden rekening gehouden dient te worden met het broedseizoen van vogels (15 maart-15 juli). Eventuele velling van de bomen in de houtwal dient buiten deze periode te gebeuren.
- Volgens de gedragscode dient ook de meest gunstige periode ten aanzien van vissen en amfibieën aangehouden (half juli t/m oktober) ten aanzien van het dempen / vergraven van watergangen. Men moet dan onder andere het werk laten begeleiden door een gekwalificeerde ecoloog en ontsnappingsmogelijkheden creëren voor vissen.
- Werkzaamheden dienen buiten het broedseizoen van vogels uitgevoerd te worden.
4.5.1 Kwaliteit houtwal
Ten behoeve van de eerdere woningbouwontwikkeling ten zuiden van het huidige plan, is een gedeelte van een houtwal gekapt. Het restant van deze houtwal zal worden gehandhaafd. Om deze reden is dan ook onderzoek verricht naar de vitaliteit ofwel levensvatbaarheid van de eikenbomen in de houtwal (Boom Effect Analyse, Hooghei II te Zegge, 173820.ehv.211.R001.revisie 01, dd 6 oktober 2010). Daaruit is gebleken dat de meest noordelijke boom minder van kwaliteit is. Daarom wordt nog bezien of deze gehandhaafd kan blijven of wellicht moet wijken voor nieuwe aanplant.