direct naar inhoud van 4.8 Wonen
Plan: Oisterwijk Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002

4.8 Wonen

Huidige situatie

De woonbebouwing in het plangebied bevindt zich met name in bebouwingslinten, gevormd langs de van oudsher aanwezige verbindingswegen tussen dorpen en buurtschappen zoals Vinkenberg, Heuvelstraat, Broekzijde, Oirschotseweg, Heusdensebaan, Pannenschuurlaan en Heukelom. Daarnaast is er verspreid door het plangebied sprake van bewoning.

In het plangebied komen zowel burgerwoningen, recreatiewoningen, landhuizen als voormalige (agrarische) bedrijfswoningen voor.

Een aanzienlijk aantal burgerwoningen was oorspronkelijk agrarische bedrijfswoning. Opvallend is het aantal gerestaureerde voormalige langgevelboerderijen.

De geldende bestemmingsplannen bieden de mogelijkheid om panden met een inhoud van meer dan 900 m³ te splitsen in twee wooneenheden. Van deze mogelijkheid is in het gebied ook gebruik gemaakt.

In de vigerende bestemmingsplannen is voor de recreatief bewoonde woningen geen enkele mogelijkheid tot uitbreiding opgenomen, overeenkomstig het gemeentelijke beleid om permanente bewoning van recreatieverblijven te voorkomen.

De woningen met de bestemming landhuis hebben in de vigerende bestemmingsplannen juist ruime uitbreidingsmogelijkheden. Het gaat hierbij om de landhuizen aan het Hildsven, Dennenhoef (aan de Tilburgseweg) en het landhuis op de hoek Heukelomsebaan - Oisterwijkseweg. Het landgoed de Hooge Braaken neemt een uitzonderlijke positie in omdat hier nog een oud Plan in Hoofdzaken van toepassing is.

Toekomstige ontwikkelingen

De woonfunctie in het gebied zal ook in de toekomst blijven voortbestaan en naar verwachting verder worden uitgebreid in verband met de afname van het aantal agrarische bedrijven. Er is veel belangstelling voor wonen in het landelijk gebied (rust, ruimte, groen). Voor wonen geldt dat het in het kader van het bestemmingsplan wenselijk is voldoende mogelijkheden te bieden om de woning en het erf te kunnen moderniseren en aan te passen aan de huidige eisen voor wooncomfort.

Voormalige (agrarische) bedrijfswoningen worden veelal verkocht als burgerwoning.

Als een voormalige agrarische bedrijfswoning in gebruik is genomen als burgerwoning, blijven er, ondanks het streven naar sanering van overtollige bebouwing, vaak nog veel voormalige bedrijfsgebouwen aanwezig (schuren, stallen). In toenemende mate zal de gemeente geconfronteerd worden met de vraag of deze bebouwing op enigerlei wijze voor bedrijfsmatige activiteiten mag worden (her)gebruikt.

Ook kan na het beëindigen van het agrarisch bedrijf de situatie ontstaan dat de voormalige ondernemer op de boerderij blijft wonen, waarbij hobbymatig nog wat agrarische activiteiten (het houden van dieren) worden uitgevoerd. Bovendien combineert een toenemend aantal burgers het "buiten wonen" met het houden van paarden of ander vee voor hobbydoeleinden. Mede om die reden betrekken zij veelal vrijkomende agrarische bedrijfscomplexen.

Voorts zal er in toenemende mate vraag zijn naar speciale vormen van huisvesting zoals huisvesting ten behoeve van mantelzorg.

Sectorale bouwstenen voor beleid

Ten behoeve van een groter woongenot is het wenselijk voldoende uitbreidingsmogelijkheden te bieden voor de woning en het erf. Er is onder andere behoefte aan bouwmogelijkheden voor de stalling van hobbymatig gehouden dieren zoals paarden en schapen. Voorts dragen het behoud en de versterking van de kwaliteit van de woonomgeving en de bestaande groen- en waterstructuren in belangrijke mate bij aan het woongenot. De ontwikkeling van nieuwe landgoederen kan bijdragen aan deze versterking. Tot slot is het gewenst gebruiksmogelijkheden te bieden voor vrijkomende of reeds vrijgekomen agrarische bebouwing en het opnemen van mogelijkheden om in te spelen op de vraag naar mantelzorg.