direct naar inhoud van 4.10 Leidingen
Plan: Oisterwijk Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002

4.10 Leidingen

Huidige situatie

Voor hoofdtransportleidingen en hoogspanningsverbindingen geldt dat deze in het bestemmingsplan moeten worden geregeld. Deze leidingen hebben namelijk gevolgen voor het gebruik van gronden in de directe omgeving en zijn dus planologisch relevant. Ook niet-hoofdtransportleidingen met veiligheidscontour, kunnen planologisch relevant zijn. Als planologisch relevante leidingen worden aangemerkt (buis)leidingen voor het transport van:

  • hoogspanning van 50 kV en hoger;
  • brandbare gassen met een druk van 20 bar en hoger;
  • brandbare vloeistoffen of giftige stoffen met een diameter van 4" en hoger;
  • buisleidingen met een diameter van 400 mm en groter.

Niet-planologisch relevante leidingen behoeven geen bescherming c.q. regeling in het bestemmingsplan. Deze leidingen kunnen dan ook zonder planologische regeling worden aangelegd.

In het plangebied zijn verschillende leidingen en hoogspanningsleidingen aanwezig. Een aantal van deze leidingen liggen in een zogenoemde buisleidingenstrook. In tabel 4.6 is een overzicht opgenomen van deze leidingen, inclusief druk en diameter.

Buisleidingenstrook

In de leidingenstrook (circa 70 meter breed) mag in principe niet worden gebouwd anders dan ten behoeve van leidingen en de primaire bestemming Leidingenstrook. Het veiligheidsgebied (55 meter aan weerszijden van de strook) dient te worden vrijgehouden van woonbebouwing en zoveel mogelijk van andere bebouwing. In de buisleidingenstrook liggen diverse leidingen gebundeld (zie tabel 4.6). De individuele contouren (veiligheidsafstanden) van deze leidingen zijn afgestemd op het genoemde veiligheidsgebied.

Individuele leidingen

Per 1 januari 2011 is in werking getreden de AMvB voor de buisleidingen (Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen, BEVB). Deze AMvB stelt nieuwe regels aan risiconormering en zonering langs transportleidingen, het opnemen van voorschriften in bestemmingsplannen, technische eisen, het aanwijzen van een toezichthouder, melding van incidenten en beschikbaarheid van noodplannen.

In de nieuwe AMvB is zoveel mogelijk aangesloten op de risiconormering zoals in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) is vastgelegd (plaatsgebonden risico en groepsrisico).

De plaatsgebonden risicocontour is de afstand die dient te worden aangehouden tot kwetsbare objecten. Als kwetsbare objecten zijn aangemerkt: woonbebouwing, bijzondere objecten, recreatieterreinen en industrieterreinen.

Het plaatsgebonden risico en groepsrisico is voor de individuele leidingen in het plangebied in kaart gebracht. Hiervoor wordt verwezen naar het rapport van de RMD West-Brabant 'Gemeente Oisterwijk Risicoberekening Vervoer Gevaarlijke Stoffen Buisleidingen.

De afstand die, in verband met de bescherming en het beheer van de leiding, minstens moet worden aangehouden ten opzichte van andere functies, wordt bepaald door de belemmerende strook. Binnen deze afstand is in beginsel geen enkele vorm van bebouwing toegestaan.

Hoogspanningsverbindingen

Door de elektriciteitsbedrijven (SEP) en het Staatstoezicht op de Volksgezondheid en de Milieuhygiëne worden ten behoeve van de ruimtelijke planning zakelijke rechtstroken gehanteerd.

Er zijn de laatste jaren onderzoeken uitgevoerd die aantonen dat de kans op leukemie voor kinderen verhoogd wordt door de nabijheid van een hoogspanningslijn. In deze onderzoeken is overigens geen oorzakelijk verband aangetoond. Staatssecretaris Van Geel heeft naar aanleiding van deze onderzoeken in een adviesbrief indicatieve zones aangegeven met betrekking tot bovengrondse hoogspanningslijnen (brief d.d. 4 oktober 2005) in verband met de aanwezige magnetische velden bij deze lijnen. Dit zijn zones rond hoogspanningslijnen waarbinnen sprake kan zijn van verhoogde magneetvelden. De betreffende zones / afstanden zijn gebaseerd op conservatieve aannames.

De staatssecretaris adviseert geen nieuwe gevoelige functies (functies waar kinderen van 0 tot 15 jaar langdurig kunnen verblijven, zoals wonen, scholen en kinderopvangvoorzieningen) te realiseren binnen de indicatieve zone. Tevens kan in overleg met de netbeheerder worden bepaald wat de specifieke zone is.

Het gaat om een advies, gemeenten en provincies mogen hiervan afwijken. In de brief van de staatssecretaris wordt aangegeven dat maatschappelijke kosten en baten meegewogen moeten worden bij de afweging om af te wijken van de indicatieve of specifieke zone.

De indicatieve zone voor de betreffende hoogspanningsleidingen bedraagt 80 m aan weerszijden (bron: website RIVM). Deze 80 m afstand wordt horizontaal gemeten. Er is voor de betreffende leiding geen specifieke zone bekend.

Tabel 4.6. Overzicht buisleidingen

soort leiding   diameter en druk / spanning   leidingbeheerder  
buisleidingenstrook  
aardolieproducten   24 inch   Rotterdam-Rijn Pijpleidingmaatschappij  
ruwe olie   36 inch   Rotterdam-Rijn Pijpleidingmaatschappij  
individuele leidingen/hoogspanningsverbindingen  
rioolpersleiding   400/700 mm   Waterschap de Dommel  
vloeibare koolwaterstoffen (PRB-leiding)   8 inch   SABIC  
aardgasleiding (Z-520-04-kr-002)   4 inch, 23 bar   Gasunie  
aardgasleiding (Z-520-35-kr-002)   6 inch, 40 bar   Gasunie  
aardgasleiding (Z-520-01-kr-022)   12 inch, 23 bar   Gasunie  
aardgasleiding (Z-522-01)   12 inch, 40 bar   Gasunie  
aardgasleiding (Z-520-26-kr-002)   4 inch, 40 bar   Gasunie  
aardgasleiding (Z-520-02)   leiding is buiten gebruik   Gasunie  
aardgasleiding (A-527-kr-0077)   42 inch, 66,2 bar   Gasunie  
aardgasleiding (A-526-kr-070)   42 inch, 66,2 bar   Gasunie  
aardgasleiding (A-525-k4-070)   36 inch, 66,2 bar   Gasunie  
aardgasleiding (Z-522-10-kr-001) t / m kr-004r)   8 inch, 40 bar   Gasunie  
aardgasleiding (A-525-03-kr-001)   16 inch, 66,2 bar   Gasunie  
aardgasleiding (A-527-08-kr-001)   16 inch, 66,2 bar   Gasunie  
aardgasleiding (Z-520-01-kr-018)   12 inch, 40 bar   Gasunie  
aardgasleiding (Z-520-26-kr-001 t / m kr-003)   4 inch, 40 bar   Gasunie  
aardgasleiding (Z-522-01-kr-001 t / m kr-042)   12 inch, 40 bar   Gasunie  
3 bovengrondse hoogspanningsleidingen van 150 KV   150 KV    
drinkwaterleidingen   24 inch   Brabant Water  
vloeibare koolwaterstoffen (naftaleen)   8 inch, 80 bar   SABIC pipelines  

Toekomstige ontwikkelingen

De aanleg van drie nieuwe aardgastransportleidingen in het zuidelijke deel van het plangebied, gebundeld met de aanwezige gasleidingen wordt in de nabije toekomst voorzien (aangewezen in de nieuwe Structuurvisie buisleidingen die naar verwachting in juni 2011 ter inzage wordt gelegd). In het bestemmingplan kan voor als nog geen rekening worden gehouden met de feitelijke aanleg van de toekomstige leidingen omdat er geen definitieve tracés bekend zijn.

Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen ten behoeve van andere functies zal rekening moeten worden gehouden met de belemmerende strook en met de plaatsgebonden risicocontour van de aanwezige leidingen. De toekomstige omschakeling van agrarische bedrijfswoningen naar burgerwoningen en de splitsing van grote of cultuurhistorisch waardevolle gebouwen kan op grond van veiligheidsaspecten binnen de plaatsgebonden risicocontour niet.

Sectorale bouwstenen voor beleid

Er dient bij de realisatie van nieuwe functies rekening te worden gehouden met de aan te houden afstanden die gelden voor de verschillende planologisch relevante leidingen in het gebied.