direct naar inhoud van 4.11 Inrichting LOG
Plan: Oisterwijk Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002

4.11 Inrichting LOG

Voor het LOG Stille Wille en het LOG Molenakkers zijn landschapsplannen opgesteld. In de landschapsplannen is ook een uitvoeringsprogramma opgenomen.

Landschapsplan en Uitvoeringsprogramma voor LOG Stille Wille en Molenakkers

De inzet van beide landschapsplannen voor de inrichting van de LOG's is dat er groene coulissen worden gecreƫerd bestaande uit een combinatie van weg- of laanbeplanting, erfbeplanting en bosje en houtwallen 'in het veld'.

Bij het LOG Molenakkers is het daarbij belangrijk dat het verschil tussen de historische lintbebouwing en de voormalig akker herkenbaar blijft. Bij het LOG Stille Wille is het van belang dat de schaalverschillen tussen grootschalige ontginningen en kleinschalige bebouwingslinten behouden blijft.

Ten aanzien van de inrichting van het erf worden eisen gesteld aan erfbeplanting (de combinatie van beplanting op het bouwvlak met beplanting in de omgeving; de erfbeplanting is robuust en nooit smaller dan 10 meter), waterberging en bebouwing (nokhoogte niet meer dan 10 meter, bij voorkeur een goothoogte van 4 meter en een dakhelling van minimaal 1:2). De toetsingscriteria voor de inrichting van het erf geven een richting aan, bij daadwerkelijke uitbreiding of inplaatsing van intensieve veehouderijbedrijven moet maatwerk worden geleverd. De afspraken die met de betreffende ondernemers worden gemaakt over de inrichting van het erf en de erfbeplanting worden gekoppeld aan een op te stellen overeenkomst waarin afspraken zijn opgenomen over de aanleg, inrichting en het beheer van de erfinrichting.

In het Uitvoeringsprogramma worden de voorgestelde ingrepen uit de landschapsplannen vertaald in projecten. De volgende projecten komen onder andere voor realisatie in aanmerking:

  • inplaatsing van nieuwe intensieve veehouderijen (niet langer actueel op basis van recent provinciaal beleid);
  • aanleg erfbeplanting;
  • aanleg laanbeplanting;
  • aanleg landschapselementen;
  • duurzame bedrijfsvoering (in aanvulling op wettelijke regelingen);
  • aanleg gezamenlijke waterberging.

De landschapsplannen hebben geen directe gevolgen voor de regels in het bestemmingplan; het bestemmingsplan mag zich niet verzetten tegen de gewenste inrichting van de gebieden en de erven.