direct naar inhoud van 3.3 Regionaal beleid
Plan: Oisterwijk Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002

3.3 Regionaal beleid

Reconstructieplannen De Meierij en Beerze Reusel (2005)

De zandgronden van Noord-Brabant (concentratiegebied) zijn opgedeeld in zeven reconstructiegebieden. Voor elk van deze reconstructiegebieden is een reconstructieplan opgesteld. De gemeente Oisterwijk is gelegen in twee reconstructiegebieden. Het noordelijk deel van de gemeente (tot en met de Oisterwijkse bossen en vennen) maakt deel uit van het Reconstructieplan Meierij, het zuidelijk deel van het Reconstructieplan Beerze Reusel (de grens tussen beide reconstructiegebieden is weergeven op figuur 2.1). Hoewel niet identiek vertonen de doelstellingen voor de beide gebieden overeenkomsten:

  • behoud en ontwikkeling van karakteristieke natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  • tot stand brengen van een robuust systeem van natuurgebieden, inrichten van de ecologische verbindingszones;
  • herstel van de natuur-, water-, en landschapsfunctie van de beken;
  • het in samenhang met natuur en landschap verder ontwikkelen van recreatie en toerisme;
  • ontwikkelen van intensieve veehouderij op duurzame locaties.

Figuur 3.4 bevat een weergave van de in het plangebied relevante onderdelen van de beide reconstructieplannen, ingedeeld naar:

  • natuurdoelen: "ecologische verbindingszone" langs (delen van) de Voorste Stroom, de Achterste Stroom, het Wilhelminakanaal en de Reusel; de ten opzichte van het Streekplan aangepaste begrenzing van de "RNLE" Oisterwijkse bossen en vennen;
  • waterberging: "in te richten waterbergingsgebied" langs de Reusel; "bestaande inundatiegebieden" bij de Voorste Stroom, de Achterste Stroom en de Beerze; "voorlopig reserveringsgebied 2050-2016" langs de Voorste Stroom, de Reusel en de Beerze;
  • waterdoelen: de Kampina en een gedeelte van de Oisterwijkse bossen en vennen is aangemerkt als "natte natuurparel"; bij de natte natuurparel hoort een "beschermingszone" van 500 meter;
  • beekherstel: de aanduidingen "te herstellen beek", "ruimte voor beek- en kreekherstel" en "concreet begrensd beekherstelgebied" zijn toegekend aan de Reusel, het Spruitenstroompje, de Beerze, de Voorste Stroom, Achterste Stroom, Essche Stroom en Rosep;
  • integrale zonering voor de intensieve veehouderij: de aanwijzing van gebieden waar de intensieve veehouderij op termijn zal verdwijnen ("extensiveringsgebieden"), alleen op duurzame locaties door kan ontwikkelen ("verwevingsgebieden") of zich verder kan ontwikkelen ("landbouwontwikkelingsgebieden": landbouwontwikkelingsgebieden (LOG's) Molenakkers en Stille Wille);
  • recreatiedoelen: een "recreatieve poort" voor de opvang en geleding van recreanten bij het informatiecentrum van Natuurmonumenten en bij de Reusel; een "projectlocatiegebied" ten westen van de Oirschotsebaan ten behoeve van de verplaatsing van een bestaand verblijfsrecreatief terrein; het huidige "intensief recreatief gebied" langs de Scheibaan.

Bijlage 2 bevat een uitgebreide toelichting op de reconstructieplannen. Met de opzet van de reconstructieplannen werd beoogd dat een aantal onderdelen direct een rechtstreekse planologische doorwerking zouden hebben. Dit betrof de onderdelen "natte natuurparel", "beschermingszone natte natuurparel", "in te richten waterbergingsgebied", "bestaand inundatiegebied", "concreet begrensd beekherstelgebied" voor wat betreft de Voorste Stroom en de integrale zonering. In de reconstructieplannen zijn voor deze gebieden regelingen voor bouwen en het uitvoeren van werkzaamheden opgenomen, die van kracht werden verklaard en waartegen geen bezwaar of beroep in het kader van een bestemmingsplanprocedure meer mogelijk zou zijn.

Op 4 april 2007 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak echter uitspraak gedaan in de beroepsprocedure inzake het Reconstructieplan Beerze Reusel. De uitspraak heeft betrekking op onder andere de volgende aspecten.

De begrenzing van de integrale zonering

De begrenzing van de integrale zonering die in de reconstructieplannen is vastgelegd is overeind gebleven.

Ten aanzien van bouwblokken die door de begrenzing van de zonering worden doorsneden is het besluit tot vaststelling van het reconstructieplan wel vernietigd. Hier dient een afweging op perceelsniveau plaats te vinden.

De planologische doorwerking van de integrale zonering

De Afdeling is van oordeel dat de planologische doorwerking van de integrale zonering onvoldoende concreet – tot op perceelsniveau – is afgewogen en heeft de rechtstreekse doorwerking vernietigd. Dit laat echter onverlet dat de beoogde planologische regeling (voortvloeiend uit hoofdstuk 11.6.1 van deel B van de reconstructieplannen) volgens de provincie als uitgangspunt voor de regeling in het bestemmingsplan kan blijven dienen. Vooralsnog gaat de gemeente hier ook vanuit. Het betekent dat de gemeenteraad met de vaststelling van het bestemmingsplan een integrale afweging maakt met betrekking tot de ontwikkelings(on)mogelijkheden voor de individuele bedrijven.

Doordat de doorwerking is vernietigd, krijgen belanghebbenden alsnog de reguliere rechtsbeschermingsmogelijkheden tegen de in het bestemmingsplan vervatte regelingen.

LOG Molenakkers

De Afdeling is van oordeel dat de aanwijzing van primaire landbouwontwikkelingsgebieden binnen een afstand van 1.000 tot 1.500 meter van de Reusel moet worden vernietigd. Daarmee wordt het LOG Molenakkers aanzienlijk aangetast. De Afdeling komt tot dit besluit omdat de provincie ten onrechte van het eigen reconstructiestandpunt is afgeweken (in de zone van 1.000 tot 1.500 meter van een Habitatrichtlijngebied geen primair LOG). Het betreft hier het Habitatgebied Kempenland. Het gedeelte van de Reusel, gelegen in het plangebied maakt echter geen onderdeel uit van dit Habitatgebied. Vooralsnog kiest de gemeente ervoor om in het bestemmingsplan de oorspronkelijke begrenzing van het LOG Molenakkers te handhaven.

Verordening Ruimte

Met de vaststelling van de Verordening Ruimte is de begrenzing van de integrale zonering opnieuw bevestigd. De plannen voor uitvoering van de landinrichting de Hilver voorzien in de realisering van waterberging de Reusel.

Gebiedsconvenant en uitvoeringsprogramma Het Groene Woud

Midden in de stedendriehoek Eindhoven,Tilburg en 's Hertogenbosch ontwikkelt zich Nationaal Landschap Het Groene Woud: een circa 7.500 ha groot aaneengesloten natuurpark in ontwikkeling. De Oisterwijkse bossen en vennen maken deel uit van dit natuurpark (zie ook figuur 2.1). De gemeente is medeondertekenaar van het gebiedsconvenant en heeft een aantal verplichtingen op zich genomen. In het uitvoeringsprogramma zijn onder andere projecten opgenomen die zich richten op het ontwikkelen van natuur- en landschapselementen op agrarische gronden (ontwikkelen EVZ Achterste Stroom (Waterborgh) en Voorste Stroom), een natuurlijker verloop van beken (de Reusel, Voorste en Achterste Stroom en de Rosep) en de ontwikkeling van landschap in combinatie met het bieden van recreatieve mogelijkheden (landschapszone Leemkuilen-Kampina). Ook wordt uitplaatsing van intensieve veehouderij uit het Groene Woud (en inplaatsing elders) nagestreefd.

Kadernota Groene Mal

De Groene Mal moet een robuuste, duurzame, samenhangende ecologische structuur rond de stad Tilburg en de kernen Berkel-Enschot en Udenhout gaan vormen welke sturend is voor de (stedelijke) ruimtelijke plannen. De hoofdfunctie van de Groene Mal is natuur, delen hebben een belangrijke agrarische functie en zijn uit het oogpunt van landschap en cultuurhistorie aantrekkelijk voor de recreant. Het gebied ten noordwesten van de kern Oisterwijk, richting Berkel-Enschot, dient gevrijwaard te blijven van verstedelijking. Getracht wordt om in dit gebied Leemkuilen-Vennen landschapsmaatregelen te nemen. Daarbij wordt gedacht aan de aanleg van begroeingselementen, poelen en bloemrijke graslanden of ruigte.

Landinrichting de Hilver Plus

In oktober 2009 heeft de rechtbank het plan van toedeling van het landinrichtingsplan de Hilver Plus (landinrichting gelegen in de gemeente Oisterwijk, deelgebied Moergestel en Hilvarenbeek) vastgesteld. Het landinrichtingsplan heeft de volgende doelstellingen.

Het landinrichtingsplan wil de gronden van de agrariërs concentreren rondom hun bedrijfsgebouwen (huiskavels). De resterende gronden worden samengevoegd op een zo kort mogelijke afstand van de bedrijfsgebouwen. De agrarische ontsluiting (sloten, toegangswegen) zal worden aangepast aan de hernieuwde verkaveling.

De waterhuishouding zal worden verbeterd, zodat de grondwaterstanden in het gebied voor de agrarische bedrijfsvoering zo optimaal mogelijk worden, zonder daarbij schade te veroorzaken aan de aanwezige natuur.

In totaal zal circa 889 hectare grond ingezet worden voor het realiseren van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS), met name in het gebied rond de Reusel. De recreatieve mogelijkheden rondom de dorpskernen en recreatieve centra worden vergroot waarbij rekening gehouden wordt met de kwetsbare natuurgebieden (meer mogelijkheden op het gebied van wandelen, fietsen, paardrijden en sportvissen).

Voor het ontwikkelen van de EHS is het belangrijk om natuurlijke omstandigheden te herstellen zoals het vernatten van de beekdalen.

Hoofddoel voor de ontwikkeling van het landschap is het behouden en waar mogelijk versterken van de gebiedseigen kenmerken, zoals de spinnenwebachtige wegenstructuur rond de dorpen, de bolle akkers, de beekdalen en de open heide-ontginningslandschappen. Door aanleg van beplanting wordt het landschap verstrekt en blijven de gebiedseigen kenmerken bewaard. Een belangrijke rol hierin spelen de erfbeplantingen en de bermbeplanting.

Voor het slagen van met name de natuurdoelstellingen is het verbeteren van de algemene milieukwaliteit van groot belang.

Circa 12 km plattelandsweg wordt verbeterd en / of aangelegd. Dit om de verkeersveiligheid te bevorderen en de bereikbaarheid van de agrarische bedrijven en gronden te verbeteren.

Afhankelijk van de nieuwe toedeling zal het nodig zijn om enkele verdichtingswegen aan te leggen. Enkele bestaande wegen die niet langer een ontsluitingsfunctie hebben worden gesaneerd en krijgen een agrarische functie.

Het landinrichtingsplan heeft enkele concrete projecten waarvan er één in Oisterwijk is gelegen: de herinrichting van de Rosep (inrichting van het bovenstroomse deel van de Rosep als brongebied en kwelmoeras (het Helsbroek); inrichten van de bovenloop met een nieuw slingerend tracé door de lage delen van een moeraszone).

Met de vaststelling van het plan van toedeling is de landinrichting nog niet definitief, de eventuele gevolgen voor het bestemmingsplan staan daarmee ook niet vast. Er dient echter rekening te worden gehouden met het volgende.

  • Circa 500 ha aangekochte landbouwgrond, gelegen in de ecologische hoofdstructuur (EHS), is reeds doorgeleverd aan de natuurbeherende instanties (Brabants Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer). Deze functiewijziging is in het bestemmingsplan vertaald.
  • Voor de realisering van plannen voor waterberging en natuurontwikkeling rond de Reusel is een planwijziging van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied opgesteld. Deze planwijziging is in het onderhavige bestemmingsplan opgenomen.
  • Het bestemmingsplan zal voldoende flexibiliteitsbepalingen moeten bevatten om de landinrichting te kunnen effectueren. Het gaat hierbij met name om mogelijkheden om een agrarische bestemming om te zetten in een natuur- of waterbestemming en om mogelijkheden om de vorm van agrarische bouwvlakken te wijzigen.
  • Bij het uitvoeren van de kavelaanvaardingswerken is het vereiste van omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden zoals opgenomen in het bestemmingsplan, bepalend.

afbeelding "i_NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002_0008.jpg"

Figuur 3.4.A Reconstructieplannen de Meierij en Beerze Reusel

afbeelding "i_NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002_0009.jpg"

Figuur 3.4.B Reconstructieplannen de Meierij en Beerze Reusel