direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Oisterwijk Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002

3.4 Gemeentelijk beleid

Op gemeentelijk niveau is met name de StructuurvisiePlus een belangrijke bouwsteen voor het bestemmingsplan Buitengebied. In bijlage 1 zijn andere relevante sectorale gemeentelijke nota's weergegeven zoals het Beleidsplan en het Actieplan Toerisme en recreatie, de nota Aanpak permanente bewoning recreatieverblijven, de Uitvoeringsnota Handhaving en het gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan.

StructuurvisiePlus (2005)

De StructuurvisiePlus bevat een integrale visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gehele gemeentelijk grondgebied. De kernambitie "Groene parel tussen de steden" illustreert de centrale plaats die het buitengebied daarin inneemt. De StructuurvisiePlus is dan ook een belangrijke gemeentelijke onderlegger voor het bestemmingsplan. Voor het bestemmingsplan buitengebied zijn met name de volgende elementen uit de visie van belang (deelgebieden weergegeven op figuur 3.5).

  • Deelgebied 1: Kerkhoven en Hoog-Heukelom. Beleid is hier het vormgeven van een groene landschapszone door te kiezen voor duurzaam agrarisch gebruik in combinatie met natuurontwikkeling. Wat betreft de landbouw gelden accenten voor de boomteelt en de rundveehouderij. Het gebied zal geleidelijk worden verdicht door boomteelt en de aanleg van lanen. Het gebied ten noorden van de kern Oisterwijk is een overgangszone tussen dorp en buitengebied, waarvan begrenzing en vorm nog nader moet worden bepaald. Heukelom heeft bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Het lint kan transformeren naar een gemengd agrarisch – niet-agrarisch woonlint. Versterking van de lintstructuur van Heukelom is gewenst, met behoud van doorzichten.
  • Deelgebied 2: Laag-Heukelom en de Oisterwijkse Hoeven. De opgave is om hier een sterke landschappelijke inrichting te realiseren tussen Tilburg en Oisterwijk. Het relatief kleinschalige landschap is belangrijk als stedelijk-recreatief uitloopgebied tussen Tilburg en Oisterwijk. Ruimte wordt geboden voor ontwikkeling van de rundveehouderij. In de overgangszone naar bos en natuur en in het dal van de Voorste Stroom staan de ecologische kwaliteiten van het landschap centraal. Ingezet wordt op kleinschalige extensieve recreatieve ontwikkelingen: wandelen, fietsen, kleinschalig kamperen. Landgoedontwikkeling kan een meerwaarde betekenen voor de groene en recreatieve kwaliteiten. De ontwikkeling van een kleinschalige groene / recreatieve poort kan de recreatieve druk op het bossen- en vennengebied afleiden. Gedacht wordt aan een laagdrempelige horecagelegenheid, informatieborden en goede parkeergelegenheid.
  • Deelgebied 3: het gebied ten westen van de Reusel. Het gaat om een landschappelijk minder kwetsbaar gebied met een aantal intensief bebouwde linten. In het middendeel kan een landbouwontwikkelingsgebied ontstaan. Aan de randen van dit gebied kan ruimte worden geboden voor nieuwe economische dragers: verbrede landbouw aan het buitengebied gebonden niet-agrarische bedrijfsfuncties. Voor omschakeling van agrarisch bedrijf naar de woonfunctie is maatwerk nodig in verband met de landbouwontwikkeling.
  • Deelgebied 4: Beekdal van de Reusel. In dit gebied ligt het accent op beekherstel, waterberging en natuurontwikkeling. Wat betreft het agrarische gebruik ligt het accent op grondgebonden veehouderij.
  • Deelgebied 5: De bosrandzone. Het gaat om een rustig overgangsgebied van natuur naar landbouw; ten westen van Heikant betreft het oude bouwlanden in een coulissenlandschap waar de nadruk ligt op behoud landschap, grondgeboden veehouderij, kleinschalige recreatieve activiteiten en nieuwe landgoederen; ten oosten van Heikant wordt landschap grootschaliger met ruimte voor extensivering graasdiersector. Het gebied biedt recreatieve potenties. De StructuurvisiePlus zet in op verbreding van het aanbod aan recreatieve activiteiten: een zone met extensieve landbouw en kleinschalige recreatieve activiteiten (onder andere in vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen) gericht op de omgeving. Verder wordt ruimte geboden voor hervestiging van één recreatiebedrijf bij Heikant. Rond Moergestel is het beleid gericht op behoud van het kleinschalige karakter van het landschap, grondgebonden rundveehouderij, kleinschalige recreatieve activiteiten en nieuwe landgoederen. Verder kunnen hier één of meerdere groene / recreatieve poorten worden gevestigd: parkeergelegenheid met voorzieningen zoals horeca, fietsverhuur, wandel- en fietsroutes. 't Stokske of De Boskant zijn daarvoor goede locaties. Ten oosten van Heikant is behoud van het rustige en landelijke karakter gewenst.
  • Deelgebied 6: Middengebied Moergestel. Het gebied is voor een groot deel onderdeel van het landbouwontwikkelingsgebied Stille Wille. Daarnaast komen verwevings- en extensiveringsgebieden voor. Ten zuiden van de A58 is geen sprake van bijzondere landschappelijke waarden. Buiten het LOG Stille Wille is ruimte voor grondgebonden agrarische bedrijven (extensivering van de graasdierensector) en extensieve vormen van verbrede landbouw; nieuwe economische dragers op het gebied van recreatie, aan het buitengebied verbonden bedrijvigheid of ambachtelijke bedrijven zijn beperkt mogelijk in aansluiting op bestaande bebouwingsclusters.
  • Deelgebied 7: Natuurgebieden, bossen, vennen en heide. Deze gebieden vormen een belangrijke kernkwaliteit van de gemeente. Beleidsdoelen zijn versterking van de natuurwaarden en geleiding van de recreatiedruk door padenstructuur en zonering. Deze beleidsdoelen kunnen worden gerealiseerd door versterking van de beekdalen (natuurontwikkeling, retentie, rood voor groen) en versterking van de ecologische hoofdstructuur door landgoederen.

Daarnaast is de afronding en ruimtelijke kwaliteit van de kernranden van belang.

Wat betreft de LOG's en waterberging sluiten StructuurvisiePlus en reconstructieplannen nauw op elkaar aan. In aanvulling op de in de reconstructieplannen opgenomen recreatieve poorten zijn in de StructuurvisiePlus recreatieve poorten aangegeven bij camping De Boskant, 't Stokske en in aansluiting op het sportpark Den Donk.

Duisternis in zicht ?

Zowel in Reconstructiegebied Meierij als het Groene Woud staat duisternis vermeld als één van de leefomgevingskwaliteiten die bescherming en versterking behoeven. De realisatie daarvan is niet eenvoudig, getuige ook de landelijke ontwikkeling. Hoewel duisternis al enkele jaren in de belangstelling staat, groeit in heel Nederland de verlichtingsgraad door. In het project "Duisternis in zicht ?" willen de gemeenten in de Meierij samen met de Brabantse Milieufederatie de ambities uit het reconstructieplan realiseren onder andere door het maken van een "ambitiekaart duisternis". Hierin wordt aangegeven voor welke gebieden in het reconstructiegebied het haalbaar en wenselijk is om de lichtintensiteit te verminderen. Daarnaast wordt een "toolkit" samengesteld met activiteiten en maatregelen die de duisternis kunnen versterken.

De gemeente Oisterwijk is partner in het reconstructieproject "Duisternis in Zicht"?

Stimuleringskader Groene en Blauwe diensten

In overwegend agrarische gebieden vormen de aanwezige landschapselementen (houtwallen, poelen of laanbomen) belangrijke dragers van de ruimtelijke, recreatieve en ecologische kwaliteiten. Hoewel de waarde van dergelijke elementen groot is, zijn in de afgelopen decennia steeds meer van deze karakteristieke elementen uit het landschap verdwenen. De reden hiervan is dat de landbouwkundige functie van deze elementen is komen te vervallen en vanuit efficiency overwegingen veel van deze elementen zijn verdwenen of in kwaliteit achteruit gegaan.

Er wordt steeds meer waarde gehecht aan een kenmerkend landschap met natuurwaarden en recreatieve mogelijkheden. Het platteland kan profiteren van de aanwezigheid van recreanten en toeristen, welke de doelgroep kunnen vormen voor initiatieven ten aanzien van verbrede landbouw. Daarnaast kan landschapsontwikkeling en -onderhoud zelf een vorm zijn van verbrede landbouw waarbij agrariërs worden betaald voor het aanleggen van landschapselementen en het onderhoud ervan.

Ook de ecologische waarde van het buitengebied wordt deels bepaald door de aanwezigheid van landschapselementen. Veelal vormen deze elementen (een deel van) het leefgebied voor kenmerkende soorten die bij dit landschap horen. Agrarische gebieden met landschapselementen kennen een aanmerkelijk grotere biodiversiteit dan zonder deze landschapselementen.

De gemeente Oisterwijk wil, samen met vier buurgemeenten de landschaps- en natuurwaarden in het buitengebied versterken. Hiervoor is het belangrijk om te stimuleren dat ook particuliere grondeigenaren maatregelen nemen zoals bijvoorbeeld het realiseren en beheren van poelen, houtwallen en randen. Om die reden willen de vijf gemeenten gezamenlijk met het Waterschap De Dommel gebruik maken van de provinciale regeling voor het subsidiëren van landschapselementen in het buitengebied. Dit is een "standaard" regeling die voor geheel Noord-Brabant geldt en waarmee cofinanciering door de provincie verkregen kan worden voor de aanleg en het onderhoud van landschapselementen.

Gebleken is dat subsidiëring van landschapselementen nodig is om tot een werkelijke verbetering van het landschap op particuliere terreinen te komen. Daarnaast kan bij de uitvoering van een dergelijke regeling de nodige begeleiding plaatsvinden waardoor het kwaliteitsniveau van de maatregelen kan worden verbeterd.

Het aansluiten bij de "standaard" regeling van de provincie Noord-Brabant biedt het voordeel van provinciale cofinanciering, een uitgewerkte regeling en een uitgewerkte uitvoeringsorganisatie. Daarnaast is de regeling door de EU goedgekeurd, wat een vereiste is voor een dergelijke regeling.

De regeling voldoet aan de eisen die vanuit de landbouw aan een dergelijke regeling worden gesteld. Het biedt agrariërs de mogelijkheid om hun bijdrage aan het landschap te leveren zonder dat zij daar financieel nadeel van ondervinden. Zo wordt naast de aanleg ook het beheer en de gederfde opbrengsten of grondwaardedaling vergoed. Het leidend principe bij deze groene en blauwe diensten zal zijn dat "nieuw groen", "vrij groen" is. Hier moet echter wel een nuance aan worden gebracht:, wanneer zeldzame soorten zich in nieuw groen vestigen komt er nieuwe juridische bescherming om de hoek kijken.

Gebiedsplan Rozephoeve / Ontwikkelingsvisie beekherstel Rosep (2005)

Ingeklemd tussen het natuurgebied Kampina en het grootschalige agrarische landschap aan de zuidzijde ligt Landgoed Rozephoeve, een particulier landgoed ter grootte van ongeveer 530 ha. Het landgoed maakt deel uit van het stroomgebied Beerze-Reusel. De beek Rosep, waarvan de loop sinds 1850 nagenoeg hetzelfde is, stroomt over het landgoed en bepaalt voor een belangrijk deel het beeld ondermeer door de van oudsher beekbegeleidende bossen. De beek is belangrijk voor het aangrenzende natuurgebied Kampina. Het landgoed is vanwege actuele én potentiële natuur- en ecohydrologische kwaliteiten van grote waarde. Omdat deze momenteel onvoldoende tot ontwikkeling komen is door de eigenaar het initiatief genomen om in samenspraak met onder andere de provincie, gemeente Oisterwijk, Natuurmonumenten en het waterschap, het Gebiedsplan Rozephoeve te maken.

In 2005 werd eveneens een ontwikkelingsvisie voor het beekdal van de Rosep opgesteld in opdracht van het Waterschap De Dommel. De visie, met name gericht op het grondgebied van het landgoed Rozephoeve en het nabijgelegen ´t Lot, gaat vooral in op de goede mogelijkheden voor beekherstel, waterconservering en waterberging in combinatie met natuurontwikkeling.

Zowel het Gebiedsplan Rozephoeve als de ontwikkelingsvisie van de Rosep vormen de basis voor een integrale gebiedsontwikkeling.

De gezamenlijke uitgangspunten en te realiseren doelstellingen zijn als volgt vertaald:

  • benutten van ecologische en hydrologische potenties van het landgoed en omgeving, waaronder herstel van het beekdal van de Rosep, ten gunste van de Kampina;
  • ontwikkelen en behouden van duurzame en substantiële economische dragers om het landgoed en het daarbij behorende landschap in stand te houden; landbouw is hier nadrukkelijk een onderdeel van evenals recreatie en toerisme (geen pretpark, wel verblijf en dagrecreatie);
  • verhogen van de ruimtelijke kwaliteit en versterken van de landschappelijke eenheid onder andere door planontwikkeling MOB-complex Spoordonk en verplaatsing en / of omzetting intensieve veehouderijbedrijven.

Het college heeft besloten om de gebiedsontwikkeling met betrekking tot landgoed De Rosephoeve uit te werken in een concreet uitvoeringsprogramma.

Raadsbesluit 2 april 2009

Op 2 april 2009 heeft de gemeenteraad besloten dat in het gebied rond de Heuvelstraat, in het noordelijk deel van het LOG Molenakkers, gelet op het geuraspect, de nieuwvestiging en omschakeling naar intensieve veehouderij niet kan worden toegestaan.