1.3 Doelen bestemmingsplan
Gelet op het voorgaande zal het bestemmingsplan gericht moeten worden op de volgende doelen:
- in stand houden en versterken van de ruimtelijke identiteit en kwaliteit van het landelijk gebied, door behoud en versterking van de natuurgebieden en het karakteristieke landschapspatroon, aandacht voor beekherstel en waterberging en het veiligstellen van de ecologische hoofdstructuur;
- bieden van bouw- en gebruiksmogelijkheden afgestemd op bestaande functies en gebruik;
- bieden van ruimte en flexibiliteit aan de landbouw om in te kunnen spelen op aanpassingen, veranderingen en perspectieven binnen de sector (zowel voor schaalvergroting en specialisatie binnen de agrarische sector als voor verbreding en vernieuwing van de landbouw);
- verruimen en verbeteren van de recreatieve gebruiksmogelijkheden;
- waarborgen van de economische vitaliteit van het landelijk gebied (waaronder het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden in bebouwingsconcentraties en op voormalige agrarische bedrijfslocaties).
Samenvattend kan de volgende hoofddoelstelling voor het bestemmingsplan worden geformuleerd: het versterken van de economische vitaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied. Hiertoe worden de hoofdzonering uit de Structuurvisie Ruimtelijk Ordening (vertaald in de Verordening Ruimte) de relevante onderdelen van de reconstructie en de StructuurvisiePlus vertaald in een gebiedsvisie die de planologisch gewenste ontwikkeling van het plangebied aangeeft en de onderbouwing biedt voor beleid en regeling van het plangebied.