direct naar inhoud van 1.2 Ontwikkelingen in het Oisterwijkse buitengebied
Plan: Oisterwijk Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0824.BPbuitengebied2010-0002

1.2 Ontwikkelingen in het Oisterwijkse buitengebied

Het opstellen van een bestemmingsplan Buitengebied is een uitdagende opgave, zowel inhoudelijk als wat betreft werk- en planproces. Het gaat om een groot gebied (de totale oppervlakte van de gemeente, inclusief de kernen bedraagt 6.391 ha, de oppervlakte van het buitengebied bedraagt circa 5.400 ha) dat deel uitmaakt van het waardevolle Brabantse dekzandlandschap. Het is ook een gevarieerd gebied met betekenis voor zowel landbouw, landschap, ecologie en recreatie.

Elk van deze sectoren heeft zijn eigen belangen, wensen en dynamiek, die allemaal moeten worden verenigd in het bestemmingsplan. Daarnaast komen in het buitengebied steeds meer woningen en (niet-agrarische) bedrijven voor. Als gevolg daarvan doen zich uiteenlopende functieveranderingen en ruimteclaims voor in de planperiode. Daar komt bij dat een grote hoeveelheid onderliggende beleidsstukken richting geeft aan de inhoud van het bestemmingsplan.

De ruimtelijke dynamiek in het buitengebied van Oisterwijk kan op hoofdlijnen in vijf categorieën worden ingedeeld:

  • agrarische ontwikkelingen;
  • plattelandsverbreding;
  • plattelandsvernieuwing;
  • landschaps- en natuurontwikkeling;
  • (her)inrichtingsprojecten.

Agrarische ontwikkelingen

De betekenis van de gangbare landbouw als sociaal-economische drager voor het buitengebied is sterk aan het veranderen. De economische toekomst en de ruimtelijke ontwikkeling van het buitengebied hangen niet meer alleen af van ontwikkelingen in de landbouw; de betekenis van het buitengebied voor andere gebruiksvormen, zoals wonen, toerisme en recreatie en niet-agrarische bedrijvigheid, is sterk toegenomen.

Desondanks zal de agrarische sector een sleutelrol behouden als belangrijkste beheerder van het buitengebied. Voor de ruimtelijke kwaliteit en behoud van de omgevingskwaliteiten van het buitengebied is dat ook een essentiële voorwaarde. Ruime ontwikkelingsmogelijkheden voor de (grondgebonden) agrarische sector zoals schaalvergroting, specialisatie en intensivering zijn dan ook van groot belang.

Plattelandsverbreding (ondersteunende nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven)

Naast de strikt agrarische ontwikkelingsrichtingen richten veel agrarische bedrijven zich op economische en functionele verbreding met aan het agrarisch bedrijf en het buitengebied verwante niet-agrarische activiteiten. In Oisterwijk zijn er daarbij vooral kansen voor toeristisch-recreatieve ontwikkelingen (plattelandstoerisme), maar ook voor natuur- en landschapsbeheer, energieproductie, zorgactiviteiten en het verwerken en vermarkten van eigen producten. Er zijn diverse actuele initiatieven in deze richting.

Door het proces van plattelandsverbreding ontstaan multifunctionele landbouwbedrijven (rurale ondernemingen) die aansluiten bij de veranderende betekenis van het buitengebied. Deze ontwikkelingen bieden kansen op een wederzijdse meerwaarde: zowel voor de landbouw en voor de met de landbouw te combineren functies als voor de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.

Naast de beschreven plattelandsverbreding kiest een deel van de agrarische bedrijven ook voor nevenactiviteiten die niet primair aan het buitengebied gebonden zijn (nieuwe economische dragers).

Plattelandsvernieuwing (nieuwe functies in het buitengebied)

Parallel aan de ontwikkelingen in de landbouw is het platteland aan het veranderen van een primair agrarische productieruimte in een multifunctionele gebruiksruimte. Deze ontwikkeling zal zich de komende jaren versterkt doorzetten. De ruimtelijke dynamiek door niet (primair) aan het buitengebied gebonden functies is als gevolg daarvan sterk toegenomen: recreatief (mede)gebruik, wonen, bedrijvigheid. Actuele voorbeelden zijn het gebruik van vrijkomende agrarische bedrijven als woning (vaak in combinatie met kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of hobbymatig agrarisch gebruik) en diverse recreatieve initiatieven.

Landschaps- en natuurontwikkeling

Het toenemende belang van en de waardering voor natuur en landschap heeft geleid tot concreet beleid en het vrijmaken van financiële middelen voor het behoud en de ontwikkeling van landschap en natuur. Het gaat daarbij om de ontwikkeling van bestaande natuurgebieden, om het verbinden van deze gebieden door het inrichten van ecologische verbindingszones en om het ontwikkelen van natuur- en landschapswaarden in het agrarische gebied. Ook met de ontwikkeling van landgoederen kan een bijdrage worden geleverd aan de natuur- en landschapsontwikkeling.

(Her)inrichtingsprojecten

In het kader van de twee voor Oisterwijk van toepassing zijnde reconstructieplannen en de uitvoering van landinrichtingsplan de Hilver zullen in het buitengebied van Oisterwijk diverse projecten worden gerealiseerd. Het gaat daarbij onder andere om:

  • de landbouwontwikkelingsgebieden Molenakkers en Stille Wille (ontwikkelingsgebied voor intensieve veehouderij);
  • realisatie van waterberging en beekherstel langs onder andere de Voorste Stroom, Achterste Stroom, Essche Stroom, Rosep en Reusel (inclusief het Spruitenstroompje);
  • ontwikkelen van substantiële natuurgebieden langs de Reusel;
  • realisering van groene poorten en recreatieve entrees op diverse plaatsen.

Deze ontwikkelingen illustreren dat de ruimtelijke dynamiek in het buitengebied aanzienlijk zal zijn de komende jaren. Ook zullen zich binnen de plantermijn nieuwe ontwikkelingen aandienen. Het bestemmingsplan Buitengebied moet dan ook een ontwikkelingsgericht karakter krijgen. Sterker dan in het verleden moet in het bestemmingsplan rekening worden gehouden met bekende en onbekende ontwikkelingen. Het is in dat verband noodzakelijk om een heldere gemeentelijke visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het buitengebied op te stellen, waarin de inhoudelijke koers en strategische visie voor de langere termijn worden uitgezet. De basis daarvoor is gelegd in de gemeentelijke StructuurvisiePlus.