Plan: | Woongebieden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0824.BPWoongebieden-0006 |
Een nadere toelichting op deze bestemming is te vinden in paragraaf 3.4. |
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen |
bouwwerk, geen gebouw zijnde | ||
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ja | ja | |
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | |||
1. goothoogte | zie aanduiding 'Maximale goothoogte (m)' | ||
2. bouwhoogte | zie aanduiding 'Maximale bouwhoogte (m)' | 1 m | |
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde | |||
3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair | 4,5 m | ||
3b. lichtmasten en overige masten | 10 m | ||
3c. vrijstaande antennes | 15 m | ||
3d. speelvoorzieningen | 3 m | ||
3e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 1 m | ||
c. de afstand bedraagt niet minder dan: | |||
1. tot perceelsgrens | 5 m | ||
d. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | |||
1. gezamenlijk per bestemmingsvlak | 12 m² |
Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op of in de gronden als bedoeld in lid 4.1:
omgevingsvergunning vereist | |||
a. werken en werkzaamheden: | |||
1. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen | ja | ||
2. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren | ja | ||
3. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds | ja | ||
4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage | ja | ||
5. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen | ja | ||
7. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur | ja | ||
8. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties | ja | ||
9. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen | nee | ||
10. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan | nee | ||
b. voorwaarden voor een omgevingsvergunning: | |||
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.3 onder a zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. |