direct naar inhoud van Artikel 8 Bos
Plan: Buitengebied 2010, bestuurlijke lus
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPBGfase12010-VG03

Artikel 8 Bos

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1

De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos en bebossing;
  • b. behoud van bosgroeiplaats;
  • c. behoud, herstel en ontwikkeling van de ecologische en waarden van beboste gronden en verspreide houtopstanden;
  • d. behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van beboste gronden en verspreide houtopstanden;
    • 1. behoud en bescherming van aardkundige waarden;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' een speelvoorziening in de vorm van een speelweide;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'robuuste ecologische verbinding' de realisatie van een robuust duurzaam ecologisch netwerk;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - beheergebouw' een beheergebouw;

met ondergeschikt aan a tot en met d:

h. paden en wegen;
i. houtproductie;
j. extensief recreatief medegebruik;
k. waterhuishoudkundige doeleinden;
l. parkeervoorzieningen;

met de bij a tot en met d behorende:

m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van een beheergebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - beheergebouw'.

Voor de bouw van een beheergebouw gelden de volgende bepalingen:

  • a. het beheergebouw mag uitsluitend worden gebouwd binnen het aanduidingsvlak 'specifieke vorm van bos - beheergebouw';
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan bestaand;
  • c. de dakhelling mag niet minder en niet meer bedragen dan bestaand.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2 m mag bedragen.

8.3 Specifieke gebruiksregels

8.3.1 In aanvulling op het bepaalde in artikel 7.10 Wro wordt onder strijdig gebruik met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden of bouwwerken, voor:

  • a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
  • b. als standplaats voor kampeermiddelen;
  • c. het winnen van bosstrooisel of mos;
  • d. militaire doeleinden;
  • e. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover noodzakelijk voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • f. lawaaisporten;
  • g. verblijfsrecreatie.
8.4 Ontheffing van de gebruiksregels

8.4.1 Burgemeester en wethouders verlenen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing van het bepaalde in artikel 8.3.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.


8.4.2 De in artikel 8.4.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en / of natuurwaarden van de gronden.

8.5 Aanlegvergunning

8.5.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen of rooien van houtopstanden dan wel zodanig handelingen te verrichten die ernstige schade aan houtopstanden kunnen veroorzaken;
  • b. het vergraven, afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transportleidingen, energie en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging van beplanting tot gevolg kunnen hebben.


8.5.2 Het in artikel 8.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud betreffen in het kader van bos- en natuurbeheer;
  • b. waarvoor op het tijdstip van het van kracht van dit plan reeds aanlegvergunning is verleend;
  • c. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • d. met uitzondering voor het vellen van bomen die onder de Boswet vallen


8.5.3 De onder artikel 8.5.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke waarden, als beschreven in artikel 8.1 en artikel 38.1 (toetsingscriteria aanlegvergunningen), niet onevenredig worden aangetast.