direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Buitengebied 2010, bestuurlijke lus
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPBGfase12010-VG03

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch verwante bedrijven, agrarische technische bedrijven en niet-agrarische bedrijven ter plaatse aangeduid zoals opgenomen in tabel 13 'staat van niet-agrarische bedrijven';
aanduiding   functie/aard bebouwing   adres   toegestane oppervlakte
bebouwing in m²  
sb-cb   specifieke vorm van bedrijf – caravanbedrijf   Beerseweg 1   2310  
sb-tsb   specifieke vorm van bedrijf – transportbedrijf   Beerseweg 9   1885  
tc   tuincentrum   Bestseweg 53   3620  
sb-mvb   specifieke vorm van bedrijf – mengvoederbedrijf   Bestseweg 61   3130  
sb-hbb   specifieke vorm van bedrijf – houtbewerkingsbedrijf   de Bollen 1b   965  
sb-otd   specifieke vorm van bedrijf - op- en overslag toilet en douche units   Boterwijksestraat 2   1325  
sb-anb   specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf   Boterwijksestraat 21a   895  
sb-atb   specifieke vorm van bedrijf – autobedrijf   Broekeindsedijk 6a   965  
al   agrarisch loonbedrijf   Broekstraat 27   1275  
sb-hb   specifieke vorm van bedrijf – handelsbedrijf   Broekstraat 27b   1970  
k   kantoor   Burg. J. Smulderslaan 1a   375  
sb-tsb   specifieke vorm van bedrijf – transportbedrijf   Burg. J. Smulderslaan 1b   305  
op en p   specifieke vorm van bedrijf – opslag en parkeren   Burg. J. Smulderslaan ong.   115  
sb-lpg   specifieke vorm van bedrijf – LPG-inbouwbedrijf   Driehoek 18   1495  
sb-hb   specifieke vorm van bedrijf – handelsbedrijf   Heersdijk 9   480  
al   agrarisch loonbedrijf   Heldersestraat 5-6   3630  
sb-hb   specifieke vorm van bedrijf – handelsbedrijf   Hertog Janstraat 3   2725  
sb-dw   specifieke vorm van bedrijf - dierenwinkel en horeca   Hertog Janstraat 7   300  
sb-rd   specifieke vorm van bedrijf - revisiebedrijf dieselmotoren   Hillestraat 2   1085  
sb-mhb   specifieke vorm van bedrijf – metaalhandelsbedrijf   Hoogeindseweg 21   305  
hv en tc   hovenier en tuincentrum   Huijgevoort 18a   4095  
sb-vhb   specifieke vorm van bedrijf - verhuurbedrijf   Kapeldijk 2   400  
sb-gil   specifieke vorm van bedrijf - groothandel in ijzerwaren en machinerieën + lasbedrijf   Kapeldijk 4   640  
sb-tsb   specifieke vorm van bedrijf – transportbedrijf   Kuikeindseweg 29   435  
sb-bmh   specifieke vorm van bedrijf – bouwmaterialenhandel   Kuikeindseweg 34a   655  
hv en bm   specifieke vorm van bedrijf - hoveniersbedrijf, boomkwekerij en tuincentrum   't Laar 3   985  
sb-hbb   specifieke vorm van bedrijf – houtbewerkingsbedrijf   Lieveld 6   585  
sb-gvb   specifieke vorm van bedrijf – grondverzetbedrijf   Neereindseweg 5 en 5b   370  
sb-pvs   specifieke vorm van bedrijf – pluimveeservice   Nieuwedijk 26   1320  
al   agrarisch loonbedrijf   Notel 55   1125  
sb-dp   specifieke vorm van bedrijf – dierenpension   Oude Grintweg 73   290  
cs   caravanstalling   Oude Grintweg 77a   4450  
sb-rdw en op   specifieke vorm van bedrijf - opslag en rijdende winkel   Pandgat 3a   240  
sb-ath   specifieke vorm van bedrijf - agrarisch technisch hulpbedrijf   Pandgat 14   3660  
p.msb-dp   specifieke vorm van bedrijf – dierenpension   Pandgat 22   1068  
sb-anb   specifieke vorm van bedrijf – aannemersbedrijf   Papenvoorden 6   890  
sb-mtb   specifieke vorm van bedrijf – montagebedrijf   Papenvoorden 13   400  
sb-tc   specifieke vorm van bedrijf - tuincentrum en kwekerij   Peperstraat 5a   4545  
op   opslag   Putstraat 3   1055  
sb-anb   specifieke vorm van bedrijf – aannemersbedrijf   Putstraat 9   4875  
sb-anb   specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf   Reijzings 2   820  
vml   verkooppunt motorbrandstof met LPG   Rijksweg A58 kmp 15,8   940  
vml   verkooppunt motorbrandstof met LPG   Rijksweg A58 kmp 16,8   1050  
sb-vhb   specifieke vorm van bedrijf – verhuurbedrijf   Schansstraat 5 en 5a   780  
sb-anb   specifieke vorm van bedrijf - annemersbedrijf   Schansstraat 7   1250  
sb-sch   specifieke vorm van bedrijf – schildersbedrijf   Schansstraat 9   280  
sb-bwb   specifieke vorm van bedrijf – bouwbedrijf   Sparrendijk 6a   2670  
sb-bwb   specifieke vorm van bedrijf – bouwbedrijf   Spoordonkseweg 59a   415  
sb-hh en op   specifieke vorm van bedrijf - houthandel en opslag   Spoordonkseweg 62   1300  
sb-kkb   specifieke vorm van bedrijf – keukenbedrijf   Spoordonkseweg 73   785  
sb-hsm   specifieke vorm van bedrijf – hoefsmederij   Spoordonkseweg 76   270  
hv   hovenier   Spoordonkseweg 81   280  
al   agrarisch loonbedrijf   't Ven 28   6000  
sb-hb   specifieke vorm van bedrijf – handelsbedrijf   Voldijnseweg 12   720  
sb-gbb   specifieke vorm bedrijf – van grondwerkbedrijf en bomenrooierij   Voorteindseweg 2   345  
sb-tsb   specifieke vorm van bedrijf – transportbedrijf   Westelbeersedijk 10   2821  
sb-stv   specifieke vorm van bedrijf - slachterij met verkoop   Westelbeersedijk 14   730  
sb-fbt   specifieke vorm van bedrijf - fabriek van bouw- en transportwerktuigen   Westelbeersedijk 18   10820  
sb-hbb   specifieke vorm van bedrijf – houtbewerkingsbedrijf   Wit Hollandweg 3   17400  

Tabel 13: Staat van niet-agrarische bedrijven

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' één bedrijfswoning;
  • c. ter plaatse van de beide aanduidingen 'bedrijfswoning' en 'maximum aantal wooneenheden' op een bouwvlak, is een tweede bedrijfswoning ten behoeve van het in tabel 13 'staat van semi en niet-agrarische bedrijven' genoemde bedrijf toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'robuuste ecologische verbinding' de realisatie van een robuust duurzaam ecologisch netwerk;
  • e. bijgebouwen bij bedrijfswoning(en);

met de bij a tot en met e behorende:

  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. wegen, straten en paden;
  • j. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'relatie' sprake is van een gekoppeld bouwvlak waarop de regels voor een enkel bouwvlak van overeenkomstige toepassing zijn.
  • b. de maximale oppervlakte aan bebouwing, exclusief de bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan is opgenomen in tabel 13 'staat van niet agrarische bedrijven';
  • c. de maatvoering en situering van hoofdgebouwen moet voldoen aan het bepaalde in tabel 14 'maatvoering hoofdgebouwen (bedrijfsgebouwen)', dan wel de bestaande grotere bouwhoogte en/of goothoogte en de bestaande kleinere en/of grotere dakhelling en de bestaande kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten tijde van het in ontwerp ter visie leggen van het bestemmingsplan
hoofdgebouwen (bedrijfsgebouwen)   min.   max.  
goothoogte   n.v.t.   6 m  
bouwhoogte   n.v.t.   10 m  
dakhelling   12º   45º  
afstand tot de zijdelingse perceelsgrens   5 m   n.v.t.  

Tabel 14: Maatvoering hoofdgebouwen (bedrijfsgebouwen)

  • d. voor de situering van gebouwen dient tevens rekening te worden gehouden met het bepaalde in artikel 34;
  • e. er mag geen grotere afbreuk worden gedaan aan, of er vindt geen grotere aantasting plaats van, in de directe omgeving aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden en de omliggende (agrarische) bedrijven;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'fabriek van bouw- en transportwerktuigen' is een testmast toegestaan met een maximale bouwhoogte van 30 m;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "mengvoederbedrijf" zijn silo's toegestaan met een maximale bouwhoogte van 35 m.
6.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag een bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan één per bedrijf bedragen, tenzij de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' is opgenomen. In dit geval zijn maximaal 2 bedrijfswoningen ten dienste van het in tabel 13 'staat van niet-agrarische bedrijven' genoemde bedrijf toegestaan binnen het bouwvlak;
  • d. de maatvoering en situering van bedrijfswoningen moet voldoen aan het bepaalde in tabel 15 'maatvoering bedrijfswoningen', dan wel de bestaande grotere bouwhoogte, goothoogte en / of inhoud en de bestaande kleinere of grotere dakhelling en afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, ten tijde van het in ontwerp ter visie leggen van het bestemmingsplan
bedrijfswoningen   min.   max.  
inhoud   n.v.t.   750 m3  
goothoogte   n.v.t.   4,5 m  
bouwhoogte   n.v.t.   10 m  
dakhelling   12º   45º  
afstand tot de zijdelingse perceelsgrens   5 m   n.v.t.  

Tabel 15: Maatvoering bedrijfswoningen

  • e. voor de situering van gebouwen dient rekening te worden gehouden met het bepaalde in artikel 34;
  • f. er mag geen grotere afbreuk worden gedaan aan, of er vindt geen grotere aantasting plaats van, in de directe omgeving aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden en de omliggende (agrarische) bedrijven.
6.2.3 Bijgebouwen bij de bedrijfswoningen

Bijgebouwen bij de bedrijfswoning
Voor het bouwen van bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. de maatvoering en situering van bijgebouwen bij de bedrijfswoning moet voldoen aan het bepaalde in tabel 16 'maatvoering bijgebouwen', dan wel de bestaande grotere bouwhoogte, goothoogte, oppervlakte en / of afstand tot de bedrijfswoning, de bestaande kleinere of grotere dakhelling en / of de bestaande kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan
bijgebouwen bij bedrijfswoningen   min.   max.  
oppervlakte   n.v.t.   120 m2  
goothoogte   n.v.t.   3 m  
bouwhoogte   n.v.t.   5,5 m  
dakhelling   12º   45º  
afstand tot de zijdelingse perceelsgrens   5 m   n.v.t.  
Afstand tot de voorgevelrooilijn   3 m   n.v.t.  
afstand tot de bedrijfswoning   2 m   10 m  

Tabel 16: maatvoering bijgebouwen

6.2.4 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken, gelden de volgende regels:

  • a. de bebouwing mag worden opgericht onder een bedrijfsgebouw, danwel de bedrijfswoning en/of onder de bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen ten behoeve van de woonfunctie, met dien verstande dat deze aan één zijde maximaal 2 m buiten het bovengrondse gevelvlak mag uitsteken;
  • b. de inhoud van de ondergrondse bebouwing mag niet meer bedragen dan de inhoud van het gebouw waaronder de ondergrondse bebouwing wordt opgericht;
  • c. de verticale diepte bedraagt maximaal 5 m.
6.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, binnen een bouwvlak gelden de eisen zoals opgenomen in tabel 17 'eisen bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen een bouwvlak', dan wel de bestaande grotere bouwhoogte, breedte en / of oppervlakte en de bestaande kleinere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan:
bouwwerken, geen gebouw zijnde   max. bouwhoogte   overig  
erfafscheidingen   voor de voorgevelrooilijn
van de bedrijfswoning: 1 m  
 
  overig: 2 m    
toegangspoort   2 m   de breedte bedraagt maximaal 6 m  
    de toegangspoort moet minimaal 6 meter van de naar de openbare weg gekeerde perceelsgrens worden gebouwd  
antennes   10 m    
niet overdekt zwembad     de afstand achter de voorgevelrooilijn bedraagt minimaal 3 m  
    de afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt minimaal 5 m  
    de afstand tot de bedrifjswoning bedraagt maximaal 20 m  
paardenbakken (recreatief/hobbymatig)   de bouwhoogte van een terreinafscheiding bedraagt minimaal 1,5 m   de oppervlakte bedraagt maximaal 800 m2  
    bij bouwvlakken gesitueerd langs de openbare weg wordt de paardenbak achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning gerealiseerd en er wordt een minimale afstand van 25 m tot woningen van derden in acht genomen  
    de aanwezige landschapswaarden mogen niet onevenredig worden aangetast  
    lichtmasten zijn niet toegestaan  
    de afstand achter de voorgevelrooilijn bedraagt minimaal 3 m  
overkappingen   3 m   maximum oppervlakte 30 m2  
    de afstand achter de voorgevelrooilijn bedraagt minimaal 3 m  
lichtmasten   3 m   n.v.t.  
reclameaanduidingen   2 m   achter de voorgevelrooilijn  
    maximum oppervlakte 1,5 m2  
overige andere bouwwerken   4 m   n.v.t.  

Tabel 17: Eisen bouwwerken, geen gebouw zijnde, binnen een bouwvlak

6.3 Ontheffing van de bouwregels

6.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing verlenen van het bepaalde in de artikelen 6.2.1 onder c, 6.2.2 onder d en 6.2.3 onder b en toestaan dat de dakhelling wordt verkleind c.q. vergroot, mits het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig wordt aangetast en mits de maximaal toegestane inhoudsmaat voor een bedrijfswoning zoals bepaald in artikel 6.2.2 onder d niet wordt overschreden.


6.3.2 Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 6.2.5 onder b en toestaan dat de bouwhoogte van een antennemast wordt verhoogd tot maximaal 15 m.


6.3.3 De in artikel 6.3.1 en 6.3.2 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie; en
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Specifieke gebruiksregels

6.4.1 In aanvulling op het bepaalde van artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruik van vrijstaande hoofdgebouwen (bedrijfsgebouwen) en bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van een (gedeelte) van de woning voor de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsactiviteiten;
  • c. het gebruik van gronden voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en niet (brand)gevaarlijk is;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor andere bedrijfsactiviteiten dan ter plaatse aangeduid;
  • e. het gebruik van gronden voor recreatie;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, behoudens detailhandel ter plaatse van de bedrijven met de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf – dierenwinkel en horeca', 'tuincentrum' en 'verkooppunt motorbrandstof met LPG';
  • g. het gebruik van bouwwerken voor wonen behoudens de toegestane bedrijfswoningen;
  • h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • i. maneges zijn niet toegestaan.


6.4.2 Onder strijdig gebruik met de bestemming genoemd in het artikel 6.4.1 valt het gebruik van de gebouwen en kampeermiddelen voor permanente bewoning; hieronder wordt in ieder geval verstaan het gebruik voor bewoning door één huishouden langer dan 30 dagen aaneengesloten voor trekkershutten en bed & breakfast voorzieningen, vakantiewoningen/ -appartementen en groepsaccomodaties/kampeerboerderij en langer dan 60 dagen aaneengesloten voor kleinschalig kamperen/minicamping,

6.5 Ontheffing van de gebruiksregels
6.5.1 Doelmatig gebruik

Burgemeester en wethouders verlenen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing van het bepaalde in artikel 6.4.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

6.5.2 Afhankelijke woonruimte

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 6.4.1 onder a en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. het betreft een (vrijstaand) bijgebouw betreft behorende bij een woning binnen een bouwvlak waarbinnen een bedrijfswoning is toegestaan blijkens een daartoe opgenomen aanduiding;
  • b. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit het oogpunt van mantelzorg, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring van in ieder geval de behandelende huisarts of medisch specialist;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • d. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane bijgebouwen, met een maximale bebouwde oppervlakte van 80 m²;
  • e. de bebouwing die wordt gebruikt voor mantelzorg mag op een afstand van minimaal 30 m van de bedrijfswoning staan;
  • f. het bijgebouw een onlosmakelijk geheel vormt met de woning van waaruit de mantelzorg wordt verleend;
  • g. burgemeester en wethouders verlenen de ontheffing zowel op naam van de mantelzorgverlener als de mantelzorgontvanger onder de voorwaarden dat binnen één maand na beëindiging van het gebruik van het (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg hiervan schriftelijke melding wordt gemaakt bij burgemeester en wethouders en het (vrijstaand) bijgebouw binnen drie maanden na beëindiging van het gebruik als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg ongedaan wordt gemaakt voor bewoning.Na de beëindiging van het gebruik is de ontheffing per direct ingetrokken.
6.5.3 Aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 6.4.1 onder b ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de bedrijfswoning en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning voor aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsactiviteiten, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. het gebruik blijft ondergeschikt aan de woonfunctie;
  • b. van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning en de bijgebouwen wordt maximaal 30 m² gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- en / of bedrijfsactiviteiten;
  • c. degene die de activiteiten in de bedrijfswoning of het bijgebouw zal uitvoeren, is tevens de bewoner van de woning;
  • d. parkeren plaatsvindt op eigen terrein;
  • e. de activiteit past qua aard, milieubelasting, uitstraling en intensiteit in de omgeving;
  • f. de activiteit is niet milieuvergunningplichtig;
  • g. er vindt geen detailhandel of groothandel ter plaatse plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de aan huis verbonden activiteit;
  • h. er wordt geen afbreuk gedaan aan, of er vindt geen aantasting plaats van, in de directe omgeving aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;
  • i. er is geen sprake van een onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven.
6.5.4 Verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 6.4.1 onder e en verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten toestaan, met dien verstande dat:

  • a. voldaan wordt aan de volgende algemene voorwaarden:
    • 1. de nevenactiviteit is ondergeschikt aan de bedrijfsvoering;
    • 2. het betreft geen locatie die kan dienen voor de opvang van te verplaatsen agrarische bedrijven en die derhalve in ieder geval niet gelegen is op een locatie binnen de aanduiding 'reconstructiewetzone - primair landbouwontwikkelingsgebied' of 'reconstructiewetzone – secundair landbouwontwikkelingsgebied';
    • 3. detailhandel is niet toegestaan;
    • 4. buitenopslag is niet toegestaan;
    • 5. parkeren plaatsvindt op eigen terrein;
    • 6. er is geen sprake van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • 7. voorzien wordt in een landschappelijke inpassing op basis van een goedgekeurd beplantingsplan;
    • 8. er wordt geen afbreuk gedaan aan, of er vindt geen aantasting plaats van, in de directe omgeving aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;
    • 9. er is geen sprake van een onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven.
  • b. ten aanzien van kleinschalig kamperen/minicamping gelden, naast de onder a gestelde algemene voorwaarden, de volgende specifieke voorwaarden:
    • 1. kleinschalig kamperen/minicamping is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding, 'waterrecreatie', 'intensief recreatief gebied' of, ' milieuzone- stiltegebied';
    • 2. op de locatie heeft geen sloop plaatsgevonden van bedrijfsgebouwen met gebruikmaking van de 'Regeling Beëindiging Veehouderijtakken' of de 'Regeling Ruimte voor Ruimte';
    • 3. de kampeermiddelen dienen op het bouwvlak geplaatst te worden dan wel tot maximaal 100 m buiten het bouwvlak, mits de bestemming van die gronden een dergelijk gebruik toelaat;
    • 4. er mag geen gebruik worden gemaakt van stacaravans, woonunits en/of recreatiechalets;
    • 5. ter plaatse van de aanduiding ' kansrijk extensief recreatief gebied' en 'intensief recreatief gebied' zijn in de periode 15 maart – 31 oktober maximaal 40 kampeermiddelen per bedrijf toestaan;
    • 6. buiten de aanduidingen 'kansrijk extensief recreatief gebied', 'intensief recreatief gebied', zijn in de periode 15 maart - 31 oktober maximaal 25 kampeermiddelen per bedrijf toegestaan;
    • 7. sanitaire voorzieningen moeten worden gerealiseerd in bestaande bebouwing op het bouwvlak met een maximale oppervlakte van 75 m2;
    • 8. overige (slechtweer)voorzieningen moeten worden gerealiseerd in aanwezige bebouwing op het bouwvlak met een maximale oppervlakte van 100 m2;
  • c. ten aanzien van bed & breakfast voorzieningen gelden, naast de onder a gestelde algemene voorwaarden, de volgende specifieke voorwaarden:
    • 1. bed & breakfast voorzieningen zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'waterrecreatie';
    • 2. op de locatie heeft geen sloop plaatsgevonden van bedrijfsgebouwen met gebruikmaking van de 'Regeling Beëindiging Veehouderijtakken' of de ' Regeling Ruimte voor Ruimte';
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'extensief natuurgerichte recreatie', 'extensieve natuurgerichte waterrecreatie', 'milieuzone - stiltegebied' is een bed & breakfast slechts toegestaan in een bestaand karakteristiek gebouw, zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels dan wel als zodanig aangemerkt door de gemeentelijke monumentencommissie, teneinde dit gebouw te behouden;
    • 4. de voorzieningen worden gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing of vervangende nieuwbouw tot een maximale oppervlakte van 150 m2;
    • 5. het maximaal aantal personen dat logies en ontbijt kan worden geboden is 9;
6.5.5 Ander niet-agrarisch bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 6.1.1 onder a ten behoeve van het toestaan van een ander niet-agrarisch bedrijf, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de nieuwe activiteit mag niet leiden tot een vergroting van de milieuhinder;
  • b. de nieuwe activiteit mag niet leiden tot een vergroting van de verkeersaantrekkende werking;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • d. voorzien wordt in een landschappelijke inpassing op basis van een goedgekeurd beplantingsplan;
  • e. er wordt geen afbreuk gedaan aan, of er vindt geen aantasting plaats van, in de directe omgeving aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;
  • f. er is geen sprake van een onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven.
6.6 Wijzigingsbevoegdheid
6.6.1 Bestemming Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de beëindiging van een semi- of niet-agrarisch bedrijf met een bedrijfswoning de bestemming "Bedrijf" te wijzigen in de bestemming Wonen. Deze wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast onder de volgende voorwaarden:

  • a. wijziging van de bestemming is niet toegestaan op een bouwvlak gelegen ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – primair landbouwontwikkelingsgebied' en 'reconstructiezone – secundair landbouwontwikkelingsgebied';
  • b. uitsluitend de ten tijde van bedrijfsbeëindiging bestaande en vergunde bedrijfswoning(en) mag voor bewoning worden gebruikt;
  • c. het maximale aantal woningen is gelijk aan het bestaande en vergunde aantal bedrijfswoningen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c is toevoeging van een woning door bouwkundige aanpassing van een bestaande boerderij mogelijk, mits:
    • 1. het een 'kenmerkende boerderij voor het buitengebied' betreft zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels;
    • 2. de inhoudsmaat van het gebouw minimaal 850 m³ bedraagt;
    • 3. de kenmerkende vorm gehandhaafd blijft;
    • 4. het aantal woningen past binnen het, op basis van de provinciale woningbouwbehoefteprognose, vastgestelde gemeentelijke woningbouwprogramma en in elk geval niet meer bedraagt dan 2;
    • 5. bij splitsing geen vergroting van de boerderij plaatsvindt;
    • 6. het meerdere aan bijgebouwen, wanneer het maximaal oppervlak aan bijgebouwen zoals opgenomen onder f wordt overschreden, moet worden gesloopt, tenzij het cultuurhistorisch waardevolle bebouwing betreft zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels, dan wel als cultuurhistorisch waardevol wordt aangemerkt door de monumentencommissie;
    • 7. de monumentencommissie over voorgestelde plannen positief adviseert;
    • 8. geen afbreuk wordt gedaan aan, of aantasting plaatsvindt van, in de directe omgeving aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, bodem en waterhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;
    • 9. geen afbreuk wordt gedaan aan de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven;
    • 10. voldaan wordt aan de overige in artikel 6.6.1 gestelde voorwaarden.
  • e. overtollige bebouwing moet gesloopt worden met uitzondering van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels, dan wel als cultuurhistorisch waardevol wordt aangemerkt door de monumentencommissie;
  • f. de oppervlakte aan bijgebouwen mag per woning niet meer bedragen dan 120 m2;
  • g. indien sprake is van sloop van voormalige bedrijfsgebouwen kan de oppervlakte aan bijgebouwen worden vermeerderd met 10% van de oppervlakte van de gesloopte bebouwing boven de 120 m2 tot een maximale gezamenlijke oppervlakte van 240 m2;
  • h. er is sprake van een goed woon- en leefklimaat;
  • i. er wordt geen afbreuk gedaan aan, of er vindt geen aantasting plaats van, in de directe omgeving aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;
  • j. er is geen sprake van een onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven;
  • k. de milieuvergunning onherroepelijk is ingetrokken.