direct naar inhoud van Artikel 25 Waarde - Archeologie
Plan: Buitengebied 2010, bestuurlijke lus
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPBGfase12010-VG03

Artikel 25 Waarde - Archeologie

25.1 Bestemmingsomschrijving
25.1.1

De voor Waarde - archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.

25.2 Bouwregels

25.2.1 In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, met uitzondering van het bouwen binnen een bouwvlak.

25.3 Ontheffing van de bouwregels

25.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 25.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de archeologische waarden van het gebied.

25.4 Aanlegvergunning

25.4.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen van de gronden vanaf 0,50 m;
  • b. het ophogen van gronden;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen van gronden en het rooien van bos of andere houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd;
  • g. het omzetten van gras-of akkerland in een teelt waarbij de grond wordt afgevoerd, waarvan uitgezonderd boomteelt met een maximale bewerkingsdiepte van 0,50 meter;
  • h. op de gronden waar artikel 34.5. van toepassing is geldt een maximale bewerkingsdiepte als bedoeld in sub a en sub g van dit lid van 0,40 meter.


25.4.2 Het in artikel 25.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen, mits de gronden niet dieper dan 0,40 m worden geroerd;
  • b. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
  • c. waarvoor een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988 nodig is;
  • d. die worden uitgevoerd binnen een bouwvlak of bestemmingsvlak waar gebouwen zijn toegestaan.


25.4.3 De in artikel 25.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

25.5 Wijzigingsbevoegdheid

25.5.1 Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:

  • a. het toevoegen van de bestemming Archeologisch waardevol gebied, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit wenselijk is;
  • b. het verwijderen van de bestemming Archeologisch waardevol gebied, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk is.
25.6 Advies

25.6.1 Een ontheffing als bedoeld in artikel 25.3.1, een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 25.4.1 dan wel een wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 25.5.1 wordt slechts verleend nadat terzake advies is ingewonnen bij de regio-archeoloog.