direct naar inhoud van Artikel 18 Wonen - Woonwagenstandplaats
Plan: Buitengebied 2010, bestuurlijke lus
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.BPBGfase12010-VG03

Artikel 18 Wonen - Woonwagenstandplaats

18.1 Bestemmingsomschrijving
18.1.1

De voor wonen - woonwagenstandplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een woonwagencentrum;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' een opslagterrein;

met de bij a en b behorende:

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. verkeersvoorzieningen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. binnen een bouwvlak mogen maximaal 7 woonwagens worden geplaatst;
  • b. per woonwagen mag maximaal één berging worden opgericht met een maximaal bebouwd oppervlak van 16 m² en een maximale bouwhoogte van 3 m;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van opslag, ter plaatse van de aanduiding 'opslag' mag maximaal 2,5 m bedragen;
  • d. voor de situering van gebouwen dient rekening te worden gehouden met het bepaalde in artikel 34;

dan wel de bestaande grotere bouwhoogte en/of oppervlakte ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.

18.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen;
    dan wel de bestaande grotere bouwhoogte ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.
18.3 Specifieke gebruiksregels

18.3.1 In aanvulling op het bepaalde in artikel 7.10 Wro, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruik van gronden voor het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, buiten het daartoe met een aanduiding 'opslag' aangeduide terrein;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • c. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • d. het gebruik van gronden als standplaats van kampeermiddelen;
  • e. het gebruik van gebouwen en bouwwerken voor het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten, tenzij het inpandige berging in bestaande gebouwen van toercaravans, kampeerauto's, boten en vouwwagens betreft.
18.4 Ontheffing van de gebruiksregels

18.4.1 Burgemeester en wethouders verlenen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing van het bepaalde in artikel 18.3.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.