Plan: | Buitengebied 2010, bestuurlijke lus |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0823.BPBGfase12010-VG03 |
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
met aan a tot en met g ondergeschikt:
met de bij a tot en met k behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen, mits:
dan wel de bestaande grotere bouwhoogte en/of oppervlakte ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
dan wel de bestaande grotere bouwhoogte ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.
15.3.1 In aanvulling op het bepaalde in artikel 7.10 Wro wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 15.3.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 15.3.1 onder c, voor het houden van evenementen met dien verstande dat:
15.5.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren ter plaatse van de aanduiding 'waardevol landschapselement':
15.5.2 Het in artikel 15.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
15.5.3 De onder artikel 15.5.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke waarden, als beschreven in artikel 15.1 en artikel 38.1 (toetsingscriteria aanlegvergunningen), niet onevenredig worden aangetast.
15.5.4 De onder artikel 15.5.1 sub b bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien daardoor de cultuurhistorische, ecologische en landschappelijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, als beschreven in artikel 15.1 en artikel 38.1 (toetsingscriteria aanlegvergunningen), niet onevenredig worden aangetast.
15.6.1 Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 37, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 15.1.1, voor het omzetten van de navolgende aanduidingen:
aanduiding | omzetting in |
'specifieke vorm van verkeer- hoofdverkeersweg' | 'specifieke vorm van verkeer- interlokale wegen' |
'specifieke vorm van verkeer- interlokale wegen' | 'specifieke vorm van verkeer- hoofdverkeersweg' 'specifieke vorm van verkeer- ontsluitingswegen' |
'specifieke vorm van verkeer- ontsluitingswegen' | 'specifieke vorm van verkeer- interlokale wegen' 'specifieke van verkeer- onverharde en semi verharde wegen' |
'specifieke vorm van verkeer- onverharde en semi verharde wegen' | 'specifieke vorm van verkeer- ontsluitingswegen' |
15.6.2 De in artikel 15.6.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend indien noodzakelijk vanuit verkeersdoeleinden, zoals verkeersveiligheid en ontsluiting.