direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Kern Hilvarenbeek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0798.KernHilvarenbeek-OH01

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven als vermeld in de Staat van bedrijfsactiviteiten met inachtneming van de volgende daarin opgenomen categorie-indeling:

  • a. ter plaatse van de aanduiding “bedrijf van categorie 2”: bedrijven in milieucategorie 2;


met dien verstande dat:

  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein-bouwmarkt' volumineuze detailhandel is toegestaan;
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' een kantoor is toegestaan;
  • d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met uitzondering van de verkoop van lpg, uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen';


alsmede voor:

  • e. bedrijfswoningen;
  • f. productiegebonden detailhandel;
  • g. erven en terreinen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. paden, parkeervoorzieningen, groen en water;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. overige bijbehorende voorzieningen;


met bijbehorend(e):

  • l. hoofdgebouwen;
  • m. aan- en uitbouwen;
  • n. bijgebouwen;
  • o. overkappingen;
  • p. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

Ten aanzien van de in artikel 4.1.1 genoemde functies gelden de volgende beperkingen:

  • a. detailhandel, met uitzondering van de detailhandel als bedoeld in 4.1.1 onder b, en zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan, met uitzondering van productiegebonden detailhandel en ondergeschikte detailhandel in ter plaatse verhandelde goederen;
  • b. geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • c. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan daar waar dat met een aanduiding "bedrijfswoning" is aangegeven, met dien verstande dat per aanduiding maximaal één bedrijfswoning is toegestaan.

4.1.3 Molenbiotoop

Voor zover de aanduiding “vrijwaringszone - molenbiotoop” (28.2) is opgenomen, zijn de gronden tevens aangewezen voor de bescherming van het zicht op de molen en vrije windtoegang.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemeen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 4.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage dient minimaal 50% te bedragen;
  • c. bijgebouwen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van hoofdgebouwen worden gebouwd;
  • d. aan- en uitbouwen mogen uitsluitend aan bedrijfswoningen worden gebouwd;
  • e. aan- en uitbouwen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning worden gebouwd;
  • f. overkappingen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • g. op het bouwen van tot het hoofdgebouw behorende ondergeschikte bouwdelen, zoals erkers, is tevens artikel 26.4 van toepassing;
  • h. de goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen en het bebouwingspercentage mag ten hoogste bedragen de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot-, bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage” aangegeven maten;
  • i. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen voor:

    goothoogte   bouwhoogte  
1   bedrijfswoningen   6 m   9 m;  
2   aan- en uitbouwen   3 m   5,5 m  
3   bijgebouwen   3 m   5,5 m;  
4   overkappingen   -   3 m;  
5   een overkapping in de vorm van een
luifel ter plaatse van de aanduiding
'verkooppunt motorbrandstoffen'  
-   6 m;  
6   bedrijfsinstallaties   -   6 m;  
7   erfafscheidingen   -   2 m;  
8   overige bouwwerken geen gebouwen zijnde   -   3 m;  

  • j. de minimale goot- en of bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt de met een aanduiding aangegeven maximale goot- en of bouwhoogte min 1 meter, dan wel de bestaande goot- en of bouwhoogte indien deze lager is dan de met een aanduiding aangegeven maximale goot- en of bouwhoogte min 1 meter;
4.3 Afwijken van de bouwregels

4.3.1 Afwijking minimale bebouwingspercentage

Het bevoegd gezag is bevoegd om door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 4.2.1 onder b, voor het verlagen van het minimale bebouwingspercentage, indien dit vanwege een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is.

4.3.2 Afwijking bebouwingspercentage

Het bevoegd gezag is bevoegd om door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.2.1, onder h, voor het verhogen van het bebouwingspercentage, mits:

  • a. het aantal bedrijven niet wordt vergroot;
  • b. is aangetoond dat uitbreiding wegens een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is;
  • c. door het gebruik geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. het woon- en leefklimaat in de omgeving;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 5. voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein worden gerealiseerd.

4.3.3 Afwijking verlagen minimale hoogte

Het bevoegd gezag is bevoegd om door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 4.2.1 onder j voor het verlagen van de minimale goot- en of bouwhoogte indien dit vanwege een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

4.4.1 Afwijking Staat van bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag is bevoegd om door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.1.1 voor de vestiging van een bedrijf dat niet vermeld is in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits:

  • a. het bedrijf, voor wat betreft de aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten), geacht wordt te kunnen behoren tot milieucategorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. de aard en de activiteiten van het bedrijf geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat in de omgeving.

4.4.2 Afwijking toegestane categorie

Het bevoegd gezag is bevoegd om door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.1.1 voor de vestiging van een bedrijf dat voorkomt in één categorie hoger dan toelaatbaar gesteld, mits:

  • a. het bedrijf, voor wat betreft de aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten), geacht wordt te kunnen behoren tot middels een aanduiding aangegeven toelaatbare milieucategorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. de aard en de activiteiten van het bedrijf geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat in de omgeving.