direct naar inhoud van Artikel 14 Maatschappelijk
Plan: Kern Hilvarenbeek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0798.KernHilvarenbeek-OH01

Artikel 14 Maatschappelijk

14.1 Bestemmingsomschrijving

14.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor “Maatschappelijk” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “begraafplaats”: uitsluitend een begraafplaats met voorzieningen op het gebied van de teraardebestelling en de instandhouding van graven;
  • c. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "wonen";
  • d. kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • e. apotheek met detailhandel in aan de apotheek verwante (drogisterij)artikelen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-1';


alsmede voor:

  • f. bedrijfswoningen;
  • g. erven, tuinen en terreinen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, groen en water;
  • j. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • k. overige bijbehorende voorzieningen;


met bijbehorende:

  • l. hoofdgebouwen;
  • m. onderbouwen;
  • n. aan- en uitbouwen;
  • o. bijgebouwen;
  • p. overkappingen;
  • q. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

14.1.2 Bedrijfswoningen

Ten aanzien van de in artikel 14.1.1 genoemde functies geldt de beperking dat bedrijfswoningen uitsluitend zijn toegestaan daar waar dat met een aanduiding "bedrijfswoning" is aangegeven, met dien verstande dat per aanduiding maximaal één bedrijfswoning is toegestaan.

14.1.3 Beschermd dorpsgezicht en Molenbiotoop

Voor zover de dubbelbestemming “waarde - cultuurhistorie” en de aanduiding “vrijwaringszone - molenbiotoop” (28.2) is opgenomen, zijn de gronden tevens aangewezen voor de bescherming van cultuurhistorische en/of monumentale waarden die samenhangen met het beschermd dorpsgezicht respectievelijk de bescherming van het zicht op de molen en vrije windtoegang.

14.2 Bouwregels

14.2.1 Algemeen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 14.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag maximaal het aangeduide aangegeven percentage bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a, zijn op de gronden met de aanduiding “begraafplaats” gebouwen toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 25 m² per begraafplaats;
  • d. onderbouwen zijn uitsluitend toegestaan onder de bovengrondse bebouwing en met inachtneming van artikel 26.3;
  • e. bijgebouwen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van hoofdgebouwen worden gebouwd;
  • f. overkappingen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • g. op het bouwen van tot het hoofdgebouw behorende ondergeschikte bouwdelen, zoals erkers, is tevens artikel 26.4 van toepassing;
  • h. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen voor:

    goothoogte   bouwhoogte  
1   hoofdgebouwen   zie verbeelding   zie verbeelding;  
2   bijgebouwen   3 m   5,5 m;  
3   overkappingen   -   3 m;  
4   erfafscheidingen voor de voorgevel   -   1 m  
5   erfafscheidingen achter de voorgevel   -   2 m  
6   overige bouwwerken geen gebouwen zijnde   -   3 m  

  • i. in het geval geen maximale goot- en bouwhoogte zijn aangegeven, is de maximale goot- en bouwhoogte gelijk aan de goot- respectievelijk bouwhoogte op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
  • j. het aantal woningen / wooneenheden mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" is aangegeven.

14.3 Afwijken van de bouwregels

14.3.1 Afwijking bebouwingspercentage

Het bevoegd gezag is bevoegd om door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 14.2.1, onder b, voor het verhogen van het bebouwingspercentage, mits:

  • a. is aangetoond dat uitbreiding wegens een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is;
  • b. door de uitbreiding geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. het woon- en leefklimaat in de omgeving;
    • 3. de verkeersveiligheid en de parkeerbalans;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 5. voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein worden gerealiseerd.

14.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk-1" wjzigen in de bestemming detailhandel, met dien verstande dat:

  • a. uit een distributieplanologisch onderzoek volgt dat de vestiging of uitbreiding niet leidt tot een duurzame ontwrichting van de voorzieningenstructuur;
  • b. door het gebruik geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. het woon- en leefklimaat in de omgeving;
    • 3. de verkeersveiligheid en de parkeerbalans;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.