direct naar inhoud van 9.4 Gebiedsbeschrijvingen
Plan: Buitengebied noord en Kloosterstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002152-1401

9.4 Gebiedsbeschrijvingen

9.4.1 Rosmalense polder

De Rosmalense Polder bestaat vooral uit het landbouwontwikkelingsgebied zoals dat is vastgelegd in het reconstructieplan. Het beleid voor dit gebied is op provinciaal niveau vastgelegd in de Provinciale verordening Ruimte. De gemeente heeft ruimte om een eigen invulling te geven aan het beleid zoals dat in de verordening staat beschreven. Bij de vaststelling van de provinciale verordening ruimte en de provinciale structuurvisie heeft de gemeente aangegeven grote problemen te hebben met de ruimte die wordt gegeven aan de ontwikkelingsmogelijkheden voor de intensieve veehouderij in het landbouwontwikkelingsgebied. Immers, de ontwikkeling van de intensieve veehouderij, zal een belemmering vormen voor de stedelijke ontwikkeling aan de oostzijde van de stad. De gemeente gaat er daarom van uit de bij de provinciale herbegrenzing van het LOG het LOG in de Rosmalense polder geheel of gedeeltelijk zal komen te vervallen.

In de milieu effectrapportage voor dit bestemmingsplan is een nader onderzoek gedaan naar de milieueffecten van de mogelijke ontwikkeling van de intensieve veehouderij. Voor de beschrijving van dit onderzoek wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van deze toelichting. Mede op basis van dit rapport is de conclusie getrokken dat verdere ontwikkeling van de intensieve veehouderij op de bouwblokken aan en ten westen van de Grintweg niet gewenst is. Ontwikkeling, uitsluitend ten behoeve van verplaatsers, is slechts verantwoord op één of twee bouwblokken in het oostelijke gedeelte van het LOG. Om een zorgvuldige afweging te kunnen maken is er voor gekozen om niet op voorhand, in dit bestemmingplan een aantal bouwblokken aan te wijzen die voor vergroting ten behoeve van intensieve veehouderij in aanmerking komen. Er is voor gekozen om het bestaande gebruik en de bestaande rechten zoveel mogelijk vast te leggen in het nieuwe bestemmingsplan. Afhankelijk van concrete initiatieven kan bezien worden waar en onder welke voorwaarden in het door de provincie aangewezen landbouw ontwikkelingsgebied, het bestemmingsplan kan worden herzien ten behoeve van een intensieve veehouderij.

De Rosmalense Polder is het gebied waar de agrarische bedrijfsvoering het primaat heeft. Onder 6.3 is reeds aangegeven dat voor wat betreft de ontwikkeling van de intensieve veehouderij er een beperking ligt op bouwblokken van 1,5 ha (na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid). Nieuwe bouwblokken zijn niet toegelaten. Van belang is tevens dat het gebied in de provinciale Verordening ruimte is aangewezen als cultuurhistorische gebied vanwege de historische functie als overlaat gebied. In de cultuurhistorische paragraaf is dit aspect nader beschreven. Met name zijn hier van belang de openheid van het voormalige overlaat gebied en de oost west gerichte hoofdwaterstromen in de noordzuid gerichte verkaveling. Vandaar dat terughoudend dient te worden omgegaan met het toelaten van nieuwe bebouwing. Bestaande bouwrechten worden daarbij gerespecteerd. Waar nodig worden de waardevolle elementen middels een aanlegvergunningstelsel beschermd.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen gelden hoe dan ook de provinciale vereisten van de landschapsinvesteringsregeling en de vereisten van de landschappelijke inpassing binnen het bouwblok.

9.4.2 Hondsberg

Een organische groei van het bebouwingscluster Hondsberg heeft geleid tot het ontstaan van diverse ontwikkelingen (wonen/bedrijvigheid). In de loop van de tijd is de bebouwingsstructuur geleidelijk verdicht. Er is een kleine bebouwingsconcentratie dicht bij de kern Rosmalen ontstaan. Karakteristiek aan deze bebouwingsconcentratie is de afwisseling van openheid en beslotenheid in het cluster. Deze dient op basis van de visie gehandhaafd te worden. Belangrijk zijn de bestaande doorzichten naar de omgeving. Diverse (rode)ontwikkelingen zijn mogelijk op de bestaande erven. Het uitgangspunt voor de toekomstige ontwikkeling in zowel dit deelgebied als het gehele visiegebied is het versterken van het landschappelijke kwaliteiten. Elk rood initiatief geeft de groene component een zichtbare impuls. Het streven is om een sterke landschappelijke eenheid op termijn te gaan realiseren. Tenslotte zet de gemeente met het opstellen van de visie in op de kwaliteitsverbetering van deze bebouwingscluster. De gewenste ruimtelijke kwaliteit kan worden behaald door het versterken van het landschap, het herstellen van de lintstructuur en het creëren van een interessant leefmilieu waarin wonen, werken, recreatie, natuur elkaar versterken.

9.4.3 Kattenbosch

Het Kattenbosch is al van hoge kwaliteit. Dit komt door de oorspronkelijke kampen structuur welke nog bewaard is gebleven. Deze landschapsstructuur in het Kattenbosch moet behouden worden en waar mogelijk versterkt worden. Functieverandering/ transformatie van het bestaande bedrijf in het Kattenbosch is op basis van de visie mogelijk. Specifiek voor Kattenbosch betekent dat, dat elke ontwikkeling zich optimaal in de landschapsstructuur moet voegen en direct aan de kwaliteitsverbetering van het gebeid bijdragen. Het toevoegen van nieuwe rode ontwikkelingen buiten het erf wordt niet toegestaan. Transformatie, sloop + nieuwbouw, kan alleen op het bestaande erf en moet optimaal in het landschap ingepast worden.

In de huidige situatie bestaat er een ruimtelijke relatie tussen de twee landschappelijke gebieden, het Sprokkelbosch en het Kattenbosch. Deze relatie komt tot uiting door de aanwezige openheid in de lintbebouwing van Hondsberg. Om een aaneengesloten landschappelijke raamwerk te kunnen realiseren dient deze openheid in de toekomst behouden te blijven en waar mogelijk sterker te worden. Bij verdere ontwikkeling van Hondsberg is het belangrijk dat deze openheid versterkt wordt en de bestaande doorzichten naar zowel het zuiden als het noorden behouden blijven.

9.4.4 Kruisstraat west

De Kruisstraat is te typeren als een historisch dijklint. Aan de toenmalige dijk vestigden zich enkele boeren die vervolgens het hoger gelegen land om zich heen ontgonnen. Het behoud van Kruisstraat als lint (met kenmerkende bebouwing) en tegelijk als overgangszone van hoog naar laag gebied is het uitgangspunt van de visie voor dit deelgebied.

De visie biedt mogelijkheden voor nieuwe functies op bestaande erven, bij voorkeur in bestaande bebouwing. Nieuwbouw op bestaande erven is toegestaan in ruil voor sloop van storende grootschalige stallen en (bij)gebouwen welke in de sfeer en de schaal van het gebied niet passen.

Het versterken van de relatie met het Sprokkelbosch behoort tot de ambities voor dit deelgebied. Bij verdere ontwikkeling van dit bebouwingslint wordt extra aandacht besteed aan de achterkant situatie van de bestaande (bij)gebouwen behorende bij de (agrarische) percelen ten zuiden van de Kruisstraat die direct aan Sprokkelbosch grenzen. Nu is er nog sprake van een achterkantsituatie: gebouwen die zich aan de Kruisstraat oriënteren, staan met de rug naar het Sprokkelbosch. Daardoor wordt het landschap van het Sprokkelbosch veel minder beleefbaar en wordt de ruimtelijke eenheid van het gebied aangetast. In deze overgangszone tussen het lint Kruisstraat en het landschap van het Sprokkelbosch is er dus sprake van ruimtelijke verrommeling. De ambitie om deze achterkanten aan het Sprokkelbosch een landschappelijke metamorfose te geven, is een uitgangspunt van de visie. Daarbij zijn zowel de optimale integratie met de Kruisstraat, de éénheid in het landschappelijke raamwerk, het versterken van het kampenlandschap, als het creëren van een nieuwe oriëntatie op het Sprokkelbosch, cruciaal.

Daarmee krijgt ook het Sprokkelbosch zelf een nieuwe betekenis, namelijk een gebied, dat - ondersteund door kleinschalige gebouwde voorzieningen - een belangrijke landschappelijke en recreatieve functie invult in het plangebied.

9.4.5 Kruisstraat Oost

Geomorfologie, bebouwingsstructuur en landschap zijn in Kruisstraat oost sterk met elkaar verbonden. Dit zijn allen weinig dynamische thema's; de huidige situatie is een resultaat van een gestage ontwikkeling van honderden jaren. Het zou geen recht doen aan het plangebied deze verhouding ineens te verstoren met nieuwe bouwmogelijkheden. Vandaar dat de analyse leidt tot een visie met een conservatief karakter. Deze behoudende visie is dus gebaseerd op het feit dat de huidige waardevolle cultuur-historische, stedenbouwkundige situatie een rechtstreeks en logisch gevolg is van de unieke geomorfologische eigenschappen van het plangebied. De verhouding tussen bebouwd en onbebouwd gebied inclusief de hoogteverschillen is een stedenbouwkundige (zichtbare) vertaling van de (onzichtbare) ondergrond (welke een veel langere (vormings)geschiedenis kent).

Gezien de inventarisatie en de analyse is Kruisstraat-Oost vanuit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt voltooid. Doordat de lintbebouwing niet aaneengesloten is, is de druk groot om in de openingen te bouwen. Het is wenselijk hier niet aan toe te geven. De conclusie is dat de visie geen extra rode ontwikkelingen mogelijk maakt. Als gevolg van de milieubelemmeringen binnen en buiten het plangebied (inclusief van de gemeente Maasdonk) zal het überhaupt moeilijk zijn daadwerkelijk eventuele mogelijkheden in bouwactiviteiten in de vorm van woningbouw om te zetten.

Hoewel deze visie een conservatief karakter heeft, kent het bestaande provinciale en gemeentelijke beleid voldoende ontwikkelingsmogelijkheden; het gebied zit dus niet op slot. Op de percelen is bijvoorbeeld met de Verordening Ruimte en met behulp van de gemeente mogelijk het een en ander te realiseren. Sloop van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen kan leiden tot beperkte woningbouwontwikkeling en natuurontwikkeling. Voor percelen met veel bebouwing of met een groot oppervlak aan gebouwen zijn er dus wel degelijk mogelijkheden. Verder maakt het bestemmingsplan het mogelijk om een extra woning in een grote woning te realiseren (splitsing). Ook is het mogelijk om – onder voorwaarden – mantelzorgwoningen te realiseren. De mogelijkheden voor functieveranderingen (meerdere agrarische activiteiten, wonen, bedrijvigheid, recreatie, opslag) mogen op basis van de visie worden toegepast. De benoemde mogelijkheden moeten leiden tot de kwaliteitsverbetering en het creëren van een aangenaam woon- werk milieu in het gebied.

9.4.6 Sprokkelbosch en Sprokkelboschstraat

Het herstellen van het kenmerkende kampenlandschap in het Sprokkelbosch is een van de belangrijkste uitgangspunten van de visie op het Landschap. De visie streeft ernaar het oorspronkelijke karakter van het gebied te behouden. Hierbij grijpen wij terug naar het oorspronkelijke karkater van het gebied. We willen de oude kenmerkende elementen ( laanstructuren langs de wegen, singels en houtwallen) behouden en terugbrengen. Meer natuur en landschap, het investeren in de houtwallen langs de kavelgrenzen, het beter zichtbaar maken van verschillen in het landschap van natte naar droge delen en het ontwikkelen van een (natte) natuur in het gebied zullen bijdragen aan de visiedoelstelling voor het gebied.

Tussen de houtwallen zijn in principe allerlei ontwikkelingen mogelijk (zoals; wonen, werken, landbouw, natuur, extensieve recreatie) mits deze bijdragen aan het realiseren van een hoogwaardig landschap met meer gebruiksmogelijkheden. Hiermee bieden wij een gebiedsinrichting waar passende functies profijt van hebben en uiteindelijk een meerwaarde oplevert voor zowel de eigenaren als voor de gebruikers van het gebied.

De open onbebouwde gronden tussen de bebouwing langs de historische linten ( Kruisstraat, Hondsberg, Sprokkelboschstraat) bieden doorzichten naar het achterliggend landschap en versterken daarmee de relatie met het landschappelijke raamwerk van het hele gebied. Het behouden van deze openheid draagt bij aan het versterken van het landschapplijke raamwerk.

De landschappelijke kwaliteit (zowel op perceelsniveau als op gebiedsniveau) staat centraal in deze visie. Om de gewenste kwaliteit in het gebied op termijn te kunnen realiseren moet er flink geïnvesteerd worden in het landschap. Deze investeringen worden grotendeels gefinancierd door de ruimtelijke (her)ontwikkelingen op her erf. Voor het realiseren van een nieuwe woning op een bestaand erf zal een financiële bijdrage moeten worden geleverd die vergelijkbaar is met de kosten van Ruimte voor ruimte kavel € 155.00. Het bedrag wat resteert, zal worden geïnvesteerd in landschapsversterking.

Het herstel van het landschap mag uiteraard niet geheel ten koste gaan van de agrarische functie van het gebied. Het gebied behoudt zijn agrarisch karakter. Het gebied moet zich ontwikkelen tot een mooi en aangenaam landschap waarin de agrariër genoeg kansen heeft zijn bedrijf en/of een aantal nevenactiviteiten uit te voeren.

De Sprokkelboschstraat welke de zuidelijke begrenzing van het Sprokkelbosch vormt heeft minder binding met de geomorfologische eigenschappen van het gebied. Niettemin is het een waardevol lint binnen het plangebied. De straat kenmerkt zich als een open lint met doorzichten naar het landschap. De huidige relatie met het landschap van Sprokkelbosch is typerend en daarmee waardevol, de visie zal dit daarom in stand houden. Bij de toekomstige ontwikkeling van de percelen die direct aan het landschap van Sprokkelbosch grenzen wordt er uitgegaan van het versterken van de relatie met het Sprokkelbosch. Het nu relatief geïsoleerde Sprokkelbosch moet toegankelijker worden en meer onderdeel zijn het hele gebied.

9.4.7 Kloosterstraat

De Kloosterstraat is in de jaren zestig herverkaveld tot een modern landbouwgebied. Veel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zijn hierdoor verloren gegaan. De ont- en afwatering is verbeterd. De landbouw heeft een intensief karakter gekregen. Naast een enkele melkveehouderij en een nertsenfarm bepalen in toenemende mate de vollegrondsgroenteteelt het grondgebruik. Tot slot is het belangrijk om te vermelden dat een vijftal agrarische bedrijven en enkele tientallen hectare grond in bezit zijn bij de gemeente 's-Hertogenbosch en projectontwikkelaars.

Van de historische verkaveling is vrijwel niets meer over gebleven. Op enkele plaatsen verraden hoogtes in het landschap de ligging van een voormalig klooster of 'donken of ruggetjes' in een voormalig vochtig weidelandschap. Niet voor iets hoorde het grootste deel van de polder in het verleden tot het 'Groot Bossche Broek'. Het vochtige karakter is nog het best zichtbaar in het gebied tussen de A2 en de landbouwweg de Kloosterstraat.

De verstedelijkingsdruk op dit gebied is groot door de strategische ligging kort bij de binnenstad van 's-Hertogenbosch en de ligging direct aan de A2.

De relatie met de stad blijft bestaan, maar wordt anders. De Kloosterstraat en Den Dungen e.o. worden gezien als de 'moestuin en het groen theater voor 's-Hertogenbosch'. Een kwalificatie die sommige boeren aan het gebied gegeven hebben. Van oudsher vervult het gebied een functie vanuit voedselvoorziening. De laatste jaren wordt de oude relatie weer nieuw leven ingeblazen mede door de initiatieven van de Hertogboeren.

De stedeling weet het gebied de laatste jaren steeds beter te vinden. Vooral de Keerdijk en omgeving zijn voor wandelaars en fietsers aantrekkelijk. De Keerdijk is een van de best bewaarde delen van de linie van 1629. De Keerdijk is in recreatief opzicht de schakel tussen de landgoederenzone van Haanwijk, Sterrenbosch en Pettelaer enerzijds en het Aadal en Hooge Heide anderzijds. In het gebied is de laatste jaren geïnvesteerd in de kwaliteit van natuur, landschap en cultuurhistorie. Er zijn vele kleinschalige projecten uitgevoerd vanuit De Groene Delta. De gemeente Sint-Michielsgestel heeft in een visie op de Keerdijk en Meerse Plas de ambities nog eens beschreven.

Natuur en landschap

Het open, agrarische gebied tussen 's-Hertogenbosch en Den Dungen herbergt actuele en potentiële landschappelijke en ecologische waarden. De bestaande natuurwaarden zijn beperkt. De natuurwaarden in de Kloosterstraat zijn vooral de weidevogels en de kwelvegetaties. De kwelvegetaties bevinden zich vooral in de noordoost- en noordwesthoek. Ze zijn het resultaat van het grondwater dat in de sloten tegen de A2 naar boven komt. Het is hetzelfde watersysteem waar Het Bossche Broek van afhankelijk is. De kwelvegetatie met onder andere holpijp, gewone dotterbloem, glanzend en gekroesd fonteinkruid en veldrus. In de noordoosthoek is het mogelijk ook het resultaat van kanaalkwel uit de Zuid-Willemsvaart. (gegevens flora en faunadatabank)

Naast kwelvegetaties is het gebied belangrijk voor weidevogels. Tot enkele jaren geleden kwamen er nog grutto's voor. Deze waren een restant van ooit een rijkere weidevogelpopulatie met watersnip en tureluur. Deze vogels zijn verbonden aan vochtige graslanden slootkanten. Nu bevinden zich er enkel nog kievieten en een paartje wulp. Naast deze primaire weidvogels kent het gebied secundaire weidvogels zoals gele kwikstaart en patrijs. De achteruitgang van de weidevogels is te verklaren door een combinatie van intensivering van het grondgebruik en predatie. Daarnaast spelen koude en of natte voorjaren en recent de verstorende werkzaamheden rond de A2 een rol in de aan- of afwezigheid van weidevogels. De achteruitgang van weidevogels is een landelijke en zorgwekkende trend.

De Kloosterstraat is samen met de Keerdijk ook onderdeel van een landschapsecologische verbinding tussen Aa- en Dommeldal. De Keerdijk is daarbij de 'droge' verbinding met de das als ambassadeur. In de Kloosterstraat ligt het accent op een 'natte' verbinding. Er is nog niet gekozen voor de wijze van invulling. Het moet vooral dienen voor kwelvegetaties, zoogdieren, amfibieën, libellen en sprinkhanen. Deze ambitie is terug te vinden in onder andere De Groene Delta (gemeente 's-Hertogenbosch; 2008) en Landschap van Allure (Investeringsprogramma in voorbereiding).

Groenblauwe mantel

De Kloosterstraat is door de provincie Noord-Brabant in de Verordening Ruimte aangemerkt als groenblauwe mantel. Deze aanduiding is gebaseerd op actuele en potentiele natuur- en landschapswaarden. In het westen valt de aanduiding samen met een attentiegebied vanuit water. Deze is gerelateerd aan de aanwezige natte natuurparel Bossche Broek zuid. Drainage is uitgesloten. De groenblauwe mantel is daarnaast aangewezen vanuit de beoogde ecologische verbindingszone; de natte as tussen Dommel en Aadal.

De gemeente is verantwoordelijk om de groenblauwe mantel door te vertalen in het bestemmingsplan. Op basis van de actuele en potentiele natuurwaarden is de gemeente van oordeel dat de groenblauwe kwaliteiten zich ook uitstrekken over gronden tussen de A2 en de weg Kloosterstraat tot aan de Zuid-Willemsvaart. Dit valt samen met het belangrijkste deel van het weidevogelgebied. Hier bevindt zich de vochtige graslanden, vele slootjes en hier bevindt zich een concentratie van primaire en secundaire weidevogels. Daarnaast bevinden zich in slootjes de kwelvegetaties. Daarnaast is de wens om in deze zone te komen tot de landschapsecologische verbinding oftewel de natte as. In het centrale deel ten zuiden van de Kloosterstraat zijn ook enkele percelen aangewezen als groenblauwe mantel. Dit gebied onderscheidt zich qua actuale of potentiële natuurwaarden niet van de overige gronden in de polder die buiten de groenblauwe mantel liggen. Het gaat hier om hoger gelegen gronden.

Landbouw

De centrale gelegen gronden zijn op dit moment hoofdzakelijk in gebruik voor de vollegrondsgroenteteelt. Voor een deel is het als grasland in gebruik. De ontwikkelingen binnen de landbouw zet zich de komende jaren voort. De vollegrondsgroenteteelt wil een deel van de gronden in gebruik nemen voor wisselteelt. Dat betekent dat eens in de drie a vier jaar bouwland wordt omgezet in grasland. De verwachting van de agrariërs is dat maar een beperkt deel van het bouwland wordt gebruikt voor teeltondersteunende voorzieningen. De plastic 'afdekking' wordt 6 a 9 weken gebruikt om de gewassen te beschermen tegen vorst, hagel en schadelijke insecten en om ze sneller op te laten warmen in het voorjaar. Daarna worden de plastics weer verwijderd. Daarnaast wil de landbouw peilgestuurde drainage toepassen om in het vroege voorjaar het land op te kunnen, om daarna het peil hoger op te kunnen zetten t.b.v. vochtvoorziening aan de gewassen. Er is geen sprake van een wezenlijke verandering in de grondwatersituatie. Een deel van de grond is in gebruik bij de melkveehouderij. Vanwege de derogatieregeling (boetes op het meer dan 15% bouwland hebben binnen een bedrijf) is het aandeel grasland in de afgelopen jaren gegroeid. Bouwland is omgezet in grasland.

De Groene Delta en Landschap van Allure Het Groene Woud

De Kloosterstraat is niet meer in beeld als bedrijventerrein. Daarmee is de situatie niet zoals daarvoor. De eigendoms- en beheersituatie is veranderd. Naast agrariërs zijn ook de gemeente en projectontwikkelaar eigenaar van het gebied. Dat heeft tot beëindiging van vijf agrarische bedrijven geleid. Daarnaast is de verworven grond als pachtgrond ingezet.

De gemeente Sint-Michielsgestel, gemeente 's-Hertogenbosch, ZLTO/Hertogboeren, Brabants Landschap en de Brabantse Milieufederatie hebben afgesproken om een gebiedsproces voor de Kloosterstraat op te starten. Daarbij is het centrale thema het versterken van de relatie stad – land vanuit de thema's voedsel, recreatie en natuur. Doel is komen tot een duurzame inrichting en beheer van de Kloosterstraat en Den Dungen e.o. Belangrijk in de aanpak is komen tot samenwerking en (kennis)uitwisseling tussen bijvoorbeeld agrarische ondernemers, bedrijfsleven, dienstverlening en overheden vanuit De Brand, Pettelaerpark), burgers, natuurbeschermers, onderwijs en zorg.

Een bijzonder onderdeel is de vraag wat te doen met de bedrijven en agrarische gronden in eigendom van gemeente en projectontwikkelaars. Het idee is om deze onder te brengen in het gebiedsproces. De raad van de gemeente 's-Hertogenbosch heeft in het kader van de Ruimtelijke Structuurvisie verzocht om een verkenning naar de mogelijkheden van 'boerenhofstedes'. In de visie op de Gestelse Vleugel is al eens het idee geopperd van het bouwen op donken en/of bestaande bouwblokken. De aanpak is nu om de verkenning integraal onderdeel te laten zijn van de opgave om te komen tot een duurzame inrichting en beheer van de Kloosterstraat. De verkenning voor 'boerenhofstedes' wordt dus ook in het licht van de functies landbouw, natuur en recreatie geplaatst. De aanpak past binnen het 'Koersdocument Transitie stad en platteland' van de provincie Noord-Brabant.

De gemeente Sint-Michielsgestel en gemeente 's-Hertogenbosch hebben begin 2013 middelen vrijgemaakt voor het opstarten van het gebiedsproces. Dit vloeit voort uit de afspraken vanuit De Groene Delta en is ingebracht voor een bijdrage vanuit Landschap van Allure Het Groene Woud (Investeringsaanvraag Harba Lorifa; april 2013). De integrale verkenning moet uiteindelijk leiden tot een inrichtingsvisie en uitvoeringsprogramma voor het gebied.

Bouwsteen 'boeren met natuur'

De gemeente 's-Hertogenbosch wil komen tot concrete afspraken over inrichting en beheer van de Kloosterstraat over behoud en ontwikkeling van weidevogels, de kwelvegetaties en de landschapsecologische verbinding tussen Aadal en Dommeldal. Daarvoor start zij een proces op met agrariërs en natuurbeschermers. Het resultaat wordt meegenomen binnen het planproces voor de Kloosterstraat en Den Dungen e.o. als geheel. Het proces begint met kennisuitwisseling vanuit natuur en landbouw om te komen tot wederzijds inzicht in de knelpunten en wensen vanuit beide sectoren. Daarna wordt een beheer- en inrichtingsplan opgesteld met concrete maatregelen over bijvoorbeeld randenbeheer, kavelruil en vrijwillig weidevogelbeheer. De vrijwillige weidevogelbeschermers en de agrariërs hebben deze intentie naar elkaar uitgesproken. Het uiteindelijke resultaat is een bouwsteen voor de overkoepelende gebiedsvisie voor Kloosterstraat en Den Dungen e.o.