direct naar inhoud van Artikel 10 Natuur
Plan: Buitengebied noord en Kloosterstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002152-1401

Artikel 10 Natuur

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuur / landschapselementen / bos en de bijbehorende groeiplaats;
  • b. Behoud, herstel en/of ontwikkeling van de houtteelt/houtproductie;
  • c. Verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • d. Water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. Extensief recreatief medegebruik;
  • f. Behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschaps- en natuurwaarden;
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.

10.2.2 Ondergronds bouwen

Op de gronden binnen deze bestemming mag niet ondergronds worden gebouwd.

10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. Algemeen:
    • 1. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m2 per perceel of met meer dan 0.50 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd.
    • 2. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0.50 m onder maaiveld, voorzover gronden;
    • 3. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
    • 4. het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of drainage m.u.v. grondwateronttrekkingen;
    • 5. het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden;
    • 6. het verwijderen van natuur- en landschapselementen die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig waren;
    • 7. het verwijderen van perceelsindelingen, paden en onverharde wegen;
    • 8. het aanleggen en/of verharden van wegen of paden, dan wel aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m² per perceel.
10.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 10.3.1 op werken en werk-zaamheden welke:

  • a. Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. Reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
10.3.3 Toelaatbaarheid

De in lid 10.3.1 bedoelde vergunning wordt verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.

10.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gehandhaafd.
10.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 10.4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.