direct naar inhoud van Artikel 9 Groen
Plan: Buitengebied noord en Kloosterstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002152-1401

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • c. groen(voorziening);
  • d. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen zoals sportvoorzieningen, speelvoorzieningen, openbare verblijfsvoorzieningen, verkeersvoorzieningen, abri's, telefooncellen, straatmeubilair, nutsvoorzieningen bijbehorende verhardingen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, standplaatsen, terrassen en dergelijke.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • b. Kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mogen maximaal 10 meter hoog zijn.
9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
9.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Van strijdig gebruik is in ieder geval sprake indien de gronden die zijn bestemd als 'Groen' niet worden aangelegd of gebruikt conform de bij dit bestemmingsplan in bijlagen 2, 3 en 4 gevoegde landschapsinvesteringsplannen.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 9.4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

9.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
9.6.1 Vergunningplicht

Het is ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden, geen bouwwerkzaamheden, uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het afgraven, ophogen, egaliseren en het aanleggen van verhardingen en kaden;
  • b. het aanbrengen van drainage.
9.6.2 Uitzonderingen vergunningplicht
  • a. voor werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
9.6.3 Beoordelingscriteria

De onder 9.6.1 Vergunningplicht genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien er geen sprake van is, dat door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van die gronden, welke het plan beoogt te beschermen onevenredig worden of kunnen worden aangetast, danwel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind. De bovenbedoelde waarden of functies betreffen de instandhouding van natuurlijke en ecologische functies en voorzieningen, zodanig dat voor fauna, en in voorkomend geval ook flora, verbindingen aanwezig blijven dan wel (kunnen) ontstaan tussen natuur- en/of natuurontwikkelingsgebieden ten zuiden en ten noorden van het plangebied, alsook het herstel en behoud van watersystemen.

9.6.4 Voorwaarden aan omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen de omgevingsvergunning onder beperkingen verlenen en zij kunnen voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden, waaronder de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de natuurlijke ecologische waarden kunnen worden behouden.