Plan: | Boschveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002120-1402 |
De huidige ruimtelijke structuur van Boschveld is beschreven in het raamwerk dat de basis vormt voor herstructurering en concrete projecten conform het Wijkplan Boschveld Beweegt. Het raamwerk deelt Boschveld in vieren: Hart en Lanen, Stationskwartier, Parkkwartier en Waterkwartier.
Boschveld is ontworpen vanuit de stedenbouwkundige principes uit de naoorlogse periode, waarbij een scheiding van functies uitgangspunt was (wonen, werken en voorzieningen). De wijk heeft een meerzijdig karakter, onder meer door de aanwezigheid oude industrie ten westen van het spoor. Door de ontwikkeling van woningen in Boschveld in de jaren '50 en die in het Veemarktkwartier in de jaren '30 is het industrieterrein aan de Paardskerkhofweg middenin de wijk terecht gekomen. De woningen in het Veemarktkwartier dragen duidelijk de signatuur van het expressionisme en van de Amsterdamse School. Zij staan hiermee in contrast met het merendeel van de woningen dat na de Tweede Wereldoorlog in een op de traditionele bouwstijl geënte architectuur is gebouwd. Daarnaast verschillen de verkavelingsprincipes. Opvallend is dat er in de wijk, hoewel in een beperkte periode gebouwd, als verkavelingsprincipes zowel het gesloten en halfopen bouwblok als de strokenbouw zijn gehanteerd. Gestapelde bouw is toegepast zowel aan de randen van de wijk als aan doorgaande wegen en als onderdeel van zogenaamde 'stempels' binnen de woonwijk: zich steeds herhalende verkavelingen met afwisselend laagbouw en middelhoogbouw.
De deling in buurten wordt versterkt door de wegen en de stamlijn. De Copernicuslaan zorgt door haar centrale ligging voor een sterke deling, maar ook de bedrijfsbebouwing aan de Paardskerkhofweg zorgt ervoor dat het achterliggende Veemarktkwartier is afgesneden van de rest van de wijk.
Aan de ene kant wordt met de herstructureringsplannen conform het Wijkplan Boschveld Beweegt beoogd het meerzijdig karakter van de wijk te versterken: de contrasten tussen de buurten worden dan ook gezien als een kracht die met fysieke ingrepen wordt versterkt. Hart en Lanen, Stationskwartier, Parkkwartier en Waterkwartier behouden zo hun eigen sfeer. Aan de andere kant beoogt het wijkplan meer samenhang in de wijk door het leggen van meer verbindingen en door het opheffen van barrières.
Het leggen van meer verbindingen en het opheffen van barrières gebeurt door het concept Hart en Lanen. Het winkelcentrum op de hoek van de Copernicuslaan en de Christiaan Huygensweg, de onderwijsvoorzieningen (basisschool 't Boschveld en school voor speciaal onderwijs Het Overpad) en het buurthuis in de nabijheid van het winkelcentrum vormen samen een cluster van voorzieningen centraal in de wijk. Dit cluster van voorzieningen is in het Wijkplan Boschveld Beweegt de centrale ontmoetingsplek en het Hart van Boschveld: hier komen de verschillende kwartieren en Lanen samen (zie paragraaf 3.3.2.1).
In de huidige structuur vormt de Copernicuslaan de belangrijkste verbinding in de wijk voor doorgaand verkeer. De basis voor het stedenbouwkundige ontwerp van Boschveld vormde de Copernicuslaan, een straat met het profiel van een groene boulevard. De Copernicuslaan doorsnijdt de wijk van zuid naar noord en heeft, zoals gebruikelijk bij dergelijke brede straatprofielen, aan weerszijden relatief hoge bebouwing. De wandbegeleiding wordt verder versterkt met het recent gerealiseerde appartementencomplex Signatuur. Ook de Christiaan Huygensweg, de Kamerlingh Onnesstraat, de 's-Gravesandestraat, de Paardskerkhofweg, de Parallelweg en de Veemarktweg zijn hoofdverbindingen. In de toekomst worden deze straten opgewaardeerd tot Lanen die gaan zorgen voor samenhang in de wijk (zie paragraaf 3.3.2.1).
Het gebied dat wordt begrensd door de Copernicuslaan, de Oude Vlijmenseweg en de Simon Stevinweg heet in het Wijkplan Boschveld Beweegt het Parkkwartier. Het Parkkwartier ontleent haar naam aan de bestaande en toekomstige kwaliteit van het groen in en om de buurt (zie paragraaf 3.3.2.2) en vormt het overgangsgebied tussen het stenige deel van Boschveld en het groene Westerpark.
In het Parkkwartier wordt overwegend gewoond. In het gebied ten westen van de Copernicuslaan, tot aan de Buys Ballotweg, ligt een orthogonaal stratenraster met een variëteit aan bouwblokken waarin de principes van de wijkgedachte en de wederopbouwperiode herkenbaar zijn. De stedenbouwkundige opzet is samengesteld uit verschillende open en halfopen bouwblokken. De straten en (speel)stoepen markeren de contouren van de bouwblokken. Hoogtes en typologieën variëren: er komen onder meer grondgebonden woningen met kap, middelhoge etagewoningen en beneden- en bovenwoningen voor. Hoewel de bouwblokken worden herhaald, gaat het om kleinschalige wederopbouwexperimenten en vormen ze geen grootschalige stempelbuurten. Karakteristiek voor de structuur is de openbare ruimte per bouwblok. Openbare ruimte heeft zowel een plek binnen de bouwblokken als aan de straten in de vorm van pleinruimtes.
De oorspronkelijk ontworpen variatie aan openbare ruimte en openheid in het Parkkwartier heeft veel aan kwaliteit verloren. Het wijkbeeld is veranderd: pleintjes zijn versteend, tuinen en tuinafscheidingen zijn verhard en het autobezit is toegenomen. Verder zijn er onduidelijke situaties met betrekking tot privé- en openbare ruimten, bijvoorbeeld de open binnenterreinen waaraan alleen achterkanten en tuinen van woningen grenzen. Er zijn anonieme ruimten ontstaan en de relatie tussen wonen en de openbare ruimte is vertroebeld.
De randen van het Parkkwartier zijn als verbijzondering uitgevoerd. De bebouwing aan de randen ligt meer verspreid ten opzichte van het centrale deel. Hier staat de bebouwing meer op zichzelf en is ze zeer divers qua typologie en architectuur. Aan de Simon Stevinweg is losstaande individuele bebouwing geplaatst met een oriëntatie op de doorgaande weg. Op de hoek met de Copernicuslaan bevindt zich een kleinschalig complex van seniorenwoningen in drie en vier bouwlagen. De bebouwing verderop aan de Simon Stevinweg gaat over in individuele woningen in twee bouwlagen met kap en de bungalowwoningen in één bouwlaag aan de Prof. Keesomstraat en de Buys Ballotweg. Hoe verder van de stad, des te groener het straatprofiel is ingericht. Ook de voor- en achtertuinen van de woningen dragen hier aan het groene aanzicht bij. Aan de andere kant van het Parkkwartier, aan de Oude Vlijmenseweg, wordt de rand gevormd door een brede groenzone die wordt begeleid door steeds haaks op elkaar geplaatste blokken middelhoge flats. De flats grenzen aan de zuidzijde aan pleinruimtes en zijn afwisselend vier en vijf bouwlagen hoog. De middelhoogbouw vormt een duidelijke markering van de Copernicuslaan en een presentatie van de wijk aan de doorgaande weg.
In de uiterste westpunt van de wijk is een deel van het Westerpark ontwikkeld. De voormalige velden van voetbalvereniging Concordia zijn er herontwikkeld tot een nieuw park met woningen. Het Westerpark vormt een geleidelijke overgang van Boschveld en het Paleiskwartier naar de rest van stadsdeel West (Deuteren, De Kruiskamp, De Schutskamp). Rondom het waterrijke stadspark Westerpark is een buurt gebouwd in een brede mix van prijsklassen en in een brede variëteit aan woningtypen (appartementen en eengezinswoningen, studenteneenheden, drive-inwoningen, gehandicaptenwoningen, bastionwoningen). Door een uitgekiend stedenbouwkundig plan kon hier een groot aantal nieuwe woningen worden toegevoegd die ieder op een eigen manier betrokken zijn bij het stadspark: langs het park, in het park en/of direct grenzend aan één van de waterpartijen. Centraal liggen drie halfopen bouwblokken met eengezinswoningen. De woningen zijn in drie bouwlagen aaneengesloten gebouwd en georiënteerd op groene wigvormige ruimtes. De koppen zijn verbijzonderd en hebben een vierde, terugliggende laag. Aan de Oude Vlijmenseweg bevinden zich drie appartementenblokken in vijf bouwlagen. De blokken staan in het groen en oriënteren zich met balkons op het park. Aan de Vijverberg bevinden zich tot slot vier woningblokken die als vooruitgeschoven bastions in het water zijn geplaatst. Het zijn drive-inwoningen in drie bouwlagen waarvan de achterzijde is ontworpen als voorzijde met balkons, vanwege de ligging aan het park.
Het gebied dat wordt begrensd door de Copernicuslaan, de Christiaan Huygensweg, de Parallelweg en de omgeving van de Edisonstraat is in het Wijkplan Boschveld Beweegt het Stationskwartier. Bij het Stationskwartier grenst Boschveld aan het Paleiskwartier, het station en de binnenstad. Bij de Edisonstraat wordt in de toekomst de link met het nieuwe Hart gemaakt.
Het Stationskwartier heeft net als het Parkkwartier een heldere stedenbouwkundige structuur. Het heeft een orthogonaal stratenraster met een variëteit aan bouwblokken en hofjes waarin ook de principes van de wijkgedachte en de wederopbouwperiode herkenbaar zijn. De bouwblokken zijn open of halfopen gebouwd, in stempels. Bij de hofjes gaat het om woningen die rond pleinen zijn gebouwd. De bebouwingsranden aan de zijden van de Copernicuslaan, de Christiaan Huygensweg en de Parallelweg zijn hoger en bijna aaneengesloten. Dit laatste is belangrijk vanwege de beperking van de geluidoverlast door de drukke wegen en het spoor voor de achterliggende bebouwing. In de stedenbouwkundige structuur is structureel ruimte gereserveerd voor groen in de straatprofielen.
In tegenstelling tot de meer gevarieerde stempelstructuur van het Parkkwartier zijn de bouwblokken in het Stationskwartier eenduidiger van woningtypologie en bouwhoogte. Het gebied wordt vooral gekenmerkt door brede groene woonstraten en door grondgebonden woningen, met tuinen, in twee en drie bouwlagen met kap. Aan de randen is de woonbebouwing gestapeld en vier bouwlagen hoog, veelal drie bouwlagen met kap.
Bijzonder element vormt het winkelcentrum op de hoek van de Copernicuslaan en Christiaan Huygensweg. Het is ontworpen door de architect Gerard Holt. Het was in 1955 het eerste moderne wijkwinkelcentrum in de stad. In de wijkgedachte van na de Tweede Wereldoorlog gingen stedenbouwkundigen uit van concentratie van winkelvoorzieningen. Winkelcentrum Boschveld is een goed voorbeeld van dit uitgangspunt. Nadat het centrum aanvankelijk een breed scala aan winkels voor dagelijkse boodschappen huisvestte, kwam in de jaren '60 de supermarkt op en vestigden zich twee supermarkten in dit winkelcentrum. Boven de winkelplint bevinden zich drie woonlagen. Het winkelcentrum is in totaal vier bouwlagen hoog en is door haar witte gevel aan de Christiaan Huygensweg en de Copernicuslaan een beeldbepalend gebouw. Aan de Celsiusstraat en 's-Gravesandestraat bevinden zich woningen in twee en drie bouwlagen met kap. In de plint aan de Celsiusstraat bevinden zich ook winkels en horeca. Op het binnenterrein vindt parkeren en laden en lossen plaats.
De oorspronkelijk beoogde openheid van het Stationskwartier is aan sleet onderhevig. De hofjes zijn er versteend, tuinen en tuinafscheidingen zijn verhard. De voorkanten van woningen staan tegenover gesloten achterkanten van andere woningen. Het aanzicht van de wijk is veranderd en meer gesloten geworden. Daardoor zijn anonieme ruimten ontstaan. Het wonen richt zich minder op de openbare ruimte. Ook de kwaliteit van het winkelcentrum is in de loop der jaren achteruit gegaan door leegstand, achterstallig onderhoud en criminaliteit. Met het Wijkplan Boschveld Beweegt wordt het Stationskwartier aangepakt (zie paragraaf 3.3.2.3). Zo wordt gewerkt aan het verbeteren van het winkelcentrum, met behoud van het waardevolle gevelbeeld.
Het gebied dat wordt begrensd door een deel van de nieuwe Parallelweg, de Veemarktweg, de Oude Engelenseweg, de Oude Vlijmenseweg en de Paardskerkhofweg heet in het Wijkplan Boschveld Beweegt het Waterkwartier. In het Waterkwartier is het oorspronkelijk industriële karakter nog goed zichtbaar (zie paragraaf 2.1). De ruimtelijke structuur wordt vooral gekenmerkt door bedrijfsbebouwing: aan de Paardskerkhofweg, de Parallelweg en aan het spoor liggen diverse bedrijfs- en bedrijfsverzamelgebouwen. De monumentale gebouwen van Grasso springen het meest in het oog. Zowel de bedrijfshallen als de kantoorvilla zijn een belangrijke beeldbepaler in dit kwartier. Het zijn gebouwen met een forse omvang en hoogte (circa 8 tot 13 meter). Vanwege de monumentale status zijn en blijven deze gebouwen van grote waarde voor het Waterkwartier.
De overige bedrijfsbebouwing aan de Paardskerkhofweg en Parallelweg varieert in hoogte tussen één en drie bouwlagen. Karakteristiek zijn de kappen en spanten van een aantal bedrijfshallen. Verspreid komen nog enkele bedrijfswoningen voor maar het gebruik ervan is veelal niet meer verbonden aan een bedrijf. Op de hoek van de Paardskerkhofweg en Parallelweg springt het hoge kantoorgebouw, in vier en zes bouwlagen, van voorheen Laurus in het oog.
Aan de noordkant van het plangebied, tussen de huidige Parallelweg en het spoor, ligt het EKP-terrein. Het EKP ('expeditieknooppunt') heeft een ontsluiting aan de zijde van het spoor, inclusief een perron voor overslag van goederen. Waar het plangebied grenst aan de Dieze ligt het Veemarktkwartier, ingeklemd door bedrijfsbebouwing. De woningen, zowel grondgebonden eengezinswoningen als beneden- en bovenwoningen, zijn gebouwd in twee en drie bouwlagen met kap. De relatie met de oude veemarkt is nog goed zichtbaar, zoals in de oude poorten naar de achterterreinen waar men vee kon stallen.
afbeelding 6: kantoorgebouw Grasso afbeelding 7: de oude gashouder, afgebroken in de jaren '60