direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke structuur
Plan: Kom Engelen - Haverleij
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002119-1401

2.2 Ruimtelijke structuur

2.2.1 Hoofdstructuur

Dorp Engelen

Een belangrijke karakteristiek van Engelen is het historisch dorpscentrum in de zuidoostelijke hoek van het dorp. Hier is het dorp ontstaan op de terp bij de kerk. Engelen is in haar ontwikkeling vervolgens uitgebreid in diverse “schillen”. Elk van de “schillen” heeft een eigen karakter. De oudste delen zijn het meest karakteristiek “dorps”. Vanaf Hoogveld is er sprake van een suburbaan woonmilieu.

Hoewel Engelen verschillende delen kent, is er sprake van gezamenlijke karakteristieken. De “korrelgrootte” van het bebouwings- en stratenpatroon, waarbij bijna elk bouwblok beperkt van omvang is, is vrijwel overal gelijk. De bouwblokken zijn gesloten. Twee uitzonderingen op de “korrelgrootte” zijn het bouwblok tussen de Dorpsstraat en Boerenerf, en het blok tussen de Zonneweide en Goudplevier. Hier zijn relatief grote bouwblokken aanwezig. Voor beide blokken was indertijd bij de planontwikkeling voorzien in een kortsluiting tussen de aangrenzende straten.

Het stratenpatroon bestaat uit een fijnmazig netwerk van straten, zonder al te veel hiërarchie. Dit past bij het suburbane en dorpse karakter. Elke plek in het dorp is snel en direct bereikbaar, vooral voor langzaam verkeer, en er is nagenoeg geen sprake van doodlopende straten.

Engelen kent een heldere structuur van hoofdstraten, straten, paden en pleintjes; dit alles versterkt door groenvoorzieningen. De straatprofielen zijn ook in de uitbreidingen bewust “dorps” gehouden. In de ruimtelijke structuur is verder een vrij regelmatig patroon van groene pleinen en besloten ruimten herkenbaar. Van groot belang zijn de groene routes, vaak eindigend in een groen plein. Zij geven structuur binnen de wijken en verduidelijken routes voor langzaam verkeer.

Het dorp ligt vrij in de omliggende ruimte. De randen verschillen sterk in karakter.

De oost- en noordoostzijde worden gevormd door de dijk en de Dieze / Henriëttekanaal, met daarachter de open polder Henriëttewaard. De korte wand kadebebouwing oriënteert zich op het water. Het merendeel van de woningen keert zich verder van de rand af, doordat ze laag achter de dijk liggen, met achtertuinen naar de dijk.

De zuidzijde vormt een buffer tussen Engelen en het industrieterrein De Vutter. In deze strook ligt sportpark Engelerpark (voorheen sportpark De Vutter) met onder andere de wijkspeelplaats, een sporthal, Tennisvereniging Engelen, en het gebouwencomplex Engelerhart, dit is een sport- en jeugdcluster (met onder andere de dependance van basisschool Antonius Abt en voetbalvereniging FC Engelen) met voetbal- en speelvelden. Hier is de rand een geleidelijk vormgegeven overgang tussen dorp en De Vutter.

Met de uitbreidingen aan de westzijde is een ruimtelijke “harde” afronding van het dorp gemaakt. De woningen aan de westelijke rand zijn georiënteerd op de groene geledingszone tussen dorp en Haverleij. Met de bosrandkavels (deels ingevuld) wordt de overgang tussen Haverleij en Engelen gemarkeerd. De vrijstaande woningen zijn ingepast in bebossing, welke goed passen binnen de groene verbinding op deze plek.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002119-1401_0002.png"

Afbeelding 2.1: Luchtfoto Kom Engelen en Haverleij (2011)

Landgoed Haverleij

Compacte woongebouwen zijn gesitueerd in een gerestaureerd landschap. Recreatie is door het nieuwe landschap heen verweven. Er zijn wandelpaadjes, fietspaden, een golfbaan en weilanden. De weilanden mogen in de winter onderlopen. De vormgeving en te verwachten landschappelijke waarden zijn zeer verwant aan de mooiste en oudere landgoederen in ons land. Het werk is begonnen met het maken van een 'gebiedseigen' watersysteem. Daarna is er bos geplant. Het bos ligt op de rand van het oude Eiland van Engelen. Zo ontstaat een binnenwereld in gradiënten loodrecht op de rivier met boomgaarden, oprijlanen, een notenallee en tuinen. Daar omheen ligt een buitenwereld met het open agrarisch landschap en ruimte voor nieuwe natuur.

Pas na de aanleg van het groen en het water is het bouwprogramma getekend. Dat gebeurde in de voor stedenbouw meest basale en herkenbare vorm. Het zijn gesloten bouwblokken van bijna 100 bij 100 meter. Binnen deze hoofdopzet mochten andere architecten de woonblokken ontwerpen. Deze bouwblokken liggen vrij in het landschap en in een klein ensemble bij de sluis aan het kanaal. De gebouwen contrasteren met het groen. Er is in het concept bewust gekozen af te wijken van de karakteristiek van het dorp Engelen. Vanwege de woningbouwopgave waren hogere dichtheden noodzakelijk. In Haverleij worden in totaal circa 1.000 exclusieve woningen gerealiseerd op een oppervlakte van ongeveer 20 hectare. Het totale plan Haverleij omvat circa 225 ha.

Haverleij is ook een uitloopgebied voor de inwoners van 's Hertogenbosch. In dat kader is voorzien in de aanleg van een volwaardige 18-holes golfbaan met oefenvoorzieningen (circa 65 hectare), een parktuin, een wandelbos, een groene randzone langs Engelen en een natuurgebied. De relatie en verwevenheid met de golfbaan was een uitgangspunt. Bovendien is er sprake van een bijzondere ligging langs de “harde” en rechte rand van het kanaal, en het open weidegebied Henriëttewaard aan de overzijde. Er is sprake van een sterk ruimtelijk en functioneel contrast. Tussen bebouwing en landschap is geen “zachte” overgang middels rand- of buffergroen mogelijk. Dit ruimtelijke gegeven is ten volle geaccepteerd en als uitgangspunt gebruikt bij de opzet van Haverleij. Het leidende principe van (landschappelijke) mal en (stedelijke) contramal heeft een bijzondere uitdrukking gekregen. Bij de vormgeving van Haverleij is ingespeeld op landschappelijke karakteristieken en markante punten zoals de brug bij Hedel, de hoge silo's op De Rietvelden, de hoogspanningslijn en het oude “stedelijke” rivierfront van Engelen.

Bij de hoofdopzet van het ontwerp voor Haverleij vormt de landschapsstructuur een belangrijk aanknopingspunt. In deze (nieuw aangelegde) landschapsstructuur zijn van west naar oost drie zones te onderscheiden: een open zone, een dichte boszone en een halfopen parkzone. Binnen deze landschappelijke hoofdstructuur zijn de woongebouwen, met behulp van een grid, in het nieuwe landschap geplaatst. Hierdoor vormen ze een samenhangend geheel binnen de totale ruimtelijke opzet voor Haverleij. Door variatie in het ontwerp van beplanting, water, open ruimte en reliëf in het landschap, krijgt ieder gebouw zijn unieke plaats binnen het gebied en een eigen woonomgeving.

Slot Haverleij en kastelen

De bebouwing is verdeeld over het Slot Haverleij en negen kastelen. Het slot en zeven kastelen zijn inmiddels gebouwd. De laatste twee kastelen moeten nog worden gerealiseerd.

Uit de analyse van de omgeving is de aanleiding gevonden om aan de reeks van bestaande nederzettingen aan het water een nieuwe nederzetting bij de sluis toe te voegen. Er is gekozen voor situering van een hoofdgebouw bij de sluis. Dit grote 'slot' herbergt circa 450 woningen. Daarnaast zijn, verspreid over het gebied, negen clusters van 50 tot 90 woningen gepland, waarvan zeven clusters reeds gerealiseerd. Deze clusters doen door hun vormgeving en setting in het landschap denken aan 'kastelen'. Hiermee wordt de analogie met een landgoed versterkt. Door de kastelen iets op te hogen past de setting goed bij de 'donken' die typerend zijn voor 's Hertogenbosch.

Voor de situering van het Slot Haverleij en de negen kastelen is gebruik gemaakt van een grid. Dit grid is gebaseerd op het verkavelingspatroon van het gebied. De kastelen hebben een onderlinge afstand van circa 200 meter, waarmee intimiteit en privacy wordt geschapen.

De gestelde ambitie is compact (stedelijk) wonen in een landelijke omgeving. Uit de karakteristieken is een aantal programmatische kenmerken afgeleid. Bebouwing is individueel herkenbaar en heeft een individuele identiteit. Er is geen sprake van massale clustering. Circa 80% van de woningen heeft een grondgebonden karakter.

Er is sterk gestuurd op het realiseren van de gewenste beeldkwaliteit. De volgende zaken zijn vanuit het samenhangende ruimtelijk concept leidraad voor de inrichting:

  • de drie landschappelijke zones krijgen ieder een duidelijk eigen karakter en sfeer;
  • het daadwerkelijk realiseren van alle nagestreefde gebruiksfuncties (wonen, recreatie, golf, park/tuin, bos, natuur), waarbij flexibiliteit in de invulling mogelijk is;
  • het gridsysteem, de maatvoering, de onderlinge maatverhouding en de verdeling tussen massa en open ruimte dienen gehandhaafd te blijven;
  • het 'groene' raamwerk realiseren vooruitlopend op de bouw;
  • de vastgestelde situering van de woongebouwen, waarbij de unieke setting en vormgeving van de verschillende woongebouwen in het landschap tot uiting moet komen;
  • een goede toegankelijkheid van het gebied, waarbij nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan duidelijke overgangen tussen openbaar en privé terrein;
  • zorg dragen voor sociale veiligheid in het plangebied;
  • organiseren en garanderen van continuïteit in het beheer;
  • consequent doorvoeren van een huisstijl/vormentaal bij de inrichting van de buitenruimte.

Bosrandkavels

Aan de westzijde gaat Haverleij geleidelijk over in een landelijk gebied met landbouwfunctie en de groene omgeving van het Engelermeer. Aan de rand van Engelen wordt Haverleij afgerond met 12 zogenaamde 'bosrandkavels' welke bedoeld zijn voor de bouw van vrijstaande woningen. De nieuw aangeplante verspreide boskavels zijn voornamelijk bedoeld ter versterking van de samenhang tussen de openheid van de agrarische polders in het westen en de beslotenheid van het woongebied Haverleij in het oosten.

2.2.2 Bebouwingsstructuur

Dorp Engelen

De historische kern van Engelen bestaat uit de oude terp (de omgeving rond de kerk), de bebouwing langs de Diezedijk (Graaf van Solmsweg) met de daarbij behorende Achterstraat, en de Dorpsstraat. Engelen ontleent haar identiteit en herkenbaarheid in belangrijke mate aan de ligging op een terp en aan het waterfront. Met het “stedelijke” front aan de rivier de Dieze heeft Engelen een oriëntatie op de rivier. Hiermee werd het dorp iets bijzonders. Het relatief korte waterfront, uitziend over de rivier en het open landschap, met direct daarachter de intimiteit van de smalle straatjes en verspringende voorgevelrooilijnen en de diverse verschijningsvormen van de bebouwingselementen dragen bij aan de gevarieerdheid van het stedenbouwkundig patroon.

De bebouwing in de oude kern bestaat grotendeels uit solitair vormgegeven woningen, zowel vrijstaand als aaneengesloten gebouwd, met kap. Het rivierfront kent incidenteel “stedelijkere” bebouwing met onder andere het voormalige meisjespensionaat dat in het oog springt vanwege zijn massa. Ondanks de steeds meer excentrische ligging is de kern nog steeds van belang als historisch en cultureel centrum van het dorp.

Buiten de historische kern zijn binnen Engelen globaal vier woonmilieus te herkennen. De woonmilieus hangen samen met de ontwikkelingen in de tijd.

Het “dorpse deel” is het gebied waar voor en na de tweede wereldoorlog het dorp vanuit de historische kern is uitgebreid. Op dit gebied heeft het eerdere bestemmingsplan Kom Engelen (en daarvoor nog het Uitbreidingsplan in onderdelen van de gemeente Engelen uit 1960) betrekking. Met uitzondering van de wat later gerealiseerde ruime bebouwing aan de noordkant, is hier sprake van een dorps karakter. De bebouwing is betrekkelijk sober. Mede door de beeldbepalende bomen en hagen in de straatprofielen, is er sprake van een grote mate van intimiteit. De woningen zijn veelal niet zo groot. In aansluiting op de historische bebouwing zijn de bouwblokken onregelmatig en verspringen de rooilijnen soms. De aanwezige bebouwing bestaat vrijwel uitsluitend uit eengezinswoningen met kap, zowel vrijstaand als geschakeld. Uitzondering is een aantal bijzondere gebouwen in het centrum zoals jongerencentrum De Schuilpaats en cultuurhuis de Engelenburcht. Er zijn grote binnenterreinen, met ook niet-woonfuncties. Karakteristiek voor Engelen is het parkje / dierenweide aan De Vlacie en de Kloostertuin achter de Engelenburcht en uitkomend op de Vlacie.

Aan de noord- en noordoostzijde van Engelen is een tweede woonmilieu herkenbaar (omgeving Weislag – Hoogveldweg). Dit is de eerste van de latere uitbreidingen, Hoogveld I. In tegenstelling tot de oude dorpskern zijn de uitbreidingen veel planmatiger van karakter. Hier is de bebouwing ruim van opzet, gelegen aan brede straten. De bebouwing heeft een voorname uitstraling. Het is een woongebied, met vrijstaande villa's en bungalows, en twee-onder-éénkapwoningen, met kap. Deze uitbreiding van Engelen is voornamelijk gerealiseerd in de jaren zestig en zeventig. Karakteristiek zijn de diepe groene voortuinen. Het beeld wordt op plekken verminderd door te brede “lege” straatprofielen. Globaal komt dit woonmilieu overeen met de begrenzing van het bestemmingsplan Hoogveld uit 1972.

In de zuidwest hoek van Engelen is een suburbaan woonmilieu gerealiseerd. Het bestemmingsplan Uitbreiding Engelen (Hoenderland) uit 1990 heeft in juridische zin de weg vrijgemaakt voor de bouw van bijna 400 woningen in een suburbaan woonmilieu. Het bestaande beeld van het “oude” Engelen is als uitgangspunt genomen bij latere uitbreidingen. Vergeleken met de voorafgaande periode is er wel meer variatie in woningtypen gebouwd. Er zijn, naast ruime eengezinswoningen, ook kleinere woningen en kleinere kavels aanwezig. Woningen zijn voorzien van een hellend dak. De straten hebben een heldere opzet en zijn qua profiel bewust “dorps” gehouden, met een gebogen verloop. De Aalscholverlaan en Regenwulplaan vormen een brede, groen ingerichte as. De randen van het dorp vóór de uitbreiding waren abrupt. In het plan Hoenderland is gekozen voor een rand met een meer intermediaire functie, gebruik maken van landschappelijke elementen, waarbij de woningen zich naar buiten richten.

De laatste uitbreiding van Engelen is ingevuld met Hoogveld 2. Het suburbaan woonmilieu van Hoenderland is hier verder voortgezet met de bouw van circa 150 woningen. Uitgangspunt bij deze uitbreiding was het bewaren van de eigen karakteristiek en de ruimtelijke zelfstandigheid van Engelen. In het bestemmingsplan Uitbreiding Engelen (Hoenderland) 1991 is uitgegaan van een ruimtelijke afronding van Engelen, waarbij ook Hoogveld 2 is voorzien.

Aan de noordwestzijde van Engelen is een groene buffer in acht genomen. Aansluitend op het dorp is voorzien in een woongebied. Het beeld is een homogeen en groen woonmilieu, met eveneens een mix aan woningtypes. Hoogveld 2 bestaat vooral uit vrijstaande en twee-onder-éénkapwoningen. Kenmerkend zijn baksteenarchitectuur, woningen met een eenvoudige hoofdvorm, duidelijke kapvormen en toepassing van groene erfafscheidingen. Bijzondere plekken zijn gemarkeerd met andersoortige bebouwing. Appartementencomplex 't Hoogh markeert de noordpunt van het dorp met een gebouw van vijf bouwlagen. Ook in de bocht van de Wouterus van der Doelenstraat is een appartementencomplex gerealiseerd, in drie bouwlagen. Op de hoek Leunweg / Dien van Hemertstraat ligt een supermarkt, welke de entree naar Engelen markeert. Straten hebben ook in Hoogveld 2 veelal een gebogen verloop.

De gebogen hoofdontsluiting vormt de ruggengraat van de wijk. Het brede, groene profiel van de Regenwulplaan is in de Wouterus van der Doelenstraat doorgezet. De route mondt uit in het 29 oktoberplein, loopt verder via de Zuster Boerestraat tot aan het appartementencomplex 't Hoogh. Met het doortrekken van de Leunweg is getracht een binding tot stand te brengen met de oude kern.

Aan de doorgaande as bevindt zich de iets hogere bebouwing in de vorm van veelal vrijstaande woningen. De groenzone aan de buitenzijde van Hoogveld 2 is onderdeel van een groene verbinding tussen de weg De Haverlij / Engelermeer en de Graaf van Solmsweg / Henriëttewaard. Hoogveld 2 rondt in structureel opzicht het dorp Engelen af. Typerend is de randbebouwing welke zich met de voorkanten richt op de buitenrand en groenzone tussen Engelen en Haverleij.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002119-1401_0003.jpg"

Afbeelding 2.2: Fasenkaart bebouwing kom Engelen

Landgoed Haverleij

Het meest markante en meest omvangrijke complex 'Slot Haverleij' is gesitueerd bij de sluis. Verspreid in het gebied zijn daarnaast negen 'kastelen' gesitueerd.

De kastelen delen een aantal kenmerken. Per woongebouw is, afhankelijk van de omvang, voorzien in 50 tot 90 grondgebonden woningen. De kastelen refereren in hun vormgeving aan zeventiende eeuwse buitenplaatsen. De kastelen zijn, net als het Slot, georganiseerd rondom een centraal plein of hof, waar de entrees naar de woningen, parkeerplaatsen en privétuinen zijn gesitueerd. Ook is er in de hof plaats voor gemeenschappelijke functies (onder andere binnentuin, speelplaats). Aan de buitenzijde hebben de woningen een onbelemmerd uitzicht op het landschap. De bebouwingswand vormt in principe de overgang van privé naar openbaar.

Vanwege de associatie met een kasteel of burcht en ter vergroting van het uitzicht worden de kastelen circa 1 meter verhoogd ten opzichte van het maaiveld aangelegd. Ten behoeve van een optimale verhouding tussen hoogte en breedte, bestaat de kasteelwand uit drie tot vier bouwlagen. Op hoeken en bij doorgangen wordt veelal een hoogte accent aangebracht. De woningen hebben een opgetild niveau ten opzichte van het maaiveld aan de buitenzijde, waardoor er een duidelijk gemarkeerde 'harde' overgang is tussen openbaar en privé.

De kracht van het plan wordt versterkt doordat kastelen zich als eenheid presenteren, met ieder een eigen karakter. De individuele woningen zijn ondergeschikt aan de kastelen als geheel. Elk kasteel heeft en krijgt zijn eigen specifieke architectonische uitwerking, met eigen vormgeving en materiaalgebruik, die is gebaseerd op de landschappelijke context, die voor elk kasteel verschillend is. Daarnaast spelen de kastelen in op de gevraagde woningdifferentiatie.

Om de gewenste differentiatie kracht bij te zetten worden er twee hoofdtypen kastelen onderscheiden. Er is een klein type welke circa 50 tot 70 woningen omvat en een compacte maat van maximaal 100x100 meter heeft. Van dit type worden er in totaal vier gebouwd in de delen van het plangebied die behoren tot het openbare uitloopgebied (golfbos en parktuin). De kleine kastelen zijn gepositioneerd op plekken die vanaf de openbare weg het meest zichtbaar zijn. De maat van de binnenhof is dusdanig dat deze kan dienen voor de ontsluiting van de woningen, parkeren en eventuele privétuinen of groenvoorzieningen. Van het grote kasteeltype worden er in totaal vijf gebouwd. Deze kastelen omvatten circa 70 tot 90 woningen en hebben een buitenmaat van maximaal 125x125 meter. De maat van de binnenruimte is zodanig dat hier, naast wegen, parkeerplaatsen en privétuinen, ook gemeenschappelijke functies een plaats kunnen krijgen. Dit kasteeltype wordt met name toegepast in de besloten delen van het gebied (bos). De grote kastelen zijn minder zichtbaar vanaf de openbare weg en maken geen deel uit van het feitelijke uitloopgebied. Kasteel Wuyvenhaerd is het enige grote kasteel dat duidelijk zichtbaar in het open landschap is gelegen. Het vormt daarmee bijna letterlijk de voorpost en entree van Haverleij.

Hieronder worden de belangrijkste kenmerken van deze woongebouwen nader beschreven.

Slot Haverleij

Slot Haverleij vormt het centrale punt in plan Haverleij. Slot Haverleij omvat ongeveer 450 woningen en appartementen, een school, kinderopvang en zelfstandig ondernemerschap. Van buiten oogt het Slot als een robuuste façade: een massief en symmetrisch bouwwerk, met op de hoeken kenmerkende torens en fortressen. Dankzij zijn wat hogere ligging, verrijst het Slot als het ware als een eenheid uit het landschap. De overgang tussen kasteel en het landschap is hard. Het Slot is omgeven door gras.

Slot Haverleij is gelegen bij de sluis van Engelen. Deze locatie, een belangrijke plek in het gebied, is een belangrijk element geweest bij de vormgeving van het Slot. Het sluiscomplex is een belangrijk element bij de noordelijke entree van Slot Haverleij. Het sluiscomplex, het water en de dijk zijn door middel van een reeks van pleinen duidelijk verankerd aan het Slot. De wand van het Slot aan de zijde van de sluis heeft dan ook een eigen uitstraling gekregen.

De buitenzijde van Slot Haverleij is samenhangend vormgegeven. De rand wordt gevormd door wanden met grondgebonden woningen (3 bouwlagen hoog). Het gaat om bijzondere woningen met een oriëntatie op de groene omgeving. De woningen hebben een beperkte buitenruimte op de begane grond aan de binnenzijde, en een balkon (en ook vaak dakterras) gericht naar buiten.

Markante plaatsen als entrees en hoeken zijn bijzonder geaccentueerd. Nabij de entrees wordt de grootste hoogte gehaald. Hier bevindt zich bebouwing in de vorm van 'woontorens' met appartementen in 6 tot 7 bouwlagen. Ook de hoeken van het Slot hebben hoogte accenten van 5 bouwlagen. De grondgebonden woningen aan de binnenzijde kennen een grote variatie aan woningtypen en zijn meer gevarieerd vormgegeven. De woningen hebben veelal een tuin en zijn minimaal 3 en maximaal 4 bouwlagen hoog. Daken zijn plat.

De ontsluitingsstructuur binnen het Slot wordt gevormd door een ringstructuur (Parcivalring) met daartussen oost-west gerichte dwarsontsluitingen. In noord-zuid richting is een reeks van pleinen gelegen, welke grotendeels autovrij zijn. Het Slot heeft twee grote entrees, aan de noordzijde bij de sluis en aan de zuidzijde. Voor parkeren geldt als uitgangspunt dat elke woning één, al dan niet overdekte, parkeerplaats heeft op eigen terrein en bezoekers in het openbaar gebied parkeren.

De aanleg van het centrale plein aan de binnenzijde van het Slot (Oberon) is een belangrijk gegeven. Dit plein, dat een belangrijke centrale functie vervult, is openbaar toegankelijk en heeft een duidelijke koppeling met de hier gevestigde Jenaplanschool Antonius Abt en kleine bedrijvigheid rondom het plein. Aan de buitenzijde van het Slot, nabij de sluis, gaat het binnenplein over in een buitenplein.

Onder supervisie van stedenbouwkundige Sjoerd Soeters en landschapsarchitect Paul van Beek hebben verschillende architecten een deel van het plan ontworpen.

Kasteel Holterveste

Kasteel Holterveste (2006) is ontworpen door de Engelse architect Michael Graves. Het zeshoekige complex bestaat uit 38 eengezinswoningen en 26 appartementen, die gegroepeerd zijn rond een ruim en open binnenhof. De woningen zijn ruim opgezet en hebben elk minstens één balkon of terras, welke is georiënteerd op het groen dat het kasteel omringt. De eengezinswoningen hebben allemaal een terras bij de voordeur aan het binnenhof. Het binnenhof vormt gevormd door een groen ingericht cirkelvormig terrein, omringd met bomen.

De wand van het kasteel is drie bouwlagen hoog. De appartementen vormen een poortgebouw bij de entree van het kasteel, met een hoogte van zes bouwlagen. Daken zijn plat.

Holterveste heeft een ondergrondse parkeervoorziening, waartoe vanaf het binnenhof toegang wordt geboden met prieelachtige entree gebouwtjes. Het kasteel heeft een opvallende kleurstelling in een overwegend wijnrode kleur.

Kasteel Zwaenenstede

Kasteel Zwaenenstede (2001) dat is ontworpen door de Italiaanse architect Adolfo Natalini, ligt midden in het water. De vorm van het gebouw reageert op de omgeving. Zo zijn de loop van het water en de nabijheid van de golfbaan bepalend voor het aangezicht.

Het gebouw bevat 55 hoge kasteelwoningen welke gezamenlijk de kasteelwand vormen. De hoogte varieert van drie tot zes bouwlagen. De hoeken van het kasteel hebben een bijzondere markering met drie hoge ronde 'torens' met steile kappen. De entree van het kasteel wordt gemarkeerd door een 'slotbrug' en bijzondere bebouwing in drie lagen met kap aan weerszijden van de weg. Daken van de overige woningen zijn plat. De buitenmuren zijn gerealiseerd in rode en gele baksteen.

In het verlengde van de oprijlaan heeft het kasteel een binnenhof. Het hof bestaat uit een parkeerplaats, een gazon en een rozentuin. De voordeuren van de woningen zijn gelegen aan het hof. De woningen zijn georiënteerd op de buitenzijde, met balkons boven het water.

Kasteel Daliënwaerd

Kasteel Daliënwaerd (2005) is gelegen tussen het bosgebied en het golfterrein. Daliënwaerd is ontworpen door de Oostenrijkse architect Franz Demblin. Het kasteel omvat 68 woningen. De meeste woningen bevinden zich in de wand van het kasteel en hebben een oriëntatie op de groene omgeving. Binnen het kasteel is een tweede haak met woningen gelegen, welke zijn georiënteerd op de binnenhof. Daliënwaerd heeft aan de westzijde een hoofdentree, welke wordt geaccentueerd door een “poort”, een horizontaal gemetseld element tussen de twee aangrenzende woningen. Aan de zuidzijde bevindt zich een entree voor langzaam verkeer.

Kasteel Daliënwaerd wordt gekenmerkt door een opzet in een carrévorm, met ronde torens op de vier hoeken. Het kasteel is uitgevoerd in een rode baksteen. De woningen hebben een hoogte van drie bouwlagen en op de hoeken vier bouwlagen. Opvallend voor dit kasteel is dat de woningen op de begane grond een eigen garage hebben. Ook het overige parkeren bevindt zich hier. De voordeuren bevinden zich op een opgetild maaiveld (“straat”) op niveau +1. Vanaf het groen ingerichte binnenhof zijn op diverse plekken opgangen gemaakt richting de woningen. De woningen aan de rand hebben een balkon aan de buitenzijde van het kasteel. De daken zijn plat uitgevoerd.

Kasteel Wuyvenhaerd

Dichtbij het Engelermeer en midden in de polder, ligt kasteel Wuyvenhaerd (2002). Kasteel Wuyvenhaerd is het enige kasteel dat niet in het bos ligt, maar vlak daarbuiten. Het ligt in een open landschap, omringd door water, en is vanuit de verte al goed te zien. Kasteel Wuyvenhaerd is ontworpen door de Nederlandse architecten Lafour & Wijk.

Het kasteel is opgezet op basis van een vlindervormige plattegrond. Wuyvenhaerd herbergt 21 appartementen en 59 grondgebonden woningen. De hoogte loopt op naar hoeken van het kasteel. Hier bevinden zich appartementen in vijf tot zes verdiepingen. De hoogte loopt af naar het midden van de lange zijden, waar zich eengezinswoningen in vier, drie en twee verdiepingen bevinden. De daken zijn plat uitgevoerd.

Wuyvenhaerd heeft aan de zuidzijde een statige 'oprijlaan', een brede entree begeleid door bomen. Ter plekke van de hoofdentree is de bebouwing laag. De hoogte loopt op naar de hoeken. Een entree voor langzaam verkeer is aan de noordzijde gelegen. De entrees monden uit in het binnenhof dat is ingericht ten behoeve van spelen en parkeren.

Alle woningen samen vormen een eenduidig ontworpen kasteelwand. Het kasteel is uitgevoerd met vanuit het water oplopende schuine plinten, waarboven zich terrassen bevinden. Het kasteel is uitgevoerd in een genuanceerde grijze en witte kleur baksteen. De gekleurde stalen kronen vormen opvallende elementen.

Kasteel Velderwoude

Kasteel Velderwoude was het eerste kasteel in Haverleij en ligt midden in het landgoedbos. Kasteel Velderwoude is opgeleverd in 2001 en ontworpen door de Belgische architect Jo Crépain.

Velderwoude is opgezet in de vorm van een carré. De ruimtelijke basis wordt gevormd door strakke wanden van woningen in drie bouwlagen. Op de hoeken bevinden zich vier ronde hoektorens (donjons) van vier bouwlagen hoog. Een vijfde markante vierkante woontoren in zeven bouwlagen bevindt zich naast de noordelijke entree.

Kasteel Velderwoude is omringd door een met gras bedekte gracht. Vanuit het landschap loopt een langzaam verkeer route als een lange as door tot in het hart van het kasteel. Hier bevindt zich een binnenhof dat wordt benut voor spelen en parkeren (deels bovengronds, deels verdiept aangelegd). Aan de zuidzijde bevindt zich de hoofdentree. Het kasteel wordt benaderd over de 'ophaalbrug'. De entree gaat door een poort (onder woningen door) en heeft daardoor het karakter van een poortgebouw.

Het kasteel herbergt 52 woningen en 34 appartementen. De woningen zijn uitgevoerd in een grijze kleurstelling. Er komen geen daken met schuine kappen voor in Velderwoude.

Kasteel Leliënhuyze

Kasteel Leliënhuyze bevindt zich in het westelijk deel van Haverleij. Het wordt gekenmerkt door een ligging in het water. Rondom de kasteelmuren loopt een waterlabyrint, met direct daaromheen bos en weide.

Kasteel Leliënhuyze is opgeleverd in 2006 en opgebouwd uit 67 woningen, en is ontworpen door de Nederlandse architect Sjoerd Soeters. Het kasteel wordt gekenmerkt door een carrévormige opzet. De woningen zijn gegroepeerd in twee ringen; een binnen- en een buitenring. Centraal in het kasteel ligt een binnenhof, dat functioneert als een gezamenlijk plein.

In de buitenring bevinden zich twee-onder-één-kapwoningen, poortwoningen en appartementen. De basis wordt gevormd door woningen in drie bouwlagen, met een oriëntatie en buitenruimtes gericht op de groene omgeving. Hoogte accenten worden gemaakt op de hoeken in vier tot zes bouwlagen. Hier bevinden zich de appartementen. Er zijn verscheidene woningtypen, met afwisselend tuinen en terrassen.

De binnenring is opgebouwd uit geschakelde pleinwoningen rondom een intiem en sfeervol binnenplein. Het hoogteverschil tussen de binnen- en buitenring is benut door de gebouwde parkeervoorzieningen welke zich onder de binnenring bevindt. De woningen aan de buitenring en de parkeervoorziening bevinden zich één niveau lager dan de binnenring. De woningen aan het gezamenlijke plein zijn gebouwd in drie bouwlagen.

Leliënhuyze wordt bereikt via een oprijlaan; de centrale entree aan de noordzijde. De entree wordt gevormd door een 'poortgebouw' met onderdoorgang in drie en vier bouwlagen.

De uitstraling van kasteel Leliënhuyze is klassiek. Karakteristieke elementen zijn de roodbruine kleurstelling, het levendige gevelbeeld dat wordt bereikt door verspringende rooilijnen en hoogteverschillen en de 'kasteeltorens' op de hoeken. De torens zijn de enige elementen met een hellend dak.

Kasteel Beeckendael

Kasteel Beeckendael is in 2010 gebouwd. Het grote kasteel is gelegen in het groen en is ontworpen door architect Kees Kaan. Het ontwerp is gebaseerd op een H-vormige plattegrond. Het voordeel van deze vorm is dat een maximaal aantal woningen grenst aan de groene buitenruimte. In Beeckendael zijn 62 eengezinswoningen in drie woonlagen gebouwd. Alle woningen hebben een ruim terras aan de landschapszijde van het kasteel. Bovendien hebben alle woningen aan de landschapszijde veel glas, zodat de groene omgeving als het ware naar binnen komt. In het hogere gebouw (vijf woonlagen) tegenover de kasteelpoort zijn 16 appartementen en 2 penthouses gerealiseerd.

Het kasteel wordt benaderd over een grote entree aan de noordzijde. Vervolgens gaat de open ruimte over in een groot binnenplein. Daarnaast zijn er vier groen ingerichte binnenhoven aangelegd. Parkeren is opgelost onder de pleinen, hoven en woningen.

De architectuur van kasteel Beeckendael is geïnspireerd op de oude Incatempels. De dakvorm is plat. Bijzonder element is de bijzonder gedetailleerde dakrand. Het bijzondere zandkleurige metselwerk en het speciaal ontworpen ornament van beton zijn sterk beeldbepalend.

Bosrandkavels

Nabij Engelen liggen 12 bosrandkavels. Karakteristiek voor de kavels is dat ze worden omzoomd door een stevige bosrand die in dikte varieert. Het gaat om kavels met een oppervlakte variërend van 800 tot 1.200 m², waarbinnen maximaal 600 m² is bestemd voor een woning met tuin. De rest van het kavel moet worden ingeplant met bos, waardoor de woningen op termijn 'in het bos op gaan'. De totale oppervlakte die bebouwd mag worden bedraagt 200 m². De inhoud van de woningen beslaat maximaal 1.200 m³.

Om de eenheid in het landschap te handhaven en de exclusieve uitstraling te waarborgen, dienen de landhuizen en hun tuinen te voldoen aan bepaalde eisen. Zo is slechts een deel van het eigen perceel bedoeld voor het huis en de tuin en het overige deel voor bosaanleg. Met de bedoeling dat de woningen op den duur opgaan in het bos. Omheiningen worden verborgen in het groen.

Centraal staat traditionele bouw, met bijvoorbeeld rieten of pannendaken en niet te hoge muren, passend bij een natuurlijke uitstraling.

2.2.3 Groenstructuur

Groenstructuur kom Engelen

De groenstructuur van de kom Engelen draagt bij tot de dorpse en gemoedelijke sfeer in Engelen. De groenstructuur ondersteunt de verschillende stedenbouwkundige uitbreidingen van de kern Engelen.

Door het gebruik van inheems beplantingsmateriaal, zoals de vele hagen en laanbeplanting, de eenvoudige wegprofielen met grasbermen en de grotere groenplekken op kruispunten van wegen, ontstaat een kleinschalige organisch gevormde groenstructuur.

De groenstructuur bestaat uit de volgende elementen:

  • a. entrees van de kom van het dorp;
  • b. hoofdwegen in de kom van het dorp;
  • c. groene plekken in de kom van het dorp en de groene gordel;
  • d. groene interne routes;
  • e. randen van de kom van het dorp;
  • f. bijzondere elementen, karakteristiek voor de dorpse sfeer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002119-1401_0004.jpg"

Afbeelding 2.3: Groenstructuur Kom Engelen

Entrees van de kom van het dorp

De kom van het dorp presenteert zich naar de omgeving door de wijze van binnenkomen. De entrees van het dorp zijn zorgvuldig ontworpen en beheerd. Voor autoverkeer heeft Engelen de volgende entreeroutes:

  • 1. de Vutter, de Kraanvogellaan, de Leunweg (de verbindingsroute met Landgoed Haverleij). Deze wegen bestaan uit laanbeplanting met een haagstructuur van veldesdoorn;
  • 2. de Graaf van Solmsweg.

Aan de noordzijde van het dorp wordt deze dijkweg langs het Henriëttekanaal begeleid met een populierenrij. In de historische kern vormt deze weg met de Dorpstraat een verwijding, een pleinachtige ruimte, waar na 1899 de veerpont vertrok. De inrichting van de pleinruimte ter hoogte van de splitsing van de Terp heeft een groene inrichting en oogt aangenaam. Langs de Graaf van Solmsweg ter hoogte van deze groene ruimtes staan volgens de lijst monumentale bomen van het Bomenbeleidsplan drie beeldbepalende bomen, een Acer pseudoplatanus (op particulier terrein) en twee Tilia europaea op openbaar gebied.

Hoofdwegen in het de kom van dorp

In het dorp worden deze laanstructuren van de entrees doorgezet, de Schoolstraat (het verlengde van de Vutter en de afslag van Graaf van Solmsweg), de Kraanvogellaan, de Leunweg|Zandkampke.

Groene plekken in de kom van het dorp en de groene gordel

De groene plekken komen verspreid voor in de bestaande kern. De onderlinge relatie tussen de groene plekken is door middel van een groene route, een woonstraat met een breder profiel met grasbermen, gerealiseerd. De meest belangrijke groenplek is het landschappelijke vormgegeven park de Vlacie, opgebouwd uit een organisch gevormde vijver, een hertenkamp en een speelplek. Vooral de afwisseling tussen open en gesloten gedeelten en het hoogte verschil in het park maken deze plek aantrekkelijk. In dit reliëf is de oorspronkelijke terp van Engelen te herkennen. Tussen de uitbreiding Hoogveld en Hoenderland en de historische kern is een groene gordel gemaakt, bestaande uit enkele speelplekken aan het Postekampke en Goudplevier, gekoppeld aan de waterstructuur ter ontwatering van dit gebied. Door de samenkomst van Kraanvogellaan en Leunweg ontstaat een karakteristieke driehoekige brink (Zandkampke). De open groene ruimte aan de Zonneweide en de Paardsweide is ontstaan door een profielverbreding. In de uitbreiding van Hoenderland zijn centraal twee groene pleinen opgenomen bij de Roerdomp|Regenwulplaan en de Aalscholverlaan|Karekiet. In de uitbreiding Hoogveld 2 is een groenplein, het 29 oktoberplein aanwezig. Ook zijn langs de randen van de kern enkele groene open plekken aangebracht als opening naar het landschap, bijvoorbeeld bij de Kraanvogellaan en de Fuutlaan en halverwege de Rietgors. Deze plek fungeert als entree tot de fietsroute langs de golfbaan van Landgoed Haverleij.

Groene interne routes

De groene plekken zijn met elkaar verbonden door interne groene routes. Het profiel van deze woonstraten, Wouterus van Doelenstraat, Regenwulplaan en Aalscholverlaan verbinden door middel van een breder grastalud met laanbeplanting de meest recente groene plekken met de groene gordel.

Randen van de kom van het dorp

Engelen presenteert zich zowel met voorkanten naar het landschap, de zuidzijde (Fuutlaan, het Hoenderland en de Engelerschans) en de zijde van de historische kern (Graaf van Solmsweg) en de zijde van Hoogveld 2 (Dien van Hemertstraat en Fientje Brouwersstraat) als met achtertuinen. Onder aan de dijk aan de noordzijde van het dorp heeft men de noordtuinen met zware bomen afgeschermd om inkijk van de dijk te voorkomen. De achtertuinen aan de Rietgors zijn door middel van een aantal rieteilanden afgeschermd van inkijk van het fietspad. Voor de zuidelijke rand van achtertuinen liggen de boskavels van het landgoed Haverleij, afgewisseld met openbare weides.

Bijzondere elementen, karakteristiek voor de dorpse sfeer

De dorpse sfeer wordt ondersteund door een specifiek ruimtelijke karakteristiek, de aanwezigheid van achtertuinen, die soms zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Bij de Vlacie gaat een deel van de achtertuinen over in het park. Langs de Achterstraat zijn vele tuinmuren aanwezig. De muren zijn afwisselend van kwaliteit, van fraai gemetselde oude muren tot vlechtschermen. In de historische kern zijn meerdere tuinmuren aanwezig. Een beeldbepalende rij lindebomen staat in de Dorpstraat voor het rijtje arbeiderswoningen van de Bulk.

Groenstructuur Haverleij

De groenstructuur van het landgoed Haverleij heeft een geheel andere allure dan de groenstructuur van het de kom Engelen. De groenstructuur van het landgoed Haverleij bestaat uit de volgende elementen:

  • a. lanen;
  • b. drie zones: de parktuin, het landgoedbos en het rietland;
  • c. lange beplantingslijnen, de verspreide berkenrijen langs De Haverlij, de notenallee aan de Bellaard, de rij knotbomen aan de Hennen Weide;
  • d. de overgangszone tussen Haverleij en de polder van Bokhoven door middel van hogergelegen populierenakkers;
  • e. de entrees van Haverleij, door middel van esdoornhagen;
  • f. zichtlijnen op de bakens in de omgeving, de kerktoren van Vlijmen, Hedel en Bokhoven, de silo's van De Rietvelden, de markeringsbomen langs de Maas;
  • g. bijzonder element lindenbelvedère aan de Hennen Weide.

Lanen

Het landgoed wordt verankerd door middel van drie lange Lanen. De lindelaan van de Leunweg en de Langekamp sluit bajonetvorming op de platanen laan vanaf Holterveste tot aan Beeckendael. De eikenlaan vanaf Velderwoude tot aan de Maasdijk verankert dit kasteel aan de markeringsbomen langs de Maas, die langs de gehele rivier op regelmatige afstanden voorkomen.

Binnen het landgoed is een aantal kortere oprijlanen als onderdeel van de setting van de kastelen, de notenlaan naar het kasteel Leliënhuyze, de eikenlaan vanaf de golfbaan naar Velderwoude, korte eikenlaan naar Daliënwaerd en knotwilgenlaan naar Wuyvenhaerd.

Drie zones: het rietland, het landgoedbos en de parktuin

Het landgoed is opgebouwd uit drie verschillende sferen, gebaseerd op bodemtype en afwatering: het rietland, het landgoedbos en de parktuin.

De zone rietland sluit aan op de oevers van en het Engelermeer, door middel van drasse en natte natuur. De toegankelijkheid van deze gebieden is beperkt. Door middel van drie populierenakkers verankert het landgoed zich ook in dit gebied. Deze hogergelegen delen zijn beter toegankelijk, zij geleiden de bezoekers naar het meer en markeren de extensief natuurgerichte recreatievormen.

De zone landgoedbos geleedt het landgoed. Het bos sluit aan op de bestaande boomstructuur van de Hennen Weide. De vormgeving van dit deel van het landgoed is geïnspireerd op de Engelse landschapsstijl, met dichte bossen, boomweides als tussendecor en glooiende weides. Het grootste deel van het landgoedbos bestaat uit een rijker bostype van essen-iepenbos met zeer gevarieerde opbouw. Het landgoedbos is zowel toegepast op de golfbaan als in het openbare deel van het landgoed.

Hetzelfde geldt voor de zone parktuin. De zone parktuin is geïnspireerd op de beplantingselementen van het rivierengebied, bloemrijke graslanden, grienden, fruitbomen, notenbomen, acacia's, hagen en singels. De vormgeving is “in scherven”: 'gebaseerd op de verschillende geënsceneerde zichten.

Lange beplantingslijnen

De toegangsroutes tot het landgoed worden deels ondersteund met beplanting. Echter in dit landgoed staat de beplanting op zichzelf. Langs De Haverlij staan aan een zijde verspreid staande berken, deze lijn zet zich langs de boskavels door tot het sportpark Engelerpark. De bocht in de Bellaard wordt benadrukt door een notenallee bij Wuyvenhaerd in het plantverband van de notenallee van landgoed Mariënwaerd.

De overgangszone tussen Haverleij en de polder van Bokhoven

Het landgoed Haverleij kondigt zich in de open polder aan door twee hogergelegen populierenakkers.

De entrees van Haverleij

Door middel van esdoornhagen worden de entrees tot Haverleij aangegeven, zoals ook bij het dorp Engelen.

Zichtlijnen op de bakens in de omgeving

De vormgeving van het landgoed is geïnspireerd op het ensceneren van zichten op, de kerktoren van Vlijmen, Hedel en Bokhoven, de silo's van de Rietvelden en de markeringsboom van de Maas.

Bijzonder element

In het landgoed is aan de Hennen Weide een voormalige vuilstort omgevormd tot een uitkijkpunt, een lindenbelvedère met zicht op de open polder van Bokhoven.

Groenstructuur in de kastelen van Landgoed Haverleij

De groenstructuur van binnenterreinen van de kastelen sluit aan op de architectuur van het kasteel. De beplanting wordt vooral op een tuinachtige en stedelijke wijze toegepast. In Leliënhuyze staan enkele solitaire bomen in grotere boomkransen en fruitbomen in gazons. In Velderwoude bestaat de groenstructuur uit een platanenplein en enkele fruitbomen in een gazon, onderdeel van een lange laan naar de Maas. De cirkelvormige opzet van Holterveste geeft een ring van hagen en bomen in een pot rondom een cirkel van gras. Zwaenenstede heeft een echte binnentuin, bestaande uit een ronde lavendeltuin, een parkeerplaats in ligusterhagen en een krentenlaantje in gazon. Daliënwaerd heeft een groen binnenterrein met rozen en bloeiende heesters. Het hoogteverschil in Wuyvenhaerd wordt opgevangen door een brede haag van beuk. De boombeplanting op dit binnenterrein bestaat uit een cluster Italiaanse populieren en schermen van berken. Beeckendael en Heesterburgh krijgen beide een stadse binnentuin met solitaire bomen en gazons. De groenstructuur van Slot Haverleij bestaat uit een platanenlaan langs de Parcivalring, gekandelaberde platanen op het plein van Oberon. In de overige straten zijn her en der enkele solitaire bomen aangeplant.

2.2.4 Waterstructuur

Watersysteem Dorp Engelen

Het dorp Engelen heeft een eigen watersysteem op het peil van 1.80+NAP. Het watersysteem bestaat uit een kwelsloot aan de teen van het talud van de dijk die aansluit op het water tussen de kom Engelen en Slot Haverleij en de waterloop Postekampke en Goudplevier.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002119-1401_0005.jpg"

Afbeelding 2.4: Watersysteem Kom Engelen en Haverleij

Watersysteem Landgoed Haverleij

In het hoogwaardige stedelijke watersysteem voor het landgoed Haverleij is gekozen voor het zoveel mogelijk vasthouden van (hemel)water, dus voor een duurzaam en veerkrachtig watersysteem. De waterbalans is in het systeem zo veel mogelijk geoptimaliseerd door het toepassen van een flexibel peilbeheer (1.80+NAP tot 2.20+NAP) en de aanwezigheid van infiltratie- of bergingsmogelijkheden.

Het watersysteem bestaat uit vier elementen:

  • a. doorgaande waterlopen van oost-west zijn permanent watervoerend;
  • b. twee grote waterpartijen;
  • c. infiltratievoorzieningen;
  • d. afvoerlaagtes rond de kastelen (van greppels tot groene grachten).

De doorgaande waterloop van oost-west, die de twee vijvers verbindt, is permanent watervoerend. De lijnvormige laagtes en de groene grachten zijn niet permanent watervoerend. Gedurende en na een regenbui vangen deze het water op. Vanuit deze laagtes infiltreert het regenwater in de bodem. De infiltratievoorzieningen zijn zeer verschillend van ruimtelijke vorm, variërend van een waterlabyrint bij Leliënhuyze via groene grachten bij het Slot tot natuurlijk ogende laagtes in het bos, bijvoorbeeld bij Velderwoude en Beeckendael.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002119-1401_0006.png"

Afbeelding 2.5: Groen- en waterstructuur dorp Engelen en Haverleij

2.2.5 Verkeersstructuur

Het plangebied is een divers gebied, een gebied waar bebouwde kom en buitengebied elkaar afwisselen. Daarom zijn er vele verschillende wegcategorieën aanwezig met elk hun eigen maximale snelheid. De bebouwde kom van Engelen is een 30 km/uur gebied. Ook het Slot en alle kastelen in Haverleij zijn 30 km/uur woongebieden. Door de afwisselingen van bebouwde kommen en buitengebieden, wisselen de snelheden van diverse wegvakken tussen 80 km/uur (gebiedsontsluitingswegen buiten de bebouwde kom), 60 km/uur (erftoegangswegen buiten de bebouwde kom), naar 50 km/uur (gebiedsontsluitingswegen binnen bebouwde kom) en 30 km/uur (erftoegangswegen binnen bebouwde kom).

Alle gebieden waar de bestemming wonen aanwezig is, zijn aangewezen als 30 km/uur of 60 km/uur weg.

  afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002119-1401_0007.jpg" Afbeelding 2.6: Maximale snelheden verkeer

Voor de parkeersituatie gelden geen bijzondere regelingen. Er is geen sprake van vergunninghoudersparkeren of van een blauwe zone.

In het dorp Engelen zijn nagenoeg geen parkeerproblemen aanwezig. Er is dan ook geen reden om verbeteringen aan te brengen.

In het gebied Haverleij zijn alle kastelen voorzien van parkeervoorzieningen 'op eigen terrein'. Deze zijn op openbaar gebied of ondergronds c.q. intern aangelegd. Hierbij is de (toentertijd verhoogde) gemeentelijke parkeernorm gehanteerd. Uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen is niet aan de orde, aangezien wordt voldaan aan de kwantitatieve eisen van deze gemeentelijke parkeernormen. Bovendien is er fysiek geen ruimte voor eventuele uitbreiding binnen het stedenbouwkundig concept van de kastelen, waarbij alle voorzieningen binnen de muren van de kastelen dienen te worden gerealiseerd.