direct naar inhoud van Artikel 26 Woongebied - Zorgwonen
Plan: Kom Haaren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0788.BPHaaren-VA02

Artikel 26 Woongebied - Zorgwonen

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - Zorgwonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonzorgvoorzieningen;
  • b. bijzondere woonruimte;
  • c. maatschappelijke voorzieningen;
  • d. aan de onder sub a tot en met c ondergeschikte dienstverlening;
  • e. aan de onder sub a tot en met c ondergeschikte kantoren;
  • f. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie gericht op zowel verblijf als op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. tuinen, erven en verhardingen.
26.2 Bouwregels
26.2.1 Algemeen

Het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen dan 80%.

26.2.2 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.

26.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande, dat uitbouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, indien:
    • 1. de horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
    • 2. de breedte maximaal 60% van de breedte van de gevel bedraagt;
    • 3. de maximale bouwhoogte de bouwhoogte van het hoofdgebouw niet overschrijdt;
    • 4. de maximale goothoogte mag de hoogte van de eerste bouwlaag bedragen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak bedraagt per hoofdgebouw maximaal:
    1. 60 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 200 m2;
    2. 65 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 250 m2;
    3. 75 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m2;
    4. 100 m2 voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 500 m2;
    mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 80% is;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 3,25 m;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.

26.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal voor:

  • a. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2,25 m;
  • b. pergola's 2,25 m;
  • c. speeltoestellen 3 m;
  • d. vlaggenmasten 6 m;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2,25 m.
26.3 Afwijken van de bouwregels
26.3.1 Overkappingen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 26.2.3 onder a voor het bouwen van al dan niet vrijstaande overkappingen, indien:

  • a. deze worden opgericht op een minimale afstand van 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel, met dien verstande dat:
    • 1. het bepaalde in artikel 26.2.3 onder b van toepassing is;
    • 2. de afstand van de overkapping tot de voorste perceelsgrens minimaal 5 m is;
    • 3. de oppervlakte maximaal 25 m2 is;
    • 4. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
    • 5. er maximaal 1 overkapping wordt opgericht.

26.3.2 Voorwaarden afwijking

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 26.3.1 kan slechts worden verleend, indien:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt geschaad.
26.4 Specifieke gebruiksregels
26.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.

26.4.2 Voorzieningen

De oppervlakte van de voorzieningen genoemd onder 26.1 sub c, d, en e mag in totaal niet meer bedragen dan 3.000 m2 b.v.o.