Plan: | Halve Maan 2013 (De Lieven-Drents Dorp) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80182-0301 |
De gemeente Eindhoven heeft eigen archeologiebeleid, als uitwerking van het nationale en provinciale beleid. Dit beleid staat in het 'Beleidsplan archeologisch 2008-2012' , dat de raad in september 2008 heeft vastgesteld. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid voor het bodemarchief zelf ter hand door te investeren in kerntaken en opbouw van expertise.
De gemeente kent archeologische waarden daterend uit de prehistorie en de Romeinse tijd.
Het gemeentelijk bodemarchief herbergt tevens fundamentele gegevens over de geschiedenis van stad en platteland gedurende en na de middeleeuwen. Deze gegevens zijn van groot belang voor de reconstructie van het verleden, temeer omdat archivalische bronnen in Eindhoven nagenoeg ontbreken.
De archeologische gebieden binnen de gemeente Eindhoven staan aangegeven op de gemeentelijke archeologische waardenkaart, onderdeel van de gemeentelijke cultuurhistorische waardenkaart. Het beleid is om bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met de archeologische waarden en verwachtingen in de ondergrond en daarbij uit te gaan van de gemeentelijke archeologische waardenkaart.
Onderhavig plangebied is niet gelegen binnen een archeologische waardevol (verwachtings)gebied.Hier hoeft dan ook geen rekening mee gehouden te worden. Wel geldt ten aanzien van archeologie een meldingsplicht voor archeologische toevalsvondsten. Mochten tijdens werkzaamheden archeologische resten worden aangetroffen dan dienen deze (op grond van de meldingsplicht art. 53 Monumentenwet 1988) direct gemeld te worden aan de Afdeling Archeologie van de gemeente Eindhoven. Vervolgens zal bepaald worden of en zoja welke aanvullende maatregelen getroffen worden.
Op 18 maart 2008 is de cultuurhistorische waardenkaart van Eindhoven vastgesteld. De kaart dient als beleidskader om bij ruimtelijke ontwikkelingen in de stad rekening te kunnen houden met de cultuurhistorie van Eindhoven. De kaart geeft, naast rijks- en gemeentelijke monumenten een overzicht van de historische structuur van wegen en waterlopen, historisch waardevolle stedenbouwkundige en landschappelijke- en groenstructuren, beschermde stads- en dorpsgezichten en monumentale bomen.
Bij de samenstelling van de kaart is onder andere gebruik gemaakt van de gegevens van de provinciale cultuurhistorische waardenkaart. Op de cultuurhistorische waardenkaart van Eindhoven is het Drents Dorp, onderdeel van het plangebied, aangeduid als 'historisch stedenbouwkundige structuur'.
Het Drents Dorp betreft een tussen 1925 en 1930 op de Strijpse Heide, in opdracht van woningbouwvereniging Thuis Best (Philips) opgetrokken woonbuurt onder architectuur van C. Smit. De woonbuurten van Thuis Best werden veelal opgetrokken als complete woon- en leefgemeenschappen en daarom ook voorzien van winkels en scholen (aan de Koenraadlaan). Het Drents Dorp werd gebouwd voor nieuw aan te trekken werknemers, die voornamelijk afkomstig waren uit Drenthe en andere noordelijke en oostelijke provincies. De buurt kwam in verschillende bouwperioden tot stand, hetgeen zichtbaar is in zowel de structuur als de architectuur van de verschillende delen. Het deel ten oosten van de Koenraadlaan werd gebouwd tussen 1925 en 1928 en bestaat uit enigszins smalle, gebogen straten met eenlaagse bouwblokken met een kap hier en daar geaccentueerd door topgevels. Centraal in dit deel van de buurt ligt het Meidoornplein met een meer gevarieerd bebouwingsbeeld. Het deel van het Drents Dorp aan de westzijde van de Koenraadlaan werd gebouwd in 1929/30. De stedenbouwkundige opzet wordt hier gekenmerkt door een meer rationele straatindeling met een ruimere opzet en het Gelderlandplein als groene ruimte. De bebouwing bestaat uit bouwblokken van zowel een als twee lagen met een kap en met verspringende rooilijn, deels met voortuinen. Opvallend is het verschil in toegepaste baksteen in beide delen van de buurt, namelijk het eerste deel is uitgevoerd in rode, het tweede deel in overwegend gele baksteen.
Opmerkelijk in het Drents Dorp zijn de beeldbepalende schuurtjes achter de woningen, die ongeveer halverwege de tuin staan. Deze ongewone situering van de schuurtjes heeft te maken met het feit dat de tuinen vooral bedoeld waren als moestuin en niet als siertuin. Achter het schuurtje was ruimte voor de moestuin met comosthoop, zo ver mogelijk van de woning af en niet zichtbaar van daaruit. Het bloksgewijze bouwen van buurten sloot aan bij de ontwerpprincipes van het uitbreidingsplan voor Eindhoven door G.C. Kools, hoewel het stratenpatroon aanvankelijk vooral werd bepaald door de aanwezige oude structuur.
Het Drents Dorp vormt een cultuurhistorisch waardevol gebied vanwege haar ontstaansgeschiedenis (zoals hierboven beschreven), de stedenbouwkundige opzet en architectonische invulling. Het Drents Dorp is een redelijk zeldzaam voorbeeld van de architectuur en stedenbouw uit de jaren '20. Het Drents Dorp wordt gewaardeerd als een typisch voorbeeld van de overgangsperiode tussen de Berlagiaanse, esthetisch georiënteerde stedenbouw (met lanen, geknikte woonstraten, pleinen en gesloten bouwblokken) en de modernistische stedenbouw en de samenhang tussen stedenbouw en architectuur (met een verkeerskundig gefundeerde hiërarchie in wegen, rechthoekige wegenstructuur, strokenbouw). In het gebied ten zuiden van de Halvemaanstraat is de esthetische stedenbouw te herkennen terwijl het deel ten noorden van de Halvemaanstraat meer geënt is op modernistische stedenbouw.
De vormgeving van de arbeiderswoningen in het Drents Dorp heeft een bijzondere samenhang met het stedenbouwkundig plan. Om de stedenbouwkundige ruimtes te accentueren zijn verbijzonderingen in de architectuur aangebracht. Hierbij kan gedacht worden aan dwarskappen met versierde topgevels op de koppen en in het midden van de bouwblokken. En aan de bijzondere hoekoplossingen waarbij de goothoogte aan de smallere zijstraat verlaagd is. Ook de positionering van de bouwblokken draagt bij aan het accentueren van de stedenbouwkundige ruimtes. Een voorbeeld hiervan is de verspringende rooilijn, waardoor een breder profiel in het midden van de straat- of pleinwand wordt gecreëerd. In enkele gevallen wordt dit bredere profiel verder benadrukt doordat de ontstane ruimte wordt gebruikt als voortuin of doordat deze wordt gemarkeerd door gemetselde portalen bij de ingang van de woningen. Kenmerkend in het Drents Dorp is verder dat de voorgevel van de bouwblokken veelal de knik in de woonstraat of het plein volgt.
Het plantsoen Gelderlandplein werd in 1930 ontworpen door tuinarchitect Tersteeg. Voor de ruimtelijke indeling volgde hij de contouren van de pleinruimte die trapeziumvormig was. Deze vorm herhaalde hij min of meer in het hoofdpad dat een groot gazon (speelweide) omsloot en door middel van korte rechte verbindingsstukken op straten aantakte. De tussenliggende stroken waren afwisselend voorzien van dicht en meer open beplanting. Aan de oostzijde werd een intieme zitplek gecreëerd omsloten door heester- en boombeplanting. In de vier hoeken van het plantsoen stonden paarsgewijs twee bomen. Ofschoon het park wijzigingen heeft ondergaan, is de erfenis uit 1930 tegenwoordig nog zichtbaar in de padenstructuur en een aantal monumentale bomen op het plein, waaronder zilveresdoon, eiken, lindes en haagbeuken. De bredere straten hebben een laanbeplanting met platanen.
Met de cultuurhistorische waarden is als volgt rekening gehouden. Een groot gedeelte van de woningen binnen Drents Dorp zijn bestemd als Wonen - 3. De gronden binnen deze bestemming zijn naast wonen ook bestemd voor het behoud, herstel en bevorderen van de aanwezige cultuurhistorische waarden. Hiermee worden de architectonische kenmerken en stedenbouwkundige opzet van het gebied beschermd. Om dit te waarborgen is een afweging voor sloop in de regels opgenomen met cultuurhistorische waarden als criterium (artikel 17.7).
Ter bescherming van de aanwezige structuur van het Gelderlandplein en de monumentale bomen is binnen de bestemming Groen de functie-aanduiding 'cultuurhistorische waarden' opgenomen. In de regels is hieraan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden gekoppeld (artikel 7.4).
Cultuurhistorisch waardevolle objecten betreffen gebouwen die geen monumentenstatus hebben doch die toch vanuit cultuurhistorisch oogpunt waardevol zijn en als zodanig zijn erkend. Daartoe behoren objecten die bij de inventarisatie naar het religieuze erfgoed in 2011 als cultuurhistorisch waardevol zijn aangemerkt dan wel op de provinciale cultuurhistorische waardenkaart als zodanig waren aangeduid. Binnen dit plangebied zijn vier cultuurhistorisch waardevolle objecten gelegen, te weten aan de Koenraadlaan 102, Plaggenstraat 57-59, Kootwijkstraat 33 en Venstraat 30. Op de verbeelding zijn deze objecten aangeduid als "Karakteristiek". Ter bescherming van deze gebouwen is in de regels met een sloopverguningvereiste gewaarborgd dat geen onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden ontstaat.
Koenraadlaan 102A
Cultuurhistorisch
Het klooster werd gebouwd naast een katholieke school en tegenover een kerk/kloostercomplex, waardoor het een voorbeeld was van een omgeving waarbij verschillende katholieke instituten elkaars nabijheid opzoeken om een sterkere presentie te waarborgen. Door de afbraak van de Kloosterkerk op de hoek Beukenlaan Koenraadlaan is dit streven slechts beperkt herkenbaar. De zusters wijdden zich aan het onderwijs. Het klooster herinnert aan de belangrijke maatschappelijke rol die de zusters Franciscanessen speelden voor het onderwijs.
Architectonisch
Het exterieur is streng, oppervlakkig gezien een Wederopbouwvariant van de Jaren '30 stijl. Karakteristiek voor het gebouw is de ingangspartij onder rondboog en het fraai gedecoreerde bovenlicht van de toegangsdeur. Het oorspronkelijke interieur is verdwenen.
Stedenbouwkundig
Het gebouw is in de straatwand gevoegd.
Foto bebouwing Koenraadlaan 102A
Plaggenstraat 57-59
Cultuurhistorisch
De kerk werd gesticht door de Christelijk Gereformeerde Gemeente Eindhoven. Door de groei van het Philipsconcern kwamen in de twintiger jaren een groot aantal arbeiders met hun gezinnen uit de noordelijke en oostelijke provincies naar Eindhoven. Voor hen werd het Drents dorp gebouwd. Veel van deze nieuwe inwoners behoorden tot de Christelijk Gereformeerde gemeente. Het gebouw vertoont in sociaal-historisch opzicht een duidelijke samenhang met zijn omgeving. De geslotenheid en het strenge sobere karakter zijn in overeenstemming met de aard van het kerkgenootschap.
Architectonisch
Eclectische bouwstijl met neo-klassieke, traditionalistische en Jaren '30 stijl invloeden. Het grote rondboograam in de voorgevel, dat een overvloed van ongekleurd daglicht in de kerkruimte werpt, staat voor het streven naar een eenduidige en klare geest in de religieuze beleving. De asymmetrische schikking van poort, voorgevel en klokke"toren" is een beweeglijk element in de compositie.
Stedenbouwkundig
Was het kerkcomplex aanvankelijk nog omgeven door het Drents Dorp, inmiddels wordt het overschaduwd door de jongere kantoorbebouwing aan de Beukenlaan.
Het zicht evenwel op het ensemble van kerk en pastorie op de hoek tussen de ringweg en de Plaggenstraat komt tot zijn recht doordat de pastoriewoning vóór het hoogste element van de klokkentoren is geplaatst. De halfronde erker van de woning versterkt de hoekpositie van het geheel doordat het "om de hoek draaien" hier al wordt aangezet.
Foto bebouwing Plaggenstraat 57-59
Kootwijkstraat 33
Cultuurhistorisch
Het schoolgebouw werd in 1929 gebouwd naar ontwerp van de architecten L. Kooken en F. Wolters. Deze architecten hebben in de jaren '20 in Eindhoven verscheidene scholen ontworpen. Het schoolgebouw aan de Kootwijkstraat is de best bewaard gebleven school uit het oeuvre van Kooken en Wolters. Het schoolgebouw maakt deel uit van de oorspronkelijke maatschappelijke voorzieningen in de wijk Drents Dorp.
De school bezit een sociale- en cultuurhistorische waarde als belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van het lagere onderwijs in Eindhoven.
Architectonisch
De school heeft een architectuurhistorische waarde als gaaf voorbeeld van een gangschool uit de jaren '20 en als uiting van de typologische ontwikkeling van schoolgebouwen. De school is vormgegeven in een traditionele bouwtrant met expressionistische kenmerken. De vormgeving is karakteristiek voor schoolgebouwen ontworpen door Kooken en Wolters. Het gebouw heeft architectuurhistorische waarde vanwege de esthetische kwaliteit van het ontwerp, de gaaf bewaarde hoofdvorm, een rijke baksteendetaillering en vanwege de interieurafwerking.
Stedenbouwkundig
Het schoolgebouw is gesitueerd op de hoek van de Tilburgseweg-oost en Kootwijkstraat. Het pand heeft een stedenbouwkundige waarde als beeldondersteunend onderdeel van het Drents Dorp. Het schoolgebouw maakt deel uit van de oorspronkelijke maatschappelijke voorzieningen in de wijk Drents Dorp. Het draagt door haar uiterlijk/vormgeving bij aan de historische karakteristiek van het Drents Dorp.
Foto bebouwing Kootwijkstraat 33
Venstraat 30
Cultuurhistorisch
De kerk werd oorspronkelijk gebouwd als gereformeerde kerk en was destijds het grootste protestante kerkgebouw in Eindhoven. Het was een uiting van de groei van de protestantse bevolking in Eindhoven waarbij de gereformeerden vooral onder Philipsarbeiders te vinden waren. Door de ligging in het Drents dorp heeft het gebouw in sociaal-historisch opzicht een duidelijke samenhang met zijn omgeving. De kerk wordt thans gebruikt door de Pinkstergemeente.
Architectonisch
Kerkcomplex bestaande uit kerkgebouw, bijgebouwen en toren uit 1953 van architect A.C. Nicolai. De Maranathakerk is een centraalbouw in een wederopbouwesthetiek die wordt gekenmerkt door een menging van traditionele- (baksteen) en moderne (beton) materialen. In architectonische vormgeving wordt het gebouw gekarakteriseerd door het samengaan van een moderne en een meer traditionele vormgeving. Het gebouw heeft zowel organische hoekafschuiningen en modernistische ramen, als meer traditionele kolomkoppen in de bijgebouwen, staande ruitmotieven en een klassieke gelaagde opbouw. Exterieur en interieur hebben een sobere maar zorgvuldige afwerking en zijn grotendeels gaaf.
Stedenbouwkundig
In zijn omgeving is de kerk een belangrijk beeldbepalend element. Door een ruime en vrije plaatsing in een plantsoen, omgeven door straten en huizen uit hetzelfde tijdsgewricht, is hier een typische stedelijke omgeving ontstaan uit de jaren '50. Het bouwblok van de kerk is niet hiërarchisch geplaatst in het stedelijk weefsel doch in een nevenschikkende stelling ten opzichte van de omliggende woningrijen.
Foto bebouwing Venstraat 30