direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Emmasingelkwadrant - Fellenoord 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80173-0301

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant

Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant in werking getreden. Provinciale Staten hebben deze op 1 oktober 2010 vastgesteld. Hierin wordt geconstateerd dat dé grote uitdaging voor Noord-Brabant is om het (hoog)stedelijk gebied verder te ontwikkelen tot een krachtig netwerk en tegelijkertijd de groene en blauwe waarden van Noord-Brabant te versterken. De nabijheid van stad en land en de karakteristieke afwisseling tussen stad en land zijn daarbij belangrijke kwaliteiten die bijdragen aan een aantrekkelijk leef- en vestigingsklimaat in Noord-Brabant.

De ruimtelijke visie van de provincie bestaat op hoofdlijnen uit een robuust en veerkrachtig natuur- en watersysteem. Met aandacht voor hoogwaterbescherming, droogte, biodiversiteit. Een multifunctioneel landelijk gebied, waar de functies landbouw, recreatie en natuur in relatie tot elkaar ruimte krijgen. Met aandacht voor cultuurhistorische waarden en de leefbaarheid van kleine kernen. En een gevarieerd en aantrekkelijk stedelijk gebied, met sterke steden, groene geledingszones en uitloopgebieden (intensieve recreatie, stadslandbouw). Met aandacht voor sterke regionale economische clusters, (inter-)nationale bereikbaarheid en knooppuntontwikkeling (zowel in de centra als aan de randen van de steden).

Eindhoven wordt in relatie gebracht met het stedelijk netwerk BrabantStad samen met Breda, Helmond, ´s-Hertogenbosch en Tilburg. Dit samenwerkingsverband vervult een voortrekkersrol bij de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord-Brabant. De provincie ziet deze steden als het brandpunt van de verstedelijking. Hier wordt geïnvesteerd in de binnensteden (stationsgebieden, kanaal- en snelwegzones) en worden hoogstedelijke functies, zoals bovenregionale voorzieningen, geconcentreerd. Daardoor wordt de centrale positie van de steden versterkt en het draagvlak voor hoogwaardig openbaar vervoer en stedelijke- en culturele voorzieningen op peil gehouden. Dat draagt bij een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat in Noord-Brabant.

BrabantStad ontwikkelt zich tot een onderscheidend netwerk binnen de Noordwest-Europese stedelijke agglomeratie. Een voorwaarde daarvoor is een goede bereikbaarheid van de steden onderling en met andere omliggende stedelijke netwerken. Daarom kiest de provincie voor het versterken van de verbinding met nabijgelegen stedelijke netwerken, met name met het Knooppunt Arnhem-Nijmegen, het Ruhrgebied en Maastricht- Heerlen-Aken-Luik. Het OV-netwerk BrabantStad en het hoofdwegennet worden verder ontwikkeld. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden op dit netwerk afgestemd, zoals bij knooppunten (personen en goederen) of in hoogstedelijke zones.

Eindhoven is gelegen binnen de stedelijke regio Eindhoven-Helmond dat is aangeduid als een samenhangend en verstedelijkt gebied. Binnen deze regio liggen mogelijkheden voor verdere verstedelijking. Dit betekent dat ze een aantrekkelijk, in verschillende dichtheden vormgegeven woon-, werk- en leefmilieu moeten bieden. Bijzondere aandacht is er voor bereikbaarheid, groen, milieu, recreatiemogelijkheden dicht bij huis, en een verbrede landbouw die inspeelt op de vraag vanuit de steden. Er wordt gestreefd naar gedifferentieerde wijken, met een menging van woningtypen, bevolkingsgroepen en functies. Herstructurering en inbreiding bieden tal van mogelijkheden, maar tegelijkertijd zal onbebouwd gebied, ook op langere termijn, moeten worden benut.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80173-0301_0003.png"

Figuur: Visiekaart (Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant, 2011)

Het onderhavige actualisatieplan conflicteert niet met de uitgangspunten van de provinciale structuurvisie.

3.3.2 Deelstructuurvisie Brainport Oost

De provincie gaat geen aparte ruimtelijke visie op het landschap ontwikkelen, maar geeft die onder andere vorm in de 'uitwerking gebiedspaspoorten'. Daarin beschrijft de provincie welke landschapskenmerken zij op regionaal niveau van belang vindt en hoe deze kunnen worden versterkt. Daarnaast zijn er deelstructuurvisies opgesteld voor specifieke onderwerpen. Voor Eindhoven is daarvoor de deelstructuurvisie Brainport Oost van belang. Het oostelijk deel van de Brainportregio is het gebied ten oosten van Eindhoven, tot en met Helmond en Veghel. De betrokken twaalf gemeenten zijn Eindhoven, Helmond, Son en Breugel, Nuenen, Geldrop-Mierlo, Laarbeek, Sint-Oedenrode, Veghel, Asten, Someren, Deurne en Gemert-Bakel.

Brainport Oost is een gebied met een combinatie van steden en dorpen. De natuur en recreatie spelen een belangrijke rol. Daarnaast kent de regio een grote bedrijvigheid met een innovatief karakter. Het gebied behoort tot de Europese top van (industriële) kennis- en innovatieregio's. Om de regio bereikbaar, leefbaar en economisch aantrekkelijk te houden is Brainport Oost een van de negen gebieden in Brabant waarin de provincie samen met haar partners investeert.

3.3.3 Verordening ruimte

In de Verordening ruimte staan regels waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. Door deze regels weten de gemeenten al in een vroeg stadium waar ze aan toe zijn. Per onderwerp zijn in de verordening gebieden tot op perceelsniveau begrensd op een kaart. Hierdoor is duidelijk voor welke gebieden de regels gelden.

De onderwerpen die in de verordening staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De verordening is daarbij een van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. Belangrijke onderwerpen in de Verordening ruimte zijn:

  • ruimtelijke kwaliteit;
  • stedelijke ontwikkelingen;
  • natuurgebieden en andere gebieden met waarden;
  • agrarische ontwikkelingen, waaronder de intensieve veehouderij;
  • overige ontwikkelingen in het landelijk gebied.

Het onderhavig bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en het plangebied is gelegen in het centrum van Eindhoven en in het oosten voor een klein deel in de Dommelzone. Derhalve zijn voornamelijk de punten 'stedelijke ontwikkelingen' en 'natuurgebieden en andere gebieden met waarden' van belang voor het plangebied. Deze onderwerpen komen terug op respectievelijk de kaartlagen 'Stedelijke ontwikkeling' en 'Natuur en landschap'. Voor het plangebied is voornamelijk deze laatste kaartlaag van belang, gezien de aanwezigheid van de Dommel binnen het plangebied. De Dommelzone is namelijk aangewezen als twee typen zoekgebieden, te weten een 'zoekgebied voor een ecologische zone' en het 'zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen'. Over het onderwerp 'ruimtelijke kwaliteit' kan kort gezegd worden dat deze niet in het geding komt, omdat er geen ontwikkelingen in het plangebied voorzien zijn.

Kaartlaag 'Stedelijke ontwikkeling - Bestaand stedelijk gebied; stedelijk concentratiegebied'

Op kaartlaag 1 is het plangebied aangeduid als 'Bestaand stedelijk gebied; stedelijk concentratiegebied'. Het provinciale beleid is al jaren gericht op het bundelen van de verstedelijking. Uitgangspunt is dat het leeuwendeel van de woningbouw, de bedrijventerreinen, kantorenlocaties, voorzieningen en bijbehorende infrastructuur moet plaatsvinden in de stedelijke concentratiegebieden, voordat men mag kijken naar de speciaal aangeduide zoekgebieden voor stedelijke ontwikkeling. Binnen de stedelijke concentratiegebieden is de gemeente in het algemeen vrij - binnen de grenzen van andere wetgeving - om te voorzien in stedelijke ontwikkeling.

De Verordening ruimte bevat specifieke regels voor bestaande kantorenlocaties. Zo dienen bij de herziening van een bestemmingsplan in bestaand stedelijk gebied, waarbij een bestemming voor een kantorenlocatie is aangewezen, de financiële, juridische en feitelijke mogelijkheden voor herstructurering en zorgvuldig ruimtegebruik, verantwoord te worden. Daarnaast moet verantwoord worden of het al dan niet in stand houden van de geldende bestemming (met bijbehorende regels inzake het tegengaan van oneigenlijk ruimtegebruik) past binnen de afspraken in het regionaal ruimtelijke overleg met betrekking tot het ontwikkelen of uitbreiden van kantorenlocaties. Dit laatste geldt overigens ook voor de nieuwbouw van woningen.

In dit bestemmingsplan wordt de bestaande situatie zo veel mogelijk overgenomen. In paragraaf 3.13 wordt hier nader op ingegaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80173-0301_0004.jpg" Figuur: Kaartlaag 'Stedelijke ontwikkeling - Bestaand stedelijk gebied; stedelijk concentratiegebied' (Verordening ruimte Noord-Brabant, 2011)

Kaartlaag 'Natuur en landschap - Zoekgebied ecologische verbindingszone'

Een ecologische verbindingszone is een langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd. In de Verordening ruimte is opgenomen dat indien een plangebied binnen een zoekgebied voor een ecologische verbindingszone is gelegen, het bestemmingsplan hiervoor zodoende is opgesteld dat deze voorziet in de verwezenlijking, het behoud en beheer van een dergelijke zone. Daartoe dienen in het bestemmingsplan beperkingen aan stedelijke en recreatieve ontwikkelingen gesteld te worden, indien dit nodig is om te voorkomen dat de zone minder geschikt wordt voor de realisering, het behoud en beheer van de ecologische verbindingszone. Hiermee samenhangend dienen in het bestemmingsplan regels opgenomen te worden met betrekking tot het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m² (geen bouwwerk zijnde) binnen dit zoekgebied.

Een zoekgebied voor een ecologische zone heeft, indien deze binnen bestaand stedelijk gebied gelegen is, een breedte van ten minste vijftig meter. De daadwerkelijke breedte van de al dan niet gerealiseerde ecologische verbindingszone mag op sommige plaatsen smaller zijn dan de voorgeschreven breedte, op voorwaarde dat het te kort geschoten deel van de beschermingszone middels een ander beschermingsregime is vastgelegd. Dit regime moet echter wel gericht zijn op het behoud en beheer van de ecologische zone.

Binnen het voorliggend bestemmingsplan is de ecologische verbindingszone zoveel mogelijk beschermd in de regels en op de verbeelding. Het conserverende plan voldoet hiermee aan de uitgangspunten van de Verordening ruimte.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80173-0301_0005.jpg"

Figuur: Kaartlaag 'Natuur en landschap - Zoekgebied voor ecologische verbindingszone' (Verordening ruimte Noord-Brabant, 2011)

Kaartlaag 'Natuur en landschap - Zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen'

In de Verordening ruimte is een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen als volgt gedefinieerd: "een gebied naast een waterloop waar maatregelen op het gebied van morfologie en inrichting nodig zijn om de doelstellingen uit het Provinciaal Waterplan (PWP) 2010-2015 op het gebied van de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren te behalen". Dit PWP is op 20 november 2009 vastgesteld door Provinciale Staten en heeft de status van een structuurvisie. In dit plan zijn enkele wateronderwerpen genoemd, welke in bestemmingsplannen opgenomen dienen te worden. De provincie tracht dit te bewerkstelligen door middel van het stellen van regels in de Verordening ruimte.

Het zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen overlapt voor een groot deel met het zoekgebied voor ecologische verbindingszone. Inhoudelijk komen de beschermingsregimes van beide zoekgebieden dan ook overeen. Zo geldt in beide gevallen dat wanneer het plangebied van een bestemmingsplan gelegen is binnen het zoekgebied, het bestemmingsplan zodoende moet worden opgesteld dat deze voorziet in de verwezenlijking, het behoud en beheer van watersystemen dan wel de ecologische zone.

Zodoende dienen in een dergelijk bestemmingsplan beperkingen te worden gesteld aan stedelijke en recreatieve ontwikkelingen, indien dit nodig is om te voorkomen dat de zone minder geschikt wordt voor de realisering, het behoud en beheer van de zone. Hiermee wordt (nieuw) ruimtebeslag en bebouwing tegengegaan. Daarnaast worden in het bestemmingsplan regels opgenomen met betrekking tot het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m² (geen bouwwerk zijnde), waardoor deze werken vergunningsplichtig worden. Het beschermingsregime van het zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen is aanvullend hierop voorzien in regels voor het ophogen van gronden en het raadplegen van het waterschap over de aanlegvergunning (inmiddels omgevingsvergunning).

Binnen het voorliggend bestemmingsplan wordt het zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen zoveel mogelijk beschermd in de regels en op de verbeelding. Het conserverende plan voldoet hiermee aan de uitgangspunten van de Verordening ruimte.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80173-0301_0006.jpg" Figuur: Kaartlaag 'Natuur en landschap - Zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen' (Verordening ruimte Noord-Brabant, 2011)