direct naar inhoud van 7.4 Planregels
Plan: Tegenbosch
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80042-0501

7.4 Planregels

De planregels zijn ondergebracht in inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels en in overgangs- en slotregels.

De Inleidende regels bestaan uit begrippen en de wijze van meten, teneinde te voorkomen dat discussie ontstaat over de interpretatie van de regels.

In de Begrippen (Artikel 1) wordt een omschrijving gegeven van de in de regels gehanteerde begrippen. Als gebruikte begrippen niet in deze lijst voorkomen, dan geldt de uitleg/interpretatie conform het dagelijks taalgebruik.

In het artikel over de Wijze van meten (Artikel 2) zijn de te gebruiken meetmethodes vastgelegd.

De regels bij de bestemmingen worden hierna afzonderlijk toegelicht.

Bestemmingen

Agrarisch met waarden - Landschap (Artikel 3)

De agrarische gronden binnen het plangebied zijn bestemd als “Agrarisch met waarden – Landschap”.

De paardenhouderij is op de verbeelding voorzien van de aanduiding “paardenhouderij”. Binnen de aangegeven bouwvlakken mogen bedrijfsgebouwen worden gebouwd met een totale oppervlakte van 17.500 m². In het bouwvlak aan de oostzijde van de Tegenboschweg mag een bedrijfswoning met een minimale inhoud van 1.000 m³ en een maximale inhoud van 3.000 m³ worden opgericht.

De agrarische gronden buiten het bouwvlak zijn bestemd voor gras- en weideland, teneinde de openheid van het landschap te waarborgen.

Bos (Artikel 4)

De bosgronden binnen het plangebied die buiten de Ecologische hoofdstructuur liggen zijn voorzien van de bestemming “bos” en dienen voor de duurzame instandhouding van het bos met daarop afgestemd bosbouw.

Voor het kappen, dan wel rooien, van bomen is een omgevingsvergunning benodigd, teneinde de aanwezige houtopstanden te beschermen.

Groen (Artikel 5)

Het plantsoen centraal gelegen tussen de woonbestemmingen is voorzien van de bestemming “groen”. Tevens zijn de groenstroken voor en tussen de woningen voorzien van deze bestemming. Deze gronden dienen zoveel mogelijk onbebouwd en onverhard te blijven, parkeervoorzieningen zijn binnen deze bestemming dan ook niet toegestaan. Inritten en paden naar woonpercelen wel.

Natuur (Artikel 6)

De bosgronden binnen het plangebied die onderdeel uitmaken van de Ecologische HoofdStructuur, zoals opgenomen in de Verordening Ruimte 2011 zijn voorzien van de bestemming “natuur”. De gronden dienen voor de duurzame instandhouding van het bos en behoud en ontwikkeling van natuurwaarden.

Voor het kappen, dan wel rooien van bomen is een omgevingsvergunning benodigd, teneinde de aanwezige houtopstanden te beschermen.

Verkeer- Verblijfsgebied (Artikel 7)

Deze bestemming is geprojecteerd op de wegen die primair gericht zijn op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, alsmede op de wegen gelegen binnen het woongebied.

Water (Artikel 8)

De door het plangebied lopende “Kromme veldloop” heeft de bestemming “Water” gekregen. Deze A-watergang is bovendien voorzien van een beschermingszone ten behoeve van de instandhouding van deze watergang.

Wonen - 1 (Artikel 9) t/m Wonen - 6 (Artikel 14)

De woningen binnen de buitenplaats zijn bestemd als “wonen” waarbij zoveel mogelijk is aangesloten bij de vigerende regeling, met dien verstande dat bepaalde benamingen zijn aangepast aan het Handboek van de gemeente Eindhoven en het SVBP 2008.

Teneinde de verschillen tussen de woningen onderling naar voren te laten komen is er voor gekozen om met meerdere woonbestemmingen te werken. Onderling lijken deze bestemmingen op elkaar, het verschil zit in de bouwregels, zoals een afwijkende goot- en bouwhoogte (van zowel hoofdgebouwen als bijgebouwen), dakhelling e.d.

Binnen alle woonbestemmingen mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd. Alleen binnen ‘Wonen – 3’ is de bouw van 2 of 3 aaneengebouwde woningen mogelijk.

Binnen het bestemmingsvlak ‘Wonen’ is voor de bestemmingen ‘Wonen - 1’ t/m ‘Wonen – 6’ een bouwvlak in de verbeelding opgenomen. Hierbinnen dient het hoofdgebouw te worden opgericht.

Binnen een bouwvlak geldt geen beperking ten aanzien van het oppervlak dat mag worden bebouwd. De bouwvlakken mogen dus volledig worden benut, met dien verstande dat voor ‘Wonen – 6’ een maximale inhoud van de woning is gegeven. Dit in verband met hier opgenomen ruime bouwvlakken.

Aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn binnen het gehele bestemmingsvlak achter de voorgevelrooilijn toegestaan. De gezamenlijke oppervlakte mag per bouwperceel (bestemmingsvlak) niet meer bedragen dan 100 m². Alleen voor ‘Wonen – 6’ geldt een maximum van 150 m2. De oppervlakte mag echter nooit meer bedragen dan 10 % van het bouwperceel.

Het gebruik van ruimten voor aan huis verbonden beroepen is binnen de woonbestemming toegestaan (tot maximaal 50 m2). Met een omgevingsvergunning is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om maximaal 75 m² vloeroppervlak te benutten voor aan huis gebonden beroepen. Tevens is het, na verlening van een omgevingsvergunning, onder bepaalde voorwaarden mogelijk om maximaal 30 m2 te benutten voor kleinschalige bedrijvigheid.

Dubbelbestemmingen

Waarde - Ecologie (Artikel 15)

Ten behoeve van de ecologische verbindingszone is voor gronden evenwijdig aan de Kromme Veldloop, voor zover deze niet zijn gesitueerd binnen de EHS, de dubbelbestemming “waarde – ecologie” opgenomen. Dit heeft dan voornamelijk betrekking op de westzijde van de waterloop.

Waterstaat - Waterlopen (Artikel 16)

Voor de bescherming en instandhouding van de A-watergang is de dubbelbestemming “waterstaat – waterlopen” opgenomen.

Algemene regels (Hoofdstuk 3)

De algemene regels bevatten bepalingen die voor meer dan een bestemming in het plan van toepassing zijn. Het betreft de Anti-dubbeltelregel, Algemene aanduidingsregels en de Algemene afwijkingsregels.

Met de anti-dubbeltelbepaling wordt geregeld dat grond die reeds eerder bij een verleende omgevingsvergunning voor bouwen is meegenomen niet nog eens bij de verlening van een nieuwe omgevingsvergunning in de beoodeling mag worden betrokken. Deze regel is rechtstreeks overgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening.

Op grond van de algemene afwijkingsregels kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van de in het plan voorgeschreven maatvoering met een maximum van 10%, af te wijken van begrenzingen en het toestaan van kunstwerken en o.a. nutsgebouwtjes.

Daarnaast is er in de verbeelding een aanduiding opgenomen voor de geluidszone als gevolg van het vliegveld Eindhoven. Binnen de aangeduide zone mogen geen nieuwe geluidgevoelige gebouwen en/of geluidgevoelig terreinen worden gerealiseerd.

Overgangs- en slotregels (Hoofdstuk 4)

In dit artikel is een regeling opgenomen voor bestaande zaken en rechten die niet in overeenstemming zijn met de overige regelingen in dit bestemmingsplan.

De regels voor het Overgangsrecht zijn overgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening, waarin standaard overgangsrecht voor bestemmingsplannen is opgenomen.

De Slotregel bevat de titel van het bestemmingsplan.