direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd - 1
Plan: De Bergen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80037-0501

Artikel 6 Gemengd - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Gemengd - 1´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, uitsluitend op de begane grond tenzij op de verdieping(en) reeds is voorzien in een detailhandelsfunctie, met dien verstande dat perifere detailhandel en supermarkten, behoudens bestaande supermarkten, zijn uitgesloten;
  • b. horecabedrijven behorende tot de categorie 1 zoals aangegeven in de Lijst van horecaactiviteiten ter plaatse van de bestaande horecabedrijven, uitsluitend op de begane grond tenzij in de bestaande situatie de verdieping(en) ten behoeve van het horecabedrijf in gebruik is; indien de bestaande horecafunctie wordt gewijzigd in een andere toegelaten functie dan vervalt de bestemming bestaande horecabedrijf;
  • c. horecabedrijven behorende tot een andere categorie dan categorie 1 zoals aangegeven in de Lijst van horecaactiviteiten uitsluitend voor zover bestaand en uitsluitend op de begane grond tenzij in de bestaande situatie de verdieping(en) ten behoeve van het horecabedrijf in gebruik is;
  • d. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen uitsluitend op de begane grond tenzij op de verdieping(en) reeds is voorzien in een functie voor dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
  • e. praktijkruimten uitsluitend op de begane grond tenzij op de verdieping(en) reeds is voorzien in een praktijkruimte;
  • f. kleinschalige kantoren uitsluitend voor zover bestaand en uitsluitend op de begane grond tenzij op de verdieping(en) reeds is voorzien in een kantoorfunctie;
  • g. maatschappelijke voorzieningen uitsluitend voor zover bestaand;
  • h. cultuur en ontspanning in de vorm van een theater uitsluitend voor zover bestaand;
  • i. nutsvoorzieningen in de vorm van trafo's e.d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `nutsvoorziening';
  • j. ondergrondse parkeergarage uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `parkeergarage';
  • k. wonen op de verdieping tenzij in de bestaande situatie reeds sprake is van een woonfunctie op de begane grond, in de vorm van woongebouwen en in de vorm van onzelfstandige woonruimten met dien verstande dat onzelfstandige woonruimten uitsluitend zijn toegelaten voor zover bestaand; voor de Grote Berg geldt bovendien dat wonen uitsluitend is toegelaten voor zover bestaand;
  • l. een aan-huis-verbonden beroep als ondergeschikte nevenfunctie bij een woning;

    met daarbij behorende:
  • m. parkeer- en nutsvoorzieningen;
  • n. wegen en paden;
  • o. tuinen, erven, water en leidingen;
  • p. groenvoorzieningen;
  • q. voorzieningen voor ondergrondse afvalinzameling;
  • r. gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde bestemmingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bestaande hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" van het bestaande bouwperceel worden gebouwd waarbij moet worden voldaan aan de volgende eisen:
    1. maximale bouwhoogte: als bestaand;
    2. maximale goothoogte: als bestaand;
    3. dak in de vorm van een kap tenzij in de bestaande situatie sprake is van een andere dakvorm;
    4. bouwwijze: gesloten bebouwing tenzij in de bestaande situatie sprake is van een andere bouwwijze ;
    5. korrelgrootte: maximaal 12 m echter met dien verstande dat voor de Bergstraat een maximum korrelgrootte geldt van 10m; indien in de bestaande situatie de maximum korrelgrootte reeds is overschreden dan geldt de bestaande korrelgrootte als de maximum korrelgrootte;
    6. ter plaatse van de aanduiding `onderdoorgang' , mag tot de bestaande hoogte van de onderdoorgang niet worden gebouwd;
    7. een woning mag niet worden verbouwd tot twee of meer woningen;
    8. het aantal bouwlagen beneden peil mag niet worden overschreden.
  • b. overige bebouwing mag uitsluitend op het achtererf van het bestaande bouwperceel behorende bij het hoofdgebouw worden gebouwd met in achtneming van de volgende eisen:
    1. maximale bouwhoogte bedraagt 4,5 m met dien verstande dat indien de bestaande bouwhoogte van de overige bebouwing hoger is dan geldt deze bouwhoogte als de maximale hoogte; de bouwhoogte van de overige bebouwing mag echter niet meer bedragen dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
    2. nutsvoorzieningen in de vorm van trafo's e.d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `nutsvoorziening' met een maximum bouwhoogte als bestaand;
    3. behoudens aan-/uitbouwen en bijgebouwen bij een bestaande woning mogen op de gronden buiten het bouwvlak noch woningen noch onzelfstandige woonruimten worden gebouwd;
    4. bestaande ondergrondse parkeergarages mogen buiten de aanduiding `bouwvlak' slechts worden gebouwd ter plaatse van en binnen de aanduidingsgrens van de aanduiding `parkeergarage';
    5. het aantal bouwlagen beneden peil mag niet meer bedragen dan het bestaand aantal bouwlagen;
  • c. indien uitsluitend sprake is van een woning dan mogen aan-, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd met in achtneming van de volgende eisen:
    1. gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75 m² met dien verstande dat het bebouwd oppervlak niet meer mag bedragen dan 65% van de oppervlakte van het bouwperceel; de oppervlakten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen voor zover die binnen de aanduiding "bouwvlak" worden gebouwd, worden niet in mindering gebracht op de in dit lid genoemde oppervlaktemaat;
    2. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 3,5m bedragen met dien verstande dat de goothoogte nooit meer mag bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende hoofdgebouw; indien het dak is/wordt uitgevoerd in de vorm van een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

6.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in sublid 6.2.1 sub a onder 5 voor het wijzigen van de korrelgrootte mits:

  • a. de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het cultuurhistorisch waardevol gebied niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. in het geval van samenvoeging van panden geen muren worden verwijderd met monumentale waarden en de samenvoeging niet onomkeerbaar is;
  • c. over het verzoek om ontheffing dient de commissie Ruimtelijke Kwaliteit om advies te worden gevraagd.

6.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • e. bereikbaarheid van hulpdiensten;
  • f. het behoud van de oorspronkelijke opzet van een gebied met cultuurhistorische en ruimtelijke waarden en ter waarborging van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden.
6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van een seksinrichting;
  • b. het gebruik van bijgebouwen bij een woning als zelfstandige woonruimte;

6.6 Ontheffings van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.1:

  • a. voor nieuwe horecabedrijven, behorende tot de categorie 1 zoals aangegeven in de Lijst van horecaactiviteiten, ter plaatse waar in de bestaande situatie geen sprake is van een gebruik ten behoeve van een horecabedrijf, mits hierdoor per straat niet meer dan eenderde van het aantal adressen op de begane grond ten behoeve van een horecabedrijf in gebruik is; bij de beoordeling van een ontheffing voor een horecabedrijf als hier vermeld in een hoekpand, wordt, voor het bepalen van het maximum aantal horecabedrijven per straat, zowel uitgegaan van de straat waar het hoekpand van deel uit maakt als van de straat waar het hoekpand aan grenst;
  • b. voor het gebruik van de verdieping ten behoeve van een op de begane grond gevestigde horecabedrijf behorende tot de categorie 1, zoals aangegeven in de Lijst van horecaactiviteiten, detailhandel, dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling, praktijkruimte.