direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd - 2
Plan: De Bergen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80037-0501

Artikel 7 Gemengd - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Gemengd - 2´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met dien verstande dat perifere detailhandel en supermarkten zijn uitgesloten, uitsluitend op de begane grond tenzij in de bestaande situatie de verdieping(en) als zodanig in gebruik is/zijn;
  • b. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen uitsluitend op de begane grond tenzij in de bestaande situatie de verdieping(en) als zodanig in gebruik is/zijn ;
  • c. kleinschalige kantoren en/of praktijkruimten uitsluitend voor zover bestaand en uitsluitend op de begane grond tenzij in de bestaande situatie de verdieping(en) als zodanig in gebruik is/zijn;
  • d. wonen uitsluitend voor zover bestaand in de vorm van woongebouwen tenzij in de bestaande situatie sprake is van een onzelfstandige woonruimte;
  • e. een aan-huis-verbonden beroep als ondergeschikte nevenfunctie bij een woning;

    met daarbij behorende:
  • f. parkeer- en nutsvoorzieningen;
  • g. wegen en paden;
  • h. tuinen, erven, water en leidingen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. voorzieningen voor ondergrondse afvalinzameling;
  • k. bouwwerken geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde bestemmingen en/of functies gelden de volgende bepalingen:

  • a. bestaande hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" van het bestaande bouwperceel worden gebouwd waarbij moet worden voldaan aan de volgende eisen:
    1. maximale bouwhoogte: als bestaand;
    2. maximale goothoogte: als bestaand;
    3. dak in de vorm van een kap tenzij in de bestaande situatie sprake is van een andere dakvorm;
    4. bouwwijze: gesloten bebouwing; tenzij in de bestaande situatie sprake is van een andere bouwwijze;
    5. een woning mag niet worden verbouwd tot twee of meer woningen;
    6. het aantal bouwlagen beneden peil mag niet meer bedragen dan het bestaand aantal bouwlagen;
  • b. overige bebouwing mogen uitsluitend op het achtererf van het bestaande bouwperceel behorende bij het hoofdgebouw worden gebouwd met in acht neming van de volgende eisen:
    1. een maximale bouwhoogte van 4,5 m met dien verstande dat indien de bestaande bouwhoogte hoger is dan geldt deze bouwhoogte als de maximale hoogte; de bouwhoogte van de overige bebouwing mag echter niet meer bedragen dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
    2. behoudens aan-/uitbouwen en bijgebouwen bij een bestaande woning mogen op de gronden buiten het bouwvlak noch woningen noch onzelfstandige woonruimten worden gebouwd;
  • c. indien uitsluitend sprake is van een woning dan mogen aan-, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd met in achtneming van de volgende eisen:
    1. gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75 m² met dien verstande dat het bebouwd oppervlak niet meer mag bedragen dan 65% van de oppervlakte van het bouwperceel; de oppervlakten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen voor zover die binnen de aanduiding "bouwvlak" worden gebouwd, worden niet in mindering gebracht op de in dit lid genoemde oppervlaktemaat;
    2. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 3,5m bedragen met dien verstande dat de goothoogte nooit meer mag bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende hoofdgebouw; indien het dak is/wordt uitgevoerd in de vorm van een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen;

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • e. bereikbaarheid van hulpdiensten;
  • f. het behoud van de oorspronkelijke opzet van een gebied met cultuurhistorische en ruimtelijke waarden en ter waarborging van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van een seksinrichting;
  • b. het gebruik van bijgebouwen bij een woning als zelfstandige woonruimte;