direct naar inhoud van Artikel 10 Kantoor
Plan: De Bergen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80037-0501

Artikel 10 Kantoor

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Kantoor´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. (ondergrondse) parkeergarage;
  • c. wonen uitsluitend voor zover bestaand in de vorm van een woning tenzij in de bestaande situatie reeds sprake is van onzelfstandige woonruimten ;

    met daaraan ondergeschikt:
  • d. wegen en paden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeer- en nutsvoorzieningen;
  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. water en leidingen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. behoudens ondergrondse parkeergarages dienen gebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `bouwvlak´ te worden gebouwd;
  • b. behoudens ter plaatse van het perceel plaatselijk bekend Wal 2/ Paradijslaan 1 geldt voor gebouwen per bouwperceel een maximale bouw- en goothoogte als bestaand tenzij op de verbeelding anders is aangeduid;
  • c. ter plaatse van het perceel plaatselijk bekend Wal 2/ Paradijslaan 1 mag het aantal bouwlagen boven peil ten hoogste 5 bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 17 m mag bedragen;
  • d. een ondergrondse parkeergarage mag buiten de aanduiding `bouwvlak' worden gebouwd doch dient binnen de aanduidingsgrens van de aanduiding `parkeergarage' te worden gebouwd;
  • e. het aantal bouwlagen beneden peil mag niet meer dan 1 zijn tenzij in de bestaande situatie meer bouwlagen zijn;
  • f. dak in de vorm van een kap tenzij in de bestaande situatie sprake is van een andere dakvorm.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • e. bereikbaarheid van hulpdiensten;
  • f. het behoud van de oorspronkelijke opzet van een gebied met cultuurhistorische en ruimtelijke waarden en ter waarborging van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden.