direct naar inhoud van 6.9 Niet-agrarische bedrijven en overige functies
Plan: Dongen Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001

6.9 Niet-agrarische bedrijven en overige functies

Huidige situatie

De niet-agrarische bedrijvigheid in het plangebied is veelzijdig en verspreid over diverse bebouwingslinten in de hele gemeente.

De aard van de bedrijfsactiviteiten is zeer divers (aannemersbedrijven, motorbrandstoffenverkooppunten, café-restaurants, slachterij). Bij de meeste bedrijven is sprake van een bedrijfswoning.


Bedrijven

Om inzicht te krijgen in de mate van milieubelasting van bedrijven wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde Staat van Bedrijfsactiviteiten. Gelet op het karakter van het buitengebied, voornamelijk een woongebied met op enkele plaatsen enige vorm van kleinschalige of ambachtelijke bedrijvigheid, is gekozen voor de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'3. Deze staat is een eerste globaal toetsingskader voor de toelaatbaarheid van bedrijven. In een concrete situatie is de milieuwetgeving bepalend. Voor een toelichting op deze Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar bijlage 4.


Inschaling van bedrijven

De thans gevestigde bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de desbetreffende milieucategorieën van de staat. Uit de inschaling in bijlage 3 blijkt dat de meeste bedrijven in categorie A tot en met B2 vallen. Categorie B2-bedrijven kunnen direct naast of beneden in een daarvoor omschreven gebied met functiemenging worden toegestaan.


Toelaatbaarheid

Om milieuhygiënische redenen en gelet op het terughoudende beleid ten aanzien van stedelijke ontwikkelingen in het buitengebied, kunnen in het plangebied niet alle denkbare bedrijfsactiviteiten worden toegelaten. De huidige bedrijfsactiviteiten dienen echter gerespecteerd te worden. Van belang hierbij is dat de huidige bedrijven reeds lange tijd in het plangebied gevestigd zijn.


Horeca

Om inzicht te krijgen in de mate van hinder van horecabedrijven wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde Staat van Horeca-activiteiten. In de Staat van Horeca-activiteiten worden drie hindercategorieën onderscheiden (waarvan één categorie met drie subcategorieën): lichte, middelzware en zware horeca. Voor een uitgebreide toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten wordt verwezen naar bijlage 5.


Inschaling en toelaatbaarheid

Uit milieuhygiënisch oogpunt worden in het plangebied horeca-activiteiten uit maximaal categorie 1c rechtstreeks toelaatbaar geacht. Dit zijn lichte horecabedrijven die over het algemeen slechts beperkt hinder veroorzaken voor omwonenden. Van belang hierbij is ook dat de huidige bedrijven in het algemeen reeds lange tijd in het plangebied gevestigd zijn. Uit de inschaling in bijlage 3 blijkt dat niet alle gevestigde bedrijven passen in deze inschaling; drie bedrijven zijn ingeschaald in categorie 2. Deze bedrijven krijgen een bestemming op maat. Hierdoor zijn de specifieke bedrijfsactiviteiten volgens het bestemmingsplan toegestaan.


Toekomstige ontwikkelingen

Voor bestaande niet-agrarische bedrijven geldt dat deze moeten kunnen inspelen op ontwikkelingen in de markt. Dit betekent dat modernisering van de bedrijfsvoering, noodzaak tot huisvesting bij het bedrijf of groei van de activiteiten in de toekomst gewenst kan zijn. Dit resulteert vaak in een uitbreiding van de bedrijfsbebouwing en / of intensivering van productieprocessen. De mogelijkheden voor niet- agrarische bedrijven in het buitengebied zijn echter beperkt. Op grond van provinciaal beleid is maximaal 15% uitbreiding van de – legale- bebouwde of vergunde oppervlakte mogelijk. Nieuwe bedrijfswoningen bij niet- agrarische bedrijven in het buitengebied zijn niet toegestaan.

Naar verwachting neemt de vraag om niet-agrarische bedrijven te vestigen in voormalige agrarische bedrijfsgebouwen toe. Redenen hiervoor zijn bijvoorbeeld de (relatief) lage kosten van het vrijkomende pand of een representatieve situering in het landschap.

Aan deze vestiging van niet-agrarische bedrijven zijn voor- en nadelen verbonden. Zo kan de nieuwe functie extra hinder opleveren voor de directe omgeving (verkeersdruk, milieubelasting) en voor natuur en landschap (milieubelasting, verschijningsvorm). Er kunnen naast deze hinder ook voordelen aan de aanwezigheid of vestiging van niet-agrarische bedrijven verbonden zijn. Zo blijft de bebouwing onderhouden en in stand, wat met name in het geval van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing wenselijk is. Ook kan niet-agrarische bedrijvigheid het economisch draagvlak versterken (meer investeringen in het plangebied, toename van het voorzieningenniveau, toename van werkgelegenheid).

Bouwstenen voor het bestemmingsplan

Bestaande niet-agrarische bedrijven en functies kunnen blijven voortbestaan. Het is vanuit het perspectief van de bedrijven voorts gewenst dat de bestaande bedrijven zich kunnen ontwikkelen en uitbreiden.